I 1 ld i a 5 tt 1 SE 1 3 11 Hls liili II! I|i ÏM h| ggg 5d is> ffl !i' O a bó£, ■ss-s 8|I ’il is$ «ts si» isi s 3 3 I s 0 s s Biï SS I I I I I I I I •a 1 I CO co cc 00 1 I g T g S i 3 •<- 8 *8 F L L L L L L L l I* f of ao vh ©T 40 I l©0©04©’- r- *o co 2l?.M I. L L L1 l L L i“ r ad' eo~ 40 L l L L L L L L ^©'©'r^co'©'^© •oeoeo©©40©© CO'^©©O400’<fCO O3O4©r4©464d© CC-’^CCO’J'CN CO T»< rf «t-l C C E e e r I I I I I I I I S' IJ I I I I I I ^^©•■^©40©© ioaov-«©40©04ao co o ao o 040Ï40t^v-<TH©M' W'^co©©T-«’^oa Is 3§ S-S E 4 VERSLAG VAN HET BUREAU VOOR WERKLOOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING. 5 VH *o 00 B 5 a s 40 CO O1 s a S 5 i o 44 e® 5 rHb-r#*©©-^-*© looo^ojio-^eoco CO^CO^q^GOt’ ©©□□©©cóióaó cQM’tot'-cot'-t'-r- i I »o co r~ «o vm I I CO rH 04 -w o r— CT tJ* 40 ifi iQ t» CO fi e 40©©©©CQaOCO r-©rf©©©r^r- ,-t rH CO »O O b« O -fXHOJCOr-lH^ H H rH a 5 8 £5 '3 ■o S F 1 2 'S T> g O -— >n co r- ao *o r- cO’^eo<x>O4t'-aicc ©©©•^©cócóeo eO’-tt-©^©©© oi os co co (N eo co 40©M‘04©©CO’*$< r- ao «o ©r-«CQ©©T-(v-<r- r-fOOCO<0©©C»O4 T—1 T—V-< V-1 04 •ga 8* o ’>4 04 00 40 - M CC CW rf i I OO M» t'- 00 04 »o có 04 T-( T-r-T-< lg§ lil B O r*4T m SS s bfi ff ll o o 1-4 bü M •§8 .8.2 .8.0 gH ^'S'S' 'O i? H 0 o E Q 5®8 fcE ïg 'fi u= o Werkloozenzorg van advies zou kunnen dienen bij de vaststelling van de loonnonnen. De commissie werd als volgt samengesteld: Lid-voorzitter: R. P. Baas, directeur van het Gemeentelijk Bureau voor Werkloozenzorg; Leden: J. J. van Langen, vertegenwoordiger van den Haagschen Bestuurdersbond; J. W. van den Akker, vertegenwoordiger van den Nederlandschen Roomsch-Katholieken Volksbond, afdeeling Den Haag; H. R. Plomp, vertegenwoordiger van den Haagschen Christelijken Besturenbond; Secretaris: M. W. van Daalen, adjunct-commies bij het Gemeentelijk Bureau voor Werkloozenzorg. De Commissie ging onmiddellijk met grooten spoed aan het werk en stelde in korten tijd voor een twintigtal groote groepen arbeiders nieuwe loonnormen vast, grootendeels steunend op de gewijzigde collectieve loonovereenkomsten. Bij circulaire van het Ministerie van Sociale Zaken d.d. 29 September 1945 nr. 1129 A afd. S.B. werd bepaald, dat in den vervolge de uitkeering krachtens de overbruggingsregeling aan een abso luut maximum zal zijn gebonden. Dit maximum is voor gehuwden en kostwinners gesteld op f 30, voor alleenwonenden, kostgangers en thuiswonen den f 26,Voorts werd bij circulaire van het Ministerie van Sociale Zaken d.d. 26 November 1945, nr. 21129 A., afd. S.B. medegedeeld, dat onmiddellijk ingaande de volgende groepen van arbeiders van overbruggingsuitkeering werden uitgesloten wegens voldoende werkgelegenheid: timmerlieden, metselaars, straatmakers, loodgieters, kappersbedienden, automonteurs, schoenmakers, drukkers, zetters. De uitvoering van de overbruggingsregeling. Deze ging, zoo kort na de bevrijding van ons vaderland, met vele moeilijkheden gepaard. De korte werktijden ten gevolge van de voedsel- schaarschte en het beneden het minimum liggende aantal beschikbare steuntechnische en contro- leerende ambtenaren bemoeilijkten een snelle hulpverleening. De herziening van de oude steunbedragen tege lijk met de uitvoering der regeling met terugwer kende kracht, eischte veel tijd. Niettegenstaande deze overstelping van werk zaamheden is het Bureau er in geslaagd alle aan vragers tijdig financieelen bijstand te verleenen. Uiteraard was gedurende de eerste weken na de bevrijding de stroom van aanvragers het grootst in verband met de repatrieering van Nederlandsche arbeiders uit Duitschland. Deze arbeiders ontvin gen allen twee weken uitkeering van Nederlands Volksherstel en werden dan naar het Gemeentelijk Bureau voor Werkloozenzorg verwezen. Thans volgen eenige statistische gegevens betref fende de mutaties in het aantal overbruggingsuit- keering-genietenden, alsmede de aan hen uitbe taalde bedragen. floeöv-t©-<-<©f4n CQ^ r-H, 04^ 4cT lo"

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 325