I
I
'i
I
4'
sfi
ai
I
VERSLAG van de Gemeentelijke Leen- en Voorschotbank te 's-Gravenhage
over het jaar 1945.
g|
9MDH^RBKESHH|
2. PERSONEEL.
Op 31 December waren, behalve de directeur, aan
het bedrijf verbonden: 18 ambtenaren, 2 werklieden,
1 werkvrouw en 1 min-valide werkkracht.
Het aantal ziektedagen van het personeel was in
het verslagjaar buitengewoon groot en bedroeg
l 447, tegen gemiddeld 300 in vorige jaren.
3. GEBOUWEN.
Op 31 December waren in gebruik: Westeinde 40
(hoofdkam
Koningin
bardstraat 2 (bijkantoor B), Nieuwe Havendwars
straat 2 (bijkantoor E).
4. ZAKELIJK OVERZICHT.
Krachtens besluit van den Minister van Binnen-
landsche Zaken komt de naam der Bank voor op
de lijst van Instellingen van Openbaar Nut, bedoeld
in art. 123 van de Ambtenarenwet 1929.
In verband met de geldzuivering zijn van 26
September t./m. 14 October 1945 geen leeningen
verstrekt. De uitbetaling van de voorschotten op
de pensioenen kon reeds 4 October w'orden hervat.
Bjj besluit van den Minister van Financiën van
19 September 1945, No. 136 Generale Thesaurie, af-
deeling „Geldwezen”, is de Bank aangewezen als
kantoor, alwaar houders van geldkaarten van 26
September tot en met 2 October 1945 hun buiten
omloop gestelde bank- en muntbiljetten en zilver-
bons konden inleveren.
Hiervan is gebruik gemaakt door 1644 personen,
tot een bedrag van f 196.005,De terugbetaling
van dit bedrag aan het publiek is eveneens door
de Bank verzorgd.
mmm
tomj. Westeinde 42 (afd. Geldleeningen),
flBnrakade 3 (bijkantoor A), Korte Lom-
ContrOle.
De inspecteur heeft regelmatig controle uitge
oefend op den aanwezigen voorraad goederen en
gelden in de bijkantoren. De door de beheerders
dier kantoren gedane taxaties zijn regelmatig door
hem gecontroleerd.
1. BEHEER.
Op grond van art. 3 der Verordening No. 152
van 1941 van den Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlaudsche gebied nam tot 6 Mei de Burge
meester het beheer van de Gemeentelijke Leen- en
Voorschotbank waar. Met ingang van 6 Mei trad
het door den bezetter ontslagen College van Burge
meester en 'Wethouders weer in functie met den
heer Mr. Dr. S. de Vries Czn. als Wethouder voor
de Gemeentebedrijven. Deze werd opgevolgd door
den heer Dr. B. v. d. Tempel, die bij Raadsbesluit
van 19 November 1945 tot Wethouder werd be
noemd. In de vergadering van den Gemeenteraad
op 3 December d.a.v. werden de verschillende
Raadscommissiën gekozen. Voor de Gem. Leen- en
Voorschotbank bestond deze uit de heeren F. A.
Hakkaart, H. Neuteboom, P. Schotte en Dr. E. J.
Tobi, terwijl de heer Dr. B. van den Tempel als
voorzitter optrad.
Hett. secretariaat was opgedragen aan den heer
Mr. W. F. K. Cost Budde, referendaris, chef van
de afdeeling Openbare Werken en Bedrijven der
Gemeentesecretarie.
Exploitatieuitkomsten.
Ook in 1945 was de crodietbehoéfte gering, zoo-
dat de omzetten der Bank steeds verder daalden.
In de laatste maanden van het verslagjaar kwam
hierin een lichte verbetering.
De omzet, die in 1939 f 2.078.424,90 bedroeg, beliep
in 1945 f 934.475,97.
De voorraad goederen van de afdeeling „Pand
huisdienst”, op 31 December 1939 groot 38 443 pan
den, met f 542.700,25 kapitaal, liep tot 30 September
1945 terug tot 2131 panden, met een kapitaal van
f 116.352,25. Op 31 December 1945 bedroeg de voor
raad 2 973 panden, met f 139.339,50 kapitaal.
Eind 1945 begonnen de geëvacueerde personen,
die hun inboedels aan de zorgen der Bank hadden
toevertrouwd, de goederen terug te halen. Al deze
personen waren vol lof over de wjjze, waarop voor
hun kostbaar meubilair was gezorgd.
In 1945 zijn geen openbare verkoopingen ge
houden. De winkel is het geheele jaar gesloten
geweest.
In November 1945 is een begin gemaakt met het
verstrekken van consumptief crediet aan hen, die
daarvoor door Nederlands Volksherstel waren aan
gewezen, ten einde hen in staat te stellen zich van
het allernoodigste voor wat betreft kleeding enz.
te voorzien. In verband hiermede is de omzet van
de afdeeling „Geldleeningen op schuldbekentenis”,
in vergelijking met 1944, in 1945 rond f 84.000,—
hooger. In vergelijking met 1939 bleef de omzet in
1945 rond f 186.000,lager.
Aan oninbare posten is per 31 December 1945 een
bedrag van f 195,afgeschreven, waarvan ten
laste van de rekening „Risico-premie”, f 185,en
ten laste van de rekening „Onvoorzien”, f 10,—.
De Exploitatierekening sloot met een nadeelig
saldo van f 80,991,27. De raming bedroeg f 82.600,
Commissie van Advies, bedoeld in art. 22 bis
van het Bankreglement.
In de eerste vergadering der Commissie van
Advies in bevrijd Nederland op 14 Mei 1945 is de
heer W. C. A. Riem Vis, die na de bevrijding direct
in zijn functie van directeur van den Gemeente
lijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon
werd hersteld, wederom ambtshalve als voorzitter
opgetreden, in de plaats van den N.S.B.-er, B. Th.
Avenarius.
Overigens is in de samenstelling der Commissie
geen wijziging gekomen.