1 K gang VERSLAG van den Dienst der Stadsontwikkeling en V olkshuisvesting van ’s-Gravenhage over het jaar 1945. I. ALGEMEEN. den Dienst inge- A. de bevrijding einde, dan Dienstgebouwen. De dienstgebouwen verkeerden in goeden staat e», voor zoover mogelijk, werden de hoogst nood zakelijke onderhoudswerkzaamheden verricht. naar en Overeenkomst met architect W. M. Dudok. Burgemeester en Wethouders besloten d.d. 20 Augustus 1945 met architect W. M. Dudok te Hil versum een overeenkomst aan te gaan, waarbij deze zich verbindt voor de Gemeente een algemeen op- Beheer. Tot 6 Mei werd het beheer van volge de Verordening No. 152 van 1941 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied waargenomen door den Burgemeester. Met ingang van 6 Mei trad het door den bezetter ont slagen College van Burgemeester en Wethouders weer in functie met den heer M. Vrijenhoek als Wethouder voor Stadsontwikkeling, Volkshuisves ting, Openbare Werken en Wederopbouw. Deze werd met ingang van 19 November 1945 opgevolgd door den heer Ir. L. J. M. Feb er. In de vergadering van den inmiddels benoemden Gemeenteraad op 3 December d.a.v. werd de Commissie van Bijstand in het Beheer der Plaatselijke Werken en Eigen dommen gekozen, bestaande uit mevr. N. C. Bouma- van Strieland en de heeren J. W. v. d. Akker, A. Folmer, W. F. v. Niekerk, J. P. Schalker en J. J. Visser. f SW Het voorzitterschap van voornoemde Commissie werd bekleed door den heer Ir. L. J. M. Feber. Personeel. Het bij den Dienst werkzame personeel bestond op 31 December 1945 uit 116 ambtenaren, t.w. 82 vaste en 33 tijdelijke ambtenaren, benevens 1 amb tenaar van den Gemeentelijken Distributiedienst bij S. en V. te werk gesteld. Van de vaste ambtenaren waren er 3 te werk gesteld bij de Stichting „Centraal Woningbeheer", 2 bij het Centraal Bureau voor de Huisvesting, ter wijl aan 3 ambtenaren 1 jaar buitengewoon verlof was verleend en 2 ambtenaren waren geschorst. Van het tijdelijke personeel was 1 ambtenaar te werk gesteld bij de Stichting „Centraal Woning beheer", terwijl er 1 was geschorst. Voorts waren op 31 December 1945 werkzaam 54 vaste en 5 tijdelijke werklieden, 49 losse werk lieden, terwijl 12 werkvrouwen in dienst van den concierge waren. Van de vaste werklieden waren er 2 geschorst. Te memoreeren valt, dat de ambtenaren op één na en alle werklieden, die in Duitschland waren te werk gesteld of in krijgsgevangenschap ver keerden, in de maand Juni de werkzaamheden her vatten; 1 ambtenaar keerde einde Juli terug. Evenals in het voorafgaande jaar werd aan amb tenaren en werklieden bijvoeding verstrekt; van 20 Juli t./m. 25 Augustus werd een gedeelte der kosten door de Gemeente gedragen, doch met in gang van 27 Augustus kwamen de kosten geheel voor rekening van het personeel. II. STADSONTWIKKELING. WEDEROPBOUW EN STADSUITBREIDING IN HET ALGEMEEN. Instelling van een Gem. Dienst voor den Weder opbouw. Bij brief van 13 Juli 1945 deelden Burgemeester en Wethouders mede, dat besloten was over te gaan tot de instelling van een „Gemeentelijken Dienst voor den Wederopbouw", die tot taak zou hebben de werkzaamheden van de Gemeentelijke diensten en bedrijven, voor zoover deze op den wederopbouw van de tijdens den oorlog vernielde stadsgedeelten betrekking hebben, te coördineeren en de samenwerking van de daarbij in het bijzonder betrokken diensten, zoowel onderling als met de desbetreffende rijksinstanties in de eerste plaats den Rijksdienst voor den Wederopbouw en het Gemeentebestuur, te bevorderen. Lieten de ongerieven ten gevolge van kolen- schaarschte, stopzetting der gaslevering en elec- trische stroomvoorziening, inkrimping van het tele foongebruik, zooals deze werden vermeld in het verslag van 1944, zich ook in de eerste maanden van het verslagjaar nog gelden, na kwam hieraan geleidelijk zoo niet een toch trad een verbetering in. Door toeneming der werkzaamheden en de daarmede verband houdende personeelsuitbreiding waren eenige kleine verbouwingen in het dienst gebouw Laan van Meerdervoort 102 noodzakelijk. Intusschen blijkt de capaciteit van het dienstge bouwencomplex Van Speykstraat/Laan van Meer dervoort, nu langzamerhand de Dienst ten behoeve van den wederopbouw van 's-Gravenhage op volle toeren gaat draaien, ten eenenmale onvoldoende te zijn. Verschillende afdeelingen zijn zeer bekrom pen gehuisvest, hetgeen een efficiënte werkwijze belemmert. Er wordt naar ruimte voor uitbreiding omgezien. Het dak van het dienstgebouw aan de Slacht huisstraat 2a, dat bomschade had opgeloopen, werd hersteld. Het magazijn aan de Korbootstraat werd na de bevrijding weer in gebruik genomen. Luchtbescherming. De werkzaamheden in de dienstgebouwen moes ten ook in de eerste maanden van dit jaar op het signaal „luchtalarm" herhaaldelijk worden onder broken voor het zich begeven naar en het ver blijven in den schuilkelder.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 152