7 t -,- 15,30 15,30 15,30 22,90 20,70 21,30 16,70 -r i t VERSLAG VAN HET BUREAU VOOR WERKLOOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING. aan Groep A. Maand. 1945 n f 108,- |f 51,—| n n 1 1 1 2 3 5 6 3 G> middel,: bedrag p. persoon p week. Totaal aantal week- uitk. Totaal l ed rag. Totaal bedrag. Mei Juni Juli Augustus September October November December 91 68 57 43 36 28 22 50 1.165,— 928,— 793,- 565,— 462,— Groep A.Groep B. 15,- 15,- 41,— 57,— 96 15,— 102,— 2) 61,— 61,— 206,— 252,— 384,— 539,— f 1.534,— 8.952,— 3) 5.767,— 4.659,— 4.640,- 3.173,— 2.260,— 2.310- f33.295,— n n f 1.620,— n Totaal Groep A. Gemid deld aantal pers. p. week. 78 432 273 227 216 144 110 111 1 591 Groep B. Totaal aantal week uitk. Gemid deld bedrag p. week. f 1.761,- 1.442,- n n n f 1.040,— 15,’- n n f 18,60 1 7 4 4 9 12 18 32 87 üitgekeerd door den Gemeentelijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Waarvan 4 uitkeenngen ad f57,— totaal door den Gemeentelijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. 3) M aarvan 188 uitkeeriugen ad f4.831,50 totaal door den Gemeentelijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. b. Regeling der sociaal-eeonomisehe hulpver leening aan kleine zelfstandigen. Deze hulpverleening werd in het leven geroepen bij circulaire van 8 Augustus 1943, no. 11199, aid. S. van den waarnemend secretaris-generaal van het Departement van Sociale Zaken. Samenstelling adviescommissie. De ingevolge deze circulaire ingestelde plaat selijke adviescommissie was op 31 December 1945 als volgt samengesteld: Voorzitter tevens lid: R. P. Baas, directeur van het Gemeentelijk Bureau voor Werkloozenzorg en Personeelsvoorziening; Leden: M. Nolet, vertegen woordiger van het Ministerie van Sociale Zaken; Mr. J. H. J Schmidt, vertegenwoordiger van het Ministerie van Handel, Nijverheid en Scheep vaart; H. G. de Bruyn en M. Kropveld, vertegen woordigers van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zuid-Holland; Secretaris, geen lid: M. W. van Daalen, adjunct-commies bij het Ge meentelijk Bureau voor Werkloozenzorg en Per soneelsvoorziening. Bij deze hulpverleening stelt men den eisch, dat zij, die naar aard en omvang van Kun nering, am bacht of ander klein bedrijf als kleine zelfstandigen zijn aan te merken, gedurende de drie jaren, voorafgegaan aan 1 Janpari 1941 over het alge meen als zelfstandigen zijn werkzaam geweest en ten minste 2 jaar door middel van hun bedrijfje in het onderhoud van zich en hun eventueel gezin hebben voorzien. Onder de regeling vallen twee groepen van zelf standigen. Groep A: Zij, die door belemmerende omstandig heden, buiten hun schuld liggende, niet bij machte zijn hun bedrijf uit te oefenen en redelijkerwijs niet STAAT VI. Overzicht van het aantal personen, dat uitkeering ontving ingevolge de regeling hulpverleening kleine zelfstandigen, alsmede de aan hen uitgekeerde bedragen. (Afgerond op guldens.) in staat zijn te achten met dit bedrijf in het onder houd van zich en hun eventueel gezin te voorzien, ook al worden de belemmerende omstandigheden opgeheven. De onder deze groep vallende kleine zelfstan digen moeten hun bedrijfje stopzetten, vóór zij hulp van Gemeentewege kunnen ontvangen. Zij dienen zich dan bij het Gewestelijk Arbeidsbureau te laten inschrijven en worden dan in beginsel opgenomen in de Rijkssteunregeling, voor zoover het vrije bedrijf of de werkverruiming hen niet meer kan opnemen. Voorts dient de mogelijkheid tot omscholing te worden nagegaan. Groep B: Zij, van wie redelijkerwijs verwacht kan worden, dat zij door verleening gedurende een zekeren tijd van een periodieken geldelijken over- bruggingssteun in zoodanigen staat gebracht kunnen worden, dat zij weder met het kleinbedrijf in het onderhoud van zich en hun eventueel gezin zelf standig kunnen voorzien, zoodra de belemmerende omstandigheden, welke buiten hun schuld liggen, zullen zijn opgeheven. De tot deze groep behoorende zelfstandigen kunnen in beginsel voor een periodieke tegemoet koming in de kosten van levensonderhoud in aan merking komen. Deze hulp bedraagt in den regel het bruto steunbedrag, dat zij zouden kunnen ont vangen, indien zij in de Rijkssteunregeling waren opgenomen, plus 50 pCt. bijslag Bovendien werd in de vergadering der Com missie van 1 Mei 1945 besloten in alle gevallen 12)4 pCt. duurtebijslag toe te kennen. Voor de uitkeeringen aan groep A ontvangt de Gemeente 100 pCt. subsidie van het Rijk; van de uitkeering aan groep B komt 50 pCt. ten laste van de Gemeente en 50 pCt. ten laste van het Rijk. Groep B. Gemid-| deld I Gemiddeld aantal j bedrag pers, i p. week. p. week.: 20,70 21,10 20,50 21,50 22,- 20,50 »_21,— f 20,90

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 328