I
I
I
I
I
I
I
I
I
r
4
VERSLAG GEMEENTELIJKEN DIENST VOOR DEN WEDEROPBOUW
’s-Gravenhaga, 20 Mei 1946.
bestaan herhaaldelijk te bevoegder plaatse aan op
het voeren van een loonpolitiek, welke het streven,
om het reeds te geringe aantal bouwvakarbeiders
te ’s-Gravenhage te behouden, niet zou doorkruisen.
De directeur,
P. BAKKER SCHUT.
Personeel,
Aangezien de instelling van den Dienst uitslui
tend beoogt coördinatie en supervisie, doch door
hem geen werken worden uitgevoerd, stond van
den aanvang af op den voorgrond, dat de omvang
van het te werk te stellen personeel zeer beperkt
zou zijn.
Het bjj den Dienst werkzame personeel bestond
op 31 December 1945 uit 2 vaste en 5 tijdelijke
ambtenaren, waarvan 2 gedetacheerd.
Huisvesting.
Achtereenvolgens werd kantoor gehouden in het
Stadhuis aan de Groenmarkt tot 1 September 1945;
in het gebouw van de Raadszaal aan de Javastraat
26 tot 5 November 1945 en sedert laatstvermeld
tijdstip in het perceel Lange Voorhout 50.
werk te verrichten was. In verband daarmede
werden in de maand October door den Dienst
etappen ondernomen, om tot de inschakeling van
Amsterdamsche vakarbeiders bij-den wederopbouw
te ’s-Gravenhage te geraken.
Juist op het oogenblik, dat de besprekingen
daaromtrent tot een resultaat hadden geleid en
de medewerking van de Nederlandsche Spoorwegen
was verkregen voor het vervoer dezer arbeiders,
bleek de vraag naar geschoolde arbeidskrachten
■weer in aanzienlijke mate te dalen, hetgeen was
toe te schrijven aan de groote financieringsmoei-
Ijjkheden, welke voor aannemers en particuliere
opdrachtgevers, mede ten gevolge van geld-
saneeringsmaatregelen, groote stagnatie teweeg
brachten.
In verband daarmede moest van de inschakeling
van arbeiders uit andere plaatsen voorloopig
worden afgezien. Te verwachten valt evenwel, dat
het probleem van het tekort aan vakarbeiders
zich binnen afzienbaren tijd, zoodra materiaal-
moeilijkheden en finaneieele moeilijkheden zullen
zijn opgelost, opnieu-w en dan wellicht in ver
sterkte mate zal voordoen.
De Dienst volgt daarom regelmatig en nauw
keurig de verhouding tusschen vraag en aanbod
van arbeidskrachten te ’s-Gravenhage en drong
gedurende den nog slechts korten tijd van zijn