Mijne Heer en, Wij hebben de eer U hierbij ons Verslag over den toestand en de verrichtingen onzer Vennootschap over het jaar 1945, zoomede de Balans en de Verlies- en Winstrekening, afgesloten per 31 December 1945, ter goedkeuring aan te bieden. ALGEMEENE TOESTAND. Het boekjaar ving aan in de donkerste dagen van den tijd der Duitsche bezetting, in een periode, waarin de vennootschap, o.m. uit financieel oog punt, den moeilijksten tijd doormaakte sinds haar oprichting. De stib legging van vrijwel het geheele vervoer, welke op 17 November van het vorige boekjaar aanving, heeft zich voortgezet tot ca. een maand na de bevrijding. Met uitzondering van het technisch personeel, het grootste deel van het kantoorpersoneel en enkele kleine groepen, welke buiten het bedrijf tewerk konden worden gesteld, kon het personeel, als gevolg van deze stillegging, niet in de gelegenheid gesteld worden arbeidsprestaties te leveren. In de eerste maanden van het boekjaar werden een groot aantal gevorderde motor- en aanhangwagens door de Duitsche bezetting naar Duitschland afgevoerd. Op 22 Februari werd, bij een bombardement, aan het hoofdkantoor-gebouw zooveel glasschade aangericht, dat, mede met het oog op het levensgevaar, besloten moest worden dit kantoor te ontruimen en de administratieve afdeelingen tijdelijk onder te brengen in de kantoorlokaliteiten van den technischen dienst aan de Lijsterbes straat en in de Remise Frans Halsstraat. De oud-Chef van Beweging, de Heer R. Huisman Sr., die, hoewel gepensionneerd zijnde, zijn zeer gewaar- deerde diensten aan het bedrijf verleende, werd door dit bombardement, tijdens de uitvoering van zijn kantoorwerkzaamheden, door een bomscherf doodelijk getroffen. Het bedrijf heeft in den Heer Huisman een hoogst verdienstelijken oud-hoofdambtenaar verloren. Het groote bombardement op 3 Maart veroorzaakte ernstige schade aan sporen, bovenleiding en andere eigendommen van de Maatschappij zoowel op het stadsnet als op de buitenlijnen. Bovendien werd op 22 Maart de tramremise aan den Harstenhoekweg te Scheveningen en het daarin aanwezige rollend mate rieel vrij ernstig door bommen beschadigd. Onmiddellijk na de bevrijding werden de reeds getroffen voorberei dingen tot herstel van de sporen en bovenleiding op stads- en buitenlijnen met kracht tot uitvoering gebracht, zoodat op 11 Juni de tramdienst, hoe wel, als gevolg van de geringe toewijzing van electrischen stroom, op beperkten schaal, uitsluitend op werkdagen, kon -worden hervat op een aantal stadstramlijnen, op de volledige Delftsche en Voorburgsche lijn en op een gedeelte van de Leidsche lijn. Bij de hervatting van den tram dienst waren voor de stadslijnen 81 motor-wagens en 144 aanhangwagens en voor de beide buitenlijnen 36 motorwagens en 27 aanhangwagens in rijvaardigen toestand beschikbaar. Het bedrijf beschikte echter over geen enkele rijvaardige autobus, terwijl, tengevolge van de omstandigheid, dat op de autobusgarage met werkplaats aan den Viaductweg tot begin 1946 beslag werd gelegd door het Militair Gezag, er tot het einde van het boek jaar geen mogelijkheid bestond de enkele nog aanwezige en in den loop van het jaar uit de verschillende opslagplaatsen voor oorlogsmateriaal teruggehaalde autobussen te herstellen, zoodat de dienst op de autobus lijnen in dit verslagjaar nog niet kon worden hervat. Het gevolg van den

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 229