21
VERSLAG van het Gemeentelijk Vestigingsbureau van ’s-Gravenhage
over het jaar 1945.
DIRECTIE.
INLEIDING.
Het jaar 1945 begon voor het Bureau onder de
ongunstigste omstandigheden. De steeds talrijker
wordende luchtaanvallen, de ontijdig ontplofte
V-projectielen en het bombardement van het
Bezuidenhoutkwartier op 3 Maart veroorzaakten
groote verwoestingen aan woningen. De slachtoffers
van de bombardementen moesten zoo goed mogelijk
aan een andere huisvesting worden geholpen, ten
gevolge waarvan de werkzaamheden van het Bureau
aanmerkelijk toenamen.
Onmiddellijk na de bevrijding werd een aanvang
gemaakt met voorbereidingen voor de re-evacuatie
binnen de vesting Clingendaal, terwijl eerst in Juli
met de eigenlijke re-evacuatie kon worden begonnen.
De woningposi ie werd van 1 Juli af practisch be-
heerscht door het Bureau Afvoer Regeerings-
Apparaat (B.A.R.A.).
De vordering van de Gemeente op de afdeeling
Financieele Afwikkeling Evacuatie 's-Gravenhage
van het C.B.V.O. bedroeg per 1 November 19 *5
f 3.394.492,58.
c. Afwikkeling loonadministratie.
Het personeel werd met ingang van 1 November
1945 niet meer betaald door de Gemeente. Een
overgroot gedeelte van het personeel ontving
echter salaris bij vooruitbetaling per maand en had
dus wedde ontvangen over November 1945. Deze
De heer H. M. P. Hendriks, die op 15 November
1944 tot directeur werd benoemd, kwam ten ge
volge van het bombardement van 3 Maart om het
leven. Hierna trad de heer C. L. M. Taverne lijde
lijk als waarnemend directeur op. Op 9 April werd
de heer J. L. Wissenburgh tot directeur benoemd,
die, onmiddellijk na de bevrijding, om politieke
redenen door den Burgemeester werd geschorst.
Op 7 Mei werd Ir. J. F. van Hoytema als zijn op
volger benoemd en werd de naam van het Bureau
veranderd in Gemeentelijk Vestigingsbureau. Deze
naamsverandering sproot voort uit de omstandig
heid, dat het Bureau, afgezien van de financieele
afwikkeling, zich thans voornamelijk zou bezighou
den met vestiging en verhuizing binnen de Ge
meente en de naam Bureau Financieele Afwikke
ling Evacuatie-Aangelegenheden in de bezettings
jaren een niet bepaald gunstige reputatie had
verworven.
Op 20 Augustus ging Ir. J. F. van Hoytema met
ziek everlof en benoemden Burgemeester en Wet
houders de heer P. C. Wesseling, referendaris,
hoofd van de afdeeling „Bevolking, Verkiezingen
en Burgerlijke Stand" der Gemeentesecretarie tot
wnd. directeur, de heer C. D. W. van Schaïck,
referendaris afdeeling „Bevolking, Verkiezingen en
Burgerlijke Stand" der Gemeentesecretarie tot wnd.
adjunct-directeur en de heer M. H. A. Schmit,
adjunct-accountant bij den Gemeentelijken Accoun
tantsdienst, tot administrateur.
Bij Koninklijk Besluit van 13 October 1945 (No.
F 229), in werking getreden op 29 October 1945,
houdende vaststelling van het Vorderingsbesluit
dienst- en woonruimte te 's-Gravenhage en om
geving, werd als onderdeel van het Centraal Bu
reau Verzorging Oorlogsslachtoffers (C.B.V.O.) een
Centraal Bureau voor de Huisvesting te 's-Graven
hage en omgeving ingesteld, ten gevolge waarvan
het Gemeentelijk Vestigingsbureau ophield te
bestaan.
Voor de afwikkeling van de zaken van het Ge
meentelijk Vestigingsbureau stelden Burgemeester
en Wethouders een Liquidatie-Commissie van het
Gemeentelijk Vestigingsbureau in, die uit de vol
gende heeren bestond: P, C. Wesseling, C. D. W.
van Schaïck en J. B. de Jongh, toekomstig direc
teur van het Centraal Bureau voor de Huisvesting.
Op 1 November 1945 kwam de overdracht to.
stand. De afdeeling Woningzaken en de daarmede
verband houdende werkzaamheden werden over
genomen door het Centraal Bureau voor de Huis
vesting te 's-Gravenhage en omgeving, terwijl het
Centraal Bureau Verzorging Oorlogsslachtoffers,
afdeeling Financieele Afwikkeling Evacua.ie 's-Gra
venhage onder leiding van den heer J. G. M. van
Beukering, met de financieele afdeeling werd belast.
Per 1 November stelde de Liquidatie-Commissie
een Bureau in onder leiding van den heer P. A.
Frequin, administrateur van den Dienst voor
Schoone Kunsten, voormalig chef van de afdeeling
Comptabiliteit en personeels-administratie van het
Gemeentelijk Vestigingsbureau. Het Bureau belastte
zich, onder toezicht van de Liquidatie-Commissie,
met de afwikkeling.
De taak van het Bureau bestond uit de volgende
aangelegenheden.
a. De regeling van het overnemen van het perso
neel door het Rijk.
Behoudens de van Gemeentewege gedetacheerde
ambtenaren bestond het personeel uit arbeidscon-
tractanten, die met ingang van 1 November 1945
moes en worden ontslagen, afgezien van het feit,
of zij al dan niet door het Rijk zouden worden
overgenomen, waarvoor 450 ontslagbrieven moes
ten worden uitgezonden.
b. Het overnemen van de loopende financieele
zaken door het Rijk.
Hoewel het C.B.V.O. per 1 November 1945 alle
betalingen overnam had de Gemeente bij wijze van
voorschot uitgaven gedaan, die, hetzij van het
C.B.V.O., hetzij van derden dienden te worden
teruggevorderd, terwijl tevens de overneming van
girorekeningen en kassaldo moest worden geregeld
met de daaraan verbonden financieele conse
quenties. v