4 jl i 7 VERSLAG VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON. Aantal ondersteunde partöen. Groep A. Groep B. Totaal. Aantal ondersteunden. 31 2 6 31 8 79 31 78 31 1 63 1 10 62 11 1 IV. SOCIAAL ECONOMISCHE HULPVERLEE- NING AAN KLEINE ZELFSTANDIGEN. III. ONDERSTEUNING VOLGENS HET REGLEMENT VOOR STEUNVERLEENING AAN KLEINE TUINBOUWERS. Gedurende het tijdvak 1 Januari t./m. 19 Mei 1945 kwamen geen tuinbouwers voor ondersteuning in aanmerking. Ingaande 20 Mei werd de uitvoering van het reglement door het Gemeentelijk Bureau voor Werkloozenzorg overgenomen. ’s-Rijks subsidie in de kosten van werkloosheids voorziening. De Gemeente ontving uit ’s-Rijkskas subsidie, gelijk aan de door haar gedane uitgaven voor de werkloosheidsvoorziening. De kosten der melkverstrekking werden door den Dienst rechtstreeks aan het Ministerie van Sociale Zaken gedeclareerd. Bevallingsgeld. Evenals in 1944 ontvingen onder steunde werkloozen bij bevalling van hun echtge noten een uitkeering van f 55,—, voor zoover zij daarop niet uit anderen hoofde rechten konden doen gelden. In de verslagperiode werd volgens deze regeling f 2.420,uitgekeerd. 4 05 Op 1 Januari Op 31 December 1944 ondersch. 19 Mei 1945 Gemiddeld aantal 3 2 05 Geneeskundige verzorging van werkloozen. Met betrekking tot de geneeskundige verzorging van werkloozen zijn de maatregelen, welke met ingang van 1 October 1944 zijn getroffen en in het verslag over 1944 nader werden omschreven, ook in 1945 gehandhaafd. Het totaal bedrag, waarover voor ondersteunde werkloozen gedurende het tijdvak 1 Januari t./m. 19 Mei 1945 premie ingevolge het Ziekenfondsenbefiluit verschuldigd is, bedraagt f 1.015.162,(verzekeringsplichtig loon). Van de totaal verschuldigde premie ad f 40.606,48 (4 pCt.) komt f 20.303,24 (2 pCt.) voor rekening van het Rijk. Van de werkloozen werd f 12.578,— terug gevorderd. zoodat f 7.725,24 ten laste van de Ge meente blijft. II. ONDERSTEUNING VOLGENS DE RIJKSSTEUNREGELING. Voorschotten. Bijlage 1c (bldz. 13) geeft een overzicht van alle verstrekkingen in den vorm van voorschotten, gespecificeerd naar de onder scheiden soorten. Het verstrekken dezer voorschotten bepaalde zich in 1945 hoofdzakelijk tot de personen, die wegens ziekte of een ongeval tijdelijk geen recht hadden op loon, en de uitkeeringen van de be trokken risicodragers niet tijdig ontvingen. In totaal werden op deze wijze 290 personen geholpfen, tegen 755 in 1944. Per 31 December 1945 was nog een bedrag van f 167.155,63 te vorderen. In den loop van 1945 werd bepaald, dat voor schotten op loon slechts bij hooge uitzondering mochten worden verstrekt. De aanvragers worden in die gevallen verwezen naar hun werkgever. Verstrekking van voorschotten op uitkeeringen ingevolge de sociale verzekeringswetten werden evenwel geheel stopgezet toen de risieodragers wederom tijdig hun uitkeeringen deden. Bjj Bestuursbesluit van 22 October 1945 werd beslist, dat aan ondersteunden een voorschot voor kleeding e.d. kon worden verstrekt tot ten hoogste f 50,per gezinslid. De uitgaven dezer zg. textiel- voorschotten zullen eerst in het volgende verslag jaar tot uitdrukking komen. In overleg met het Nederlandsche Beheersinsti tuut konden voorschotten worden verleend aan de achtergebleven gezinsleden van politieke delin quenten, wier *rmogen in beslag was genomen en onder beheer gesteld van evengenoemd Insti tuut. Ingaande 20 Mei 1945 werden de werkzaamheden, verbonden aan de Overbruggingsregeling aan het Gemeentelijk Bureau voor Werkloozenzorg opge dragen, terwijl op dien datum het Gemeentelijk Bureau voor Werkloozensteun werd opgeheven. In dit verslag zijn alleen de gegevens over het tijdvak 1 Januari tot en met 19 Mei 1945, ter ver gelijking met die over het jaar 1944, opgenomen. Aantal ondersteunde partijen. Het aantal werk loozen met wekelijksehe ondersteuning bedroeg op 1 Januari en 19 Mei 1945 onderscheidenlijk 1761 en 1 605, terwijl het gemiddeld aantal ondersteunde werkloozen per week gedurende de verslagperiode 1 633 bedroeg. In 1944 waren deze aantallen op 1 Januari 208, 31 December 1 761 en gemiddeld 510. Aangezien ook deze hulpverleening op 20 Mei 1945 door het Gemeentelijk Bureau voor Werkloo zenzorg werd overgenomen, kan in dit verslag volstaan worden met het geven van de volgende cijfers. ^10 1Ó Totale kosten van ondersteuning. Het gemiddeld netto uitgekeerd wekelijksch steunbedrag bedroeg over het tijdvak 1 Januari tjm. 19 Mei 1945 f 15,63 (in 1944 f 13,74). In 1945 t./m. 19 "Mei werd voor wekelijksehe uit keeringen, brandstoffenvoorziening, melkverstrek king en uitkeeringen bij bevalling in totaal netto uitbetaald f 609.219,95 (zie voor specificatie bij lage 2, bldz. 14). Brandstoffenvoorziening en melkverstrekking. Ten aanzien van de brandstoffenvoorziening en de melkverstrekking aan kinderen gold tot 20 Mei 1945 voor de werkloozen eenzelfde regeling als voor de ondersteunden ingevolge de Armenwet (zie bldz. 6).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 360