i 1 I 38 VERSLAG betreffende de Centrale Keukens der gemeente ’s-Gravenhage over het tijdvak 1 Januari t./m. 9 November 1945. November 1945 te laten verzorgen door den Gem. Dienst voor Schoolkinderzorg. Met de liquidatie van de Centrale Keukens werd de directeur van den Gemeentelijken Accountants dienst belast. Personeel. Met de overdracht van het productieapparaat aan de regionale leiding ging per 17 Maart 1945 het keukenpersoneel over in dienst van het Kijk. Ofschoon verwacht had mogen worden, dat tevens een, zij het ook kleine, vermindering van het administratieve personeel mogelijk zou zijn geweest, doordat de bemoeiingen met de exploi tatie van de keukens was komen te vervallen, kon hiertoe nog niet worden overgegaan, omdat: a. er sedert 1 October 1944 geleidelijk aan achter stand in de administratie was ontstaan; b. de afrekeningen, die met de regionale leiding moesten plaats vinden i.v.m. de overdracht der keukens, extra werk met zich brachten; c. de instelling van een speciaal klachtenbureau personeelsleden vereischte. Aangaande het personeel van de uitdeelposten dient te worden vermeld, dat het aantal ontslagen personen en disciplinair gestraften wegens fraude en niet correct optreden tegenover het publiek, zeer talrijk bleef. Voorts wordt opgemerkt, dat het personeel van de uitdeelposten, zoowel als dat van de administra tie. slechts voor een klein deel rechtstreeks door de Gemeente was aangesteld. Het overige deel bestond uit door het Rijk, al dan niet in werk verruiming, bjj de Gemeente te werk gestelden van Rjjksbureaux en uit personeel van particuliere be drijven. Dit bracht mee, dat reeds vrij spoedig na de bevrijding een groot aantal personeelsleden door hun oorspronkelijke werkgevers werd terugge roepen. Bovendien was de vraag naar personeel bjj par ticuliere en overheidsinstellingen uitermate groot, waarvan talrijke personeelsleden gebruik maakten Algemeen. Zooals reeds in het verslag over 1944 is opge- inerkt, waren de bevoegdheden van het Rijk en de Gemeente ten aanzien van de voedsel verstrekking aan de bevolking niet of niet voldoende geregeld. Dit bleek o.a. duidelijk toen op 17 Maart 1945 door het R.B.V.V.0.1), zonder eenig behoorlijk .overleg met de Gemeente, de productie van voedsel werd opgedragen aan een regionale leiding. Als zoodanig werd aangewezen de Apparaten- l'abriek Van der Heem N.V., Maanweg 254, te 's-Gravenhage. Tijdens de bespreking op het De partement van Landbouw, Visscherjj en Voedsel voorziening over de regeling van de overdracht van het productieapparaat door de Gemeente aan de regionale leiding is er, zoowel door den directeur van de Centrale Keukens, als door den directeur van den Gemeentelijken Accountantsdienst en een accountant van genoemd Departement, ernstig op gewezen, dat een scheiding tusschen productie- en distributieapparaat de toch reeds zeer groote moeilijkheden noodeloos zou vergrooten. Een en ander mocht echter niet baten; op de eenmaal ge nomen beslissing werd niet teruggekomen. De directeur van de Centrale Keukens werd als waar nemend regionaal leider aangewezen. In verband met het feit, dat de Gemeente uit sluitend verantwoordelijk bleef voor het distributie apparaat werd de naam „Centrale Keukens, ’s-Gra venhage” veranderd in „Voedselverstrekking aan Burgerbevolking” (V.A.B.). Het spreekt vanzelf, dat het publiek de V.A.B. bleef zien als verant woordelijk voor het geheele technische apparaat, en derhalve klachten over de kwaliteit van het bereide voedsel tot deze instelling richtte. Een verwijzing naar de regionale leiding werd meestal door het publiek als een uitvlucht beschouwd, zoo- dat tot oprichting van een speciaal klachten bureau moest worden overgegaan, waar zitting werd gehouden door personeel van de V.A.B. en personeel van de regionale leiding, dat de klach ten moest onderzoeken. Na de bevrijding werd het geheele technische apparaat weer onder beheer van de Gemeente ge steld, hetgeen officieel op 4 Augustus 1945 zijn beslag kreeg. De oorspronkelijk naam „Centrale Keukens, ’s-Gravenhage” werd weer aangenomen. De productie voor de bevolking daalde zeer snel, vooral toen de gaslevering werd hervat; op 8 September 1945 werd besloten het verstrekken van de zg. publiekmaaltjjden geheel stop te zetten. Op verzoek van een deel der bevolking werd echter besloten opnieuw voedsel ter beschikking te stellen i en werd met ingang van 15 September 1945 de ge legenheid opengesteld om voedsel te betrekken, waarvan de prijs echter, in overleg met de Wet houder voor Sociale Zaken, werd bepaald op f 3, per persoon per week voor de zes werkdagen. Daar de vraag steeds meer terugliep, werd door Burgemeester en Wethouders besloten de productie en distributie van maaltijden voor het publiek en van de zg. fabrieksmaaltijden met ingang van 10 0 Kljlcsbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd. I Organisatie. Bij de aanvang van het jaar werd de productie verzorgd door 2 Gemeentelijke keukens, de Ge meentelijke Jeugddienst, 4 Rijkskeukens en ver scheidene vervangingskeukens. Op 25 Januari 1945 werd de Rijkskeuken Weis- senbruchstraat, met een dagcapaciteit van 34 000 liter, door de bezettende macht gevorderd ten be hoeve van de „National-Sozialistische Frauen- sehaft”. Deze productie moest worden opgevangen door de zg. vervangingskeukens. Met ingang van 17 Maart 1945 werden alle keu kens onder de regionale leiding gesteld. Op 5 Augustus 1945 werden de keukens „Varkenshal Openbaar Slachthuis”, Slachthuiskade, Gaslaan en Weissenbruchstraat door de Gemeente voor de productie in gebruik genomen. De keuken aan de Dr.-Lelykade werd, nadat hieraan de noodige werkzaamheden waren verricht, in reserve ge houden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 386