5
J?',
VERSLAG VAN DEN CRISIS- EN DISTRIBUTIEDIENST.
I
I
voor de bevolking van West-Nederland
verblijdende bericht kwam eehter op 25
1945, toen het Geallieerd Opperbevel zich
Alkmaar, Bergen; bjj Haarlem, Vogelenzang en
verder nog plaatsen in de buurt van Gouda, Hil
versum, Utrecht en Rotterdam.
Omtrent de distributie van de aangevoerde le
vensmiddelen in ’s-Gravenhage en de randgemeen
ten moge het volgende dienen.
Ten aanzien van de biscuits werd besloten deze
af te leveren bij 25 groote bakkerijbedrjjven, welke
op hun beurt voor de distributie over circa 200
winkels hun normale verkooppunten zouden
zorgdragen. Dit besluit viel op 12 Mei om vier uur
en binnen het uur werd de eerste 20 ton afgeleverd.
Den geheelen nacht ging men door met de be
voorrading en toen op Zondagmiddag 13 Mei om
drie uur gemeld kon worden, dat er in alle zaken
voldoende voorraad was, werd een bon bekend ge
maakt en gingen verscheidene winkels open.
Zoo kon nog dien zelfden dag een deel der be
volking de biscuits in ontvangst nemen.
Eveneens dien Zondag besloot men om voor de
distributie van blikvleesch en vet de slagersorga-
nisatie, omvattende 400 winkels, in te schakelen,
terwijl de expeditie zou worden overgelaten aan
een plaatselijken vleesehexpediteur.
Het Openbaar Slachthuis aan de Laakhaven
werd als Centraal Magazijn uitgekozen. De Plaat
selijke Toewijzingscommissaris nam als agent van
het C.N.V. het beheer der voorraden vleesch en
vet op zich. Wat niet onmiddellijk van het schip
naar de uitdeelposten verzonden kon worden, werd
daar in geschikte gebouwen opgeslagen, direct
bereikbaar voor den expediteur zonder dat dit
den algemeenen gang van zaken zou storen. Een
rationeel gebruik van de ter beschikking staande
43 3-tons vrachtwagens werd hierdoor bevorderd
en zoo konden volle trucks uitgezonden worden,
welke slechts aan één adres hun goederen behoef
den te lossen.
Artikelen, zooals suiker en chocolade, zouden ver
krijgbaar worden gesteld bij de 152 zg. Roode-Kruis-
winkels, die reeds uitstekende diensten hadden be
wezen bij de verspreiding van de Zweedsche gaven.
De vele uitreikingen maakten spoedig een einde
aan den ergsten nood. „Nood” is werkelijk niet te
veel gezegd. Een man, die normalen arbeid ver
richt, heeft per dag een voedingswaarde van
2 50(1 a 3 000 calorieën noodig. Op papier werden
de laatste weken voor de bevrijding per dag per
hoofd de 550 calorieën gehaald. In feite bereikte
men dit uiterst sobere peil eehter nooit, daar een
deel der aangewezen bonnen, o.a. dat voor aard
appelen, niet gehonoreerd werd.
Wel trad er onder den invloed van de „air
droppings” in de week van 613 Mei eenige ver
betering in. Ook toen kon echter nog maar een
waarde van 1100 calorieën aan de ^eftijdsgroepen
van vijf jaar en ouder worden toegewezen.
Spoedig nadat het C.N.V. optrad, steeg het peil
tot het geprojecteerde niveau van circa 2000 calo
rieën en het mocht zelfs gelukken om sedertdien
voortdurend daarboven te blijven. Gedeeltelijk
werden hiervoor „Shaef”-goederen gebruikt, gedeel
telijk producten van eigen bodem of uit het bui
tenland, daartoe door onze Regeering aangekocht.
Artikelen als aardappelen, versche melk en kaas
kwamen via de bestaande bedrijfsorganen bjj de
detaillisten. De overige artikelen passeerden alle
Het
meest
April
tot de bevolking van dit gebied richtte met de
verlossende mededeeling, dat vliegtuigen van al
lerlei typen, voornamelijk echter zware bommen
werpers, voedselpakketten boven de hongerende
gebieden zouden afwerpen. Terwijl de aanvoer van
voedsel door de lucht begonnen was, bereikte het
Geallieerd Opperbevel met de Duitsche bezettings
macht in Nederland overeenstemming omtrent
verderen aanvoer, ook over zee en over land. De
Duitschers zouden de haven van Rotterdam voor
schepen met levensmiddelen openstellen en de
Duitsche delegatie, welke met Lt. Gen. Smith,
Prins Bernhard en een Russische Generaal onder
handelde, werd verplicht om ook een hoofdver
keersweg voor het transport vrij te maken. Voor
het vervoer van levensmiddelen zouden ook bin
nenvaartschepen worden ingeschakeld.
De Regeering drong er op aan, dat alle binnen
vaartschippers en sleepbootkapiteins zich ten
spoedigste ter beschikking van de voedselcommis-
sarissen zouden stellen, daar hun hulp onontbeer
lijk was. Al heel spoedig gaven de Duitschers toe
stemming tot het afwerpen van voedselpakketten,
mits dit beperkt zou blijven tot vier plaatsen en
de vliegtuigen een door hen aan te geven route
boven een door hen vastgesteld gebied zouden
volgen. De afgeworpen goederen mochten uitslui
tend verzameld en verdeeld worden door het Rijks-
bureau voor Voedselvoorziening in Oorlogstijd.
Deze condities werden op 26 April via een onder-
grondsche zender aan het Geallieerde Opperbevel
doorgegeven, waarna bericht werd ontvangen, dat,
van 29 April af, op de aangewezen terreinen tus
schen 8 uur ’s morgens en 7 uur ’s avonds circa
600 ton zouden worden afgeworpen.
Op 30 April werd te Hoevelaken tusschen de
Geallieerden en de Duitschers overeengekomen, dat
het aantal afwerpplaatsen tot tien zou worden
uitgebreid; de hoeveelheid zou gedurende een week
1500 ton per dag bedragen, neer te laten tusschen
acht en drie uur.
Reeds in den vroegen ochtend hadden de Duit
schers alle terreinen volledig afgezet en waren
luchtafweer, anti-tankgeschut en troepen ter plaat
se voor het geval de air-dropping toch nog eens
een krjjglist van de geallieerden zou blijken te
zjjn. De „Grüne Polizei” verzorgde de bewaking
en de „Sicherheits Dienst” spiedde rond of
er wapens of andere contrabande uit de
lucht zouden komen vallen. Het optreden van de
S.D. was aanvankelijk scherp, maar verslapte
gaandeweg; troepen en geschut verdwenen reeds
den eersten dag. Hier en daar werd van de zijde
van den bezetter medewerking ondervonden. Zoo
haalden op Duindigt, de Wassenaarsche Renbaan,
sommige soldaten vrijwillig goederen uit het mij
nenveld, maar andere beijverden zich daarentegen
om met de pakketten, die ver buiten het terrein
terecht waren gekomen, te doen wat een jaren
lange routine hun had geleerd.
De door de Duitschers gemaakte keuze der af-
werpterreinen was in het algemeen niet slecht.
In de omgeving van Den Haag had men behalve
Duindigt, het vliegveld Ypenburg aangewezen, bjj
Amsterdam, Schiphol; bij Leiden, Valkenburg; bjj