16
I
I
VERSLAG van de Stichting „Centraal Woningbeheer" te ’s-Gravenhage
over het jaar 1945.
Vi
I. ALGEMEEN.
II. EXPLOITATIE DER NIEUWE EN
AANGEKOCHTE WONINGEN.
Haar is op verzoek 1 jaar verlof verleend onder
inhouding der bezoldiging, ingaande 20 October
1945.
Verhuring.
Het totaal aantal in den loop van het jaar ont
vangen aanvragen voor Gemeentewoningen be
droeg 2 045, waarvan 1 995 voor 's-Gravenhage en
50 voor Scheveningen.
Personeel.
Het bij de Stichting „Centraal Woningbeheer"
werkzame personeel bestond op 31 December 1945
uit 26 door het bestuur benoemde ambtenaren
(waarvan 6 in tijdelijken dienst en 3 op arbeids
overeenkomst), alsmede uit 3 vaste en 1 tijdelijk
ambtenaar van den Dienst der Stadsontwikkeling
en Volkshuisvesting, die gedetacheerd waren bij
de Stichting.
Ter voorziening in de vacature, welke ontstaan
was door het ontslag van mej. P. H. Hubregtse
werd voorzien door bevordering tot hoofdinspec-
trice van mej. S. M. Treur, met ingang van
1 Januari 1945.
Naar aanleiding van den- oproep van de N.I.C.A.
om personeel ten behoeve van de hulpverleening
in Indië heeft mej. H. R. Loeff, woninginspectrice
le klasse, zich daarvoor beschikbaar gesteld.
Nederlandsch-Indieche Civiele Administratie.
Dienstgebouwen.
Om redenen, genoemd in het jaarverslag over 1944,
bleven ook in dit verslagjaar de kantoren van
„Centraal Woningbeheer" in de Pluvierstraat en
het magazijn aan de Korbootstraat grootendeels
buiten gebruik.
Inning der huren, huurschuld, huurschade.
Op een totaalbedrag van f 1.925.875,17 aan ver
schuldigde huur (met inbegrip van glasverzekering)
moest f 2.144,85 of 0,11 pCt. als oninbaar worden
afgeschreven, terwijl de huurschuld aan het einde
Huuropzegging.
In 13 gevallen bleek het noodzakelijk de huur
op te zeggen. De reden der opzegging was in 12 ge
vallen huurschuld en in 1 geval wangedrag van
de vrouw. In 3 gevallen is de schuld afbetaald, in
4 gevallen wordt de schuld afbetaald, in 2 gevallen
zijn de huurders zelf vertrokken en in 4 gevallen
moesten de huurders met assistentie van den deur
waarder worden uitgezet.
een overzicht van het aantal wo
ningen, gezinnen, bewoners enz. naar
de complexen aan het einde van het jaar.
Tabel II overzicht der huurinning 1945.
Tabel III overzicht der huurinning in de jaren 1941
t./m. 1945.
Tabel IV geeft enkele vergelijkende cijfers betref
fende Gemeente- en vereenigingswo-
ningen.
Tabel V overzicht van de onderhoudskosten en
onderhoudsreserve.
Algemeen overzicht.
Op 1 Januari 1945 bedroeg het aantal in het
belang der volkshuisvesting gebouwde en ver
bouwde Gemeentewoningen 7 850, benevens 103
winkelwoningen, 4 winkels en 152 pakhuizen, werk
plaatsen en stallen. Op 31 December 1945 waren
er 7 786 woningen, 103 winkelhuizen, 4 winkels en
152 pakhuizen, werkplaatsen en stallen. De 64 door
bominslag verwoeste woningen in Duindorp zijn in
de volgende tabellen, als zijnde niet in exploitatie,
niet opgenomen.
Tabel I geeft
Samenstelling van het Bestuur.
Tot 6 Mei kwam in den bestaanden toestand
geen wijziging. Het dagelijksch bestuur bestond uit
den Wethouder voor Openbare Werken, Ir. O. E.
Ridder van Rappard, ambtshalve voorzitter, het
gedelegeerd lid Ir. H. E. Suyver, M. Berg, inspec
teur le klasse ter Gemeentesecretarie, als ver
tegenwoordiger van den Wethouder van Sociale
Zaken en mej. Mr. A. C. Stas, secretaresse.
Met ingang van 6 Mei trad het door den be
zetter ontslagen College van Burgemeester en Wet
houders weer in functie met den heer M. Vrijen
hoek als Wethouder voor Stadsontwikkeling, Volks
huisvesting, Openbare Werken en Wederopbouw.
Deze werd bij Raadsbesluit van 19 November 1945
als Wethouder opgevolgd door Ir. L. J. M. Feber.
Op 20 Juli kwam voor de eerste maal na de
bevrijding het oude dagelijksche bestuur zij het
zonder officieele benoeming bijeen, met den
heer M. Vrijenhoek, voorzitter, Ir. H. E. Suyver,
gedelegeerd lid, Ir. P. Bakker Schut, mevr. A. A.
Tromp-Huisken, den heer P. Stegman, leden en
mej. Mr. A. C. Stas, secretaresse.
Alle leden van het bestuur hadden in 1942 hun
functie neergelegd. In de vergadering van den
Gemeenteraad op 3 December 1945 werden drie
Raadsleden aangewezen om zitting te nemen in het
algemeene bestuur van „Centraal Woningbeheer",
t.w. mej. N. Ongerboer en de heeren J. W. van den
Akker en W. F. van Niekerk.
Werkwijze. 4
In tegenstelling met de gevolgde werkwijze voor
de bevrijding, toen het gedelegeerd lid de loopende
zaken afdeed, vergaderde na de bevrijding het
dagelijksch bestuur vier maal.