=1 9 VERSLAG VAX HET BUREAU VOOR WERKLOOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING. Omschrijving. 108 18 39 Hoofdarbeiders. 139 Te werk gesteld bij: 5 3 3 3 1 1 1 1 1 Totaal 398 204 109 92 68 67 59 55 8 1 1 2 3 3 Totaal 86 71 33 1 48 1 28 110 1 58 6 30 1 41 1 2 1.1 7 Groep I Groep II Groep III Groep I Groep II Groep III Groep I Groep II Groep II 2 2 2 2 2 2 Algemeen Rijksarehief Bibliotheek van het Vredes paleis Centraal Bureau voor de Sta tistiek Commissie voor Sociale Kunst opdrachten (kunstenaars) Geme entewerken Gem. Dienst voor Maatschap pelijk Hulpbetoon Stichting Nederl. Patriciaat Rijks bureau voor Kunsthistori sche en Ikonografische Docu mentatie 25 1 Jonger dan 30jaar f 35.20 29,70 26,40 78 1 1' 6 3 65 21 106| Kostwinners behoorende tot SOjaar en ouder, f 37,40 31,90 28,60 Handarbeiders armlastigen minder-validenj. a. Tyd. Gem. Dienst v. d. Teelt van Voedingsgewassen b. Gemeenteplantsoenen Waakdienst (minder-validenj. a. Gemeenteplantsoenen f 30,80 27,50 24,20 24 jaar. f 26,40 23,10 19,80 20 en 21 jaar. 18 en 19 jaar. f 22,— 18,70 15,40 waren en 27 jaar. f 29,70 26,40 23,10 23 jaar. f 25,30 22,00 18,70 Aantal te werk gestelden op 26 jaar f 28,60 25,30 22,00 22 jaar. f 24,20 20,90 17,60 van f 0,42 en op Zondagen een uurloon van f 0,52 betaald, benevens de emolumenten. Na den ge noemden datum werd het uurloon onderscheiden lijk f 0,52 en f 0,65. In tegenstelling met de arbeiders, genoemd onder a en b ontvangen de met deze waakdiensten belaste arbeiders, zulks in verband met hun hooger uur loon, geen 5 pCt. duurtebijslag. Ten behoeve van Gemeenteplantsoenen werden 207 wakers geplaatst. Op 1 Juni werd echter de bewaking van de plantsoenen stilgelegd. Dit vond zijn oorzaak in het feit, dat ten gevolge van de oorlogsomstandigheden de toestand van de plant soenen zoo slecht was geworden, dat bewaking overbodig werd geacht. Gemeentewerken liet, zooals in de afgeloopen jaren, ook in dit jaar Gemeentescholen en Ge- meentematerialen bij in uitvoering zijnde werken bewaken. Ook zijn in den waakdienst der Gemeenteplantsoenen gedurende 1945 eenige min- der-validen werkzaam geweest. STAAT VII. Gemeentelijke niet-gesubsidieerde werk verschaffing. Aantal te werk gestelden op o a. w co -ti B GEMEENTELIJKE GESUBSIDIEERDE WERKVERRUIMING HOOFDARBEIDERS. De voorwaarden, waaronder deze categorie arbeiders werkt, werden in het verslagjaar niet gewijzigd. Men zie hiervoor het jaarverslag over 1943. De weekloonen, die van kracht blijven bij een arbeidstijd van maximaal 48 uur zijn thans voor te werk gestelden uit 's-Gravenhage en Loosduinen onderscheidenlijk: Handarbeiders armlastigen a. Tijd. Gem. Dienst v. d. Teelt van Voedingsgewassen b. Gemeentel. Reinigingsdienst. c. Gemeenteplantsoenen d. School- en Kindertuinen Waakdienst armlastigen. a. Gemeenteplantsoenen b. Gemeentewerken (schoolbe- waking) c. Gem. Dienst voor S. en V. Niet-kostwinners. 30 jaar en ouder. 28 en 29 jaar. f 33,— 29,70 26,40 25 jaar. f 27,50 24,20 20,90 f 16,50 13,20 hoofdarbeiders werkzaam bij Groep I Groep II Groep III In 1945 Gemeentewerken en den Gemeentelijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Voorts waren, ten behoeve van verscheidene Gemeentediensten en bedrijven, kunstenaars in werkverruiming werkzaam, die in overleg met en in opdracht van de Commissie voor Sociale Kunst- opdrachten verschillende werkzaamheden uitvoer den, zooals het maken van teekeningen voor een topogratischen atlas van 's-Gravenhage, schilderijen en aquarellen voor Gemeente-instellingen enz. Het honorarium dezer kunstenaars werd op advies van genoemde commissie vastgesteld op een bepaald aantal weken loon, dat door het Gemeentelijk Bureau voor Werkloozenzorg per week uitbetaald werd. C. WERKVERRUIMING ONDERNOMEN DOOR DERDEN. Ten slotte waren werklooze hoofdarbeiders in werkverruiming te werk gesteld bij Rijks- en par ticuliere instellingen, nl.Algemeen Rijksarehief, Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Stichting Nederlands Patriciaat en de Bibliotheek van het Vredespaleis. STAAT VIII.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 330