VERSLAG van den Gemeentelijken Dienst van Haven- en Marktwezen te ’s-Gravenhage over het jaar 1945. •"■'■"'■'I"1!111 i. A. HAVENDIENST. I. PERSONEEL. II. VISSCHERSHAVEN. 1 Bestuur. Tot 6 Mei werd het beheer van den Dienst inge volge de Verordening No. 152 van 1941 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied waargenomen door den Burgemeester. Met ingang van 6 Mei trad het door den bezetter ontslagen College van Burgemeester en Wethouders weer in functie met den heer Mr. Dr. S. de Vries Czn. als Wethouder voor de Bedrijven. Deze werd opgevolgd door Dr. B. van den Tempel, die bij Raadsbesluit van 19 November 1945 tot Wethouder werd benoemd. In de vergadering van den Gemeenteraad op 3 December d.a.v. werden de verschillende Raads- commissiën gekozen, w.o. de Commissie van Bij stand voor het Haven- en Marktwezen, bestaande nit de heeren C. P. Damme, W. den Duik Jaczn., P. P. J. Metscher, L. H. J. Klinkenbergh, Dr. E. J. Tobi en H. Neuteboom, onder voorzitterschap van Wethouder Dr. B. van den Tempel. Maanden 1945 Mei Juni Juli Augustus September October November December Na de bevrijding werden de twee tijdelijk be noemde controleurs, die door het N.S.B.-Gemeente- hestuur aan den bjj den Dienst geplaatsten chef van de afd. „Inspectie en eontröle” waren toege voegd, ontslagen. Een dezer controleurs werd tegelijk met zijn chef gearresteerd en is nog ge detineerd. Eenzelfde lot onderging de onderhavenmeester van de Visschershaven te Scheveningeu; ook deze bevond zich aan het einde van het verslagjaar nog in arrest. Toen op 1 November de door de Reedersvereeni- ging „Scheveningen” geëxploiteerde Vischafslag te Scheveningen onder het beheer van den Dienst werd geplaatst, werd het daar werkzaam1 zijnde personeel voorloopig in tijdelijk verband overge nomen. Dit bestond uit: 1 kassier B, 1 administratief ambtenaar C, 2 administratieve ambtenaren A, 1 schrijver le klasse, 5 schrijvers 2e klasse, 1 halchef, In de haven lagen op 31 December 1945 35 motor loggers, 14 groote en 95 kleine kustvisschersvaar- tuigen, 1 baggermolen, 1 zandzuiger, 2 onderlossers, 1 logger met zandstraalinrichting, 1 motorredding- boot, 1 sleepboot, 1 jacht. Van deze vaartuigen be hoorden 2 groote en 44 kleine in andere havens thuis. In 1945 kwamen 5 716 vaartuigen binnen met een inhoud van 292 544 m3 tegen 6 563 vaartuigen met een inhoud van 382 822 m3 in 1944. Op 1 Januari 1945 waren van de Scheveningsehe loggervloot nog slechts 4 schepen in de haven, waarvan 1 op de helling. De overige waren door de Duitsche bezettingsmacht gevorderd en naar het buitenland gevoerd. Na de bevrijding echter kwamen geleidelijk vaartuigen terug, zoodat de vloot op 31 December 1945 bestond uit 45 motor loggers en 3 stoomloggers, hierbij gerekend die, welke in andere havens lagen. Verscheidene van deze vaartuigen, die door de Duitsehers in verband met de oorlogvoering waren ingericht, konden na de noodzakelijke voorzieningen nog in het verslagjaar aan de visscherij deel nemen. Tot ultimo December werden 646 vaartuigen naar de Visschershaven geschut met een gezamenlijk laadvermogen van 26 959 ton, tegen 1 755 met een laadvermogen van 195 414 ton in 1944. Geschut uit de Visschershaven werden 571 vaartuigen tegen 1 927 in 1944. Gemiddelde besom ming per reis. f 1.491,08 5.144,77 11.104,57 8.930,25 5.541,76 8.119,90 1 controleur A en 7 werklieden. Aan het einde van het verslagjaar waren 48 personen vasten, 24 in tijdeljjken en 23 in lossen dienst aan het Haven- en Marktwezen verbonden. fe Scheepvaart. In de haven lagen op 1 Januari 1945: 4 motor loggers, 8 groote en 25 kleine kustvisschersvaar- tuigen, 1 baggermolen, 1 zandzuiger, 2 onderlossers, 1 logger met zandstraalinrichting, 1 motorredding- boot, 2 casco’s, 1 motorsloep van de Duitsche be zettingsmacht. Hiervan stonden op de helling: de motorlogger SCH 5. de motorbotters RO 40 en SC’H 51. In de haven lagen gezonken 7 schepen. Trawl visscherij. Onmiddellijk na de bevrijding werd, zij het dan ook met veel moeite, met het herstellen en uitrusten zoowel van de hier nog aanwezige schepen, als van die welke in den loop van het jaar uit Duitschland terugkeerden, een begin gemaakt. In totaal hebben 14 motorloggers en 2 stoomvaar- tuigen deze visscherij uitgeoefend; deze vaartuigen maakten 99 reizen op deze haven. Daarbij voer nog een aantal motorschokkers uit Scheveningen en andere plaatsen, zooals Goeree, Stellendam enz., eveneens op de Scheveningsehe haven. De reizen waren verdeeld als volgt: Aantal reizen loggers. 8 18 34 30 8 Zooals uit vorenstaande blijkt, is de trawlvis- scherij gedurende het verslagjaar buitengewoon gunstig geweest, hetgeen te danken is aan de uit zonderlijk groote vangsten en de hooge prijzen, die voor de viseh waren vastgesteld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 263