37 VERSLAG van den Gemeentelijken Verzorgingsdienst over het tijdvak van 1 Januari tot en met-31 Mei 1945. GEMEENTELIJKE VERZORGINGSHUIZEN. De Gemeentelijke Verzorgingshuizen Westeinde 58 en Morsestraat 9, bieden onder normale omstan digheden plaats aan 624 personen, nl. 413 mannen en 211 vrouwen. Aangezien echter, zooals onder „Algemeen” reeds werd opgemerkt, het tehuis Morse- straat gedurende de verslagperiode niet in gebruik kon worden genomen, bedroeg de capaciteit slechts 484 bedden. Eerst na de bevrijding kon het gebouw Morsestraat 9 weder worden betrokken. Algemeen. Zooals in het oprichtingsbesluit van den Burge meester van 30 October 1943 wordt vermeld, was deze Dienst belast met: o het houden van sociaal-geneeekundig toezicht op alle personen, gezinnen en kinderen, die daarvoor uit een oogpunt van volksgezondheid in aanmerking komen; b. het houden van sociaal-geneeskundig toezicht op alle particuliere inrichtingen van verzorging en verpleging, pleeggezinnen, kindertehuizen e.d.; c. het beheer over de Gemeentelijke Verzorgings huizen, het Gemeentelijk Tehuis voor Kinderen en de Noodtehuizen. De oprichting van den Dienst was het gevolg van de benoeming van een specialen Wethouder voor de Volksgezondheid. Toen na de bevrijding deze functionnaris uit zijn ambt werd ontzet, werd zijn arbeidsgebied verdeeld en de onderdeden weder ondergebracbt bij de secretarie-afdeelingen en diensten, waar zij oorspronkelijk thuisbehoorden. In dit verband viel spoedig het besluit van Burge meester en Wethouders om den Gemeentelijken Verzorgingsdienst op te heffen en zijn taak weder toe te vertrouwen aan den Gemeentelijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. De datum van overdracht werd vastgesteld op 1 Juni 1945. Het hierna volgend verslag heeft betrekking op het tijdvak van 1 Januari tot en met 31 Mei 1945, de laatste 5 maanden van het bestaan van den Dienst. Deze laatste periode was wel de moeiljjkste van den geheelen oorlogstijd. Zij zal nog lang blijven voortleven in de herinnering van allen, die toen bij den Dienst werkzaam waren. Het voedselgebrek, dat in het laatste kwartaal van het vorige venslagjaar de leiding van den Dienst soms voor onoverkomelijke moeilijkheden plaatste, werd steeds nijpender. Zooals bij alle burgers in het land waren toentertijd aller gedach ten geconcentreerd op de vraag: „Hoe komen wij aan voedsel?”. De leiding en het personeel, die bij het oplossen van dit vraagstuk voor hun gezinnen reeds veel moeite hadden, waren bovendien nog belast met de zorg voor de ouden van dagen, zieken en kinderc j, jvier belangen aan den Dienst waren toe vertrouwd. Dat het ten slotte gelukt is hen door den moeilijken tijd heen te helpen is hoofdzakelijk te danken aan het personeel, dat voor geen moei lijkheden uit den weg ging en zich ten volle aan zün zware taak gegeven heeft. Een woord van groote erkentelijkheid is hier zeer zeker op zijn Plaats, te meer, omdat zelfs ten tijde van den Krootsten nood, de levensmiddelenvoorraad, welke ten behoeve der verzorgden in het magazijn was opgeslagen, volkomen in tact is gebleven. De gezondheidstoestand van de verzorgden, waar op de Wethouder zijn speciale aandacht gevestigd hield, was, de bijzondere omstandigheden in aan merking genomen, bevredigend. De kosten der ver zorging vertoonen uiteraard niet zoo’n gunstig beeld. Het volstrekt onvoldoende distributiepakket, aangevuld met goederen uit den magazijnvoorraad, was niet voldoende om in de behoeften te voorzien. Door aankoop, veelal tegen sterk verhoogde prijzen, moest worden getracht, een en ander aan te vullen. Een zeer nadeelige invloed op de kosten van ver zorging had bovendien de omstandigheid, dat voor al in het Verzorgingshuis Westeinde 58, langza merhand een tekort aan linnen- en beddegoed was ontstaan, welke de bezetting van opengevallen plaatsen verhinderde en het aantal daar gehuis veste personen deed terugloopen. Aangezien hier tegenover geen noemenswaardige verlichting der algemeene kosten kon worden bereikt, steeg de kostprijs van dit tehuis van f 1,79 in 1944 tot ruim f 2,76 in 1945 per dag. Het Verzorgingshuis Morsestraat 9 was ook tij dens deze verslagperiode in de gebouwen van de Stichting „Rosenburg” te Loosduinen onderge bracht. Voor dit tehuis stegen de kosten tot f 3,05 per dag, tegen f 2,76 in 1944. Voor het Gemeentelijk Tehuis voor Kinderen aan de Pletterjjstraat 66, bleek de kostprijs f 3,23 te bedragen, tegen f 2,89 in 1944. Het beheer van de>^Joodtehuizen is per 15 Maart 1945 aan den tijdelijken Gemeentelijken Dienst voor het onderbrengen van Oorlogsslachtoffers in Nood tehuizen, overgedragen. De tot dien datum ge maakte kosten van toezicht en onderhoud zijn, voor zoover betreft de niet in exploitatie geweest zijnde tehuizen, ten laste van de exploitatierekening ge bracht. De kosten van verzorging en onderhoud der werkelijk opgenomen oorlogsslachtoffers zijn van het Centraal Bureau Verzorging Oorlogsslacht offers teruggevorderd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 382