2 VERSLAG DER CENTRALE KEUKENS. 7 8211 455 1. 11 166 779 1 956 842 20 944 076 1. van Uitdeellokalen. Het aantal bestaande 67 uitdeellokalen aan het einde van 1944 werd tot aan de bevrijding uitge breid tot 79. Na de bevrijding werd dit aantal aan gepast aan den verminderden afzet, zoodat er bij de liquidatie van de Centrale Keukens nog 10 uit deellokalen in de Gemeente aanwezig waren. Naast de afdeeling „Inspectie”, welke de alge- heele controle in het bedrijf uitoefende, werd nog een afdeeling „Controle Uitdeellokalen” in het leven geroepen om tot een intensiever toezicht te geraken. De groote moeilijkheden, die zich in vorige jaren voordeden bij pogingen om te voorkomen, dat bij de uitdeelposten voedseltekorten dan wel voedselover- schotten ontstonden, bleven, ondanks straffe maat regelen en de hiervoren aangegeven verscherpte controle, bestaan. De wijze van opscheppen van het voedsel speelde hierbij een belangrijke rol, waarbij nog kwam, dat in sommige gevallen de te gebruiken opscheplepels de vereisehte inhoud niet hadden. Totaal aantal liters door de Gemeente verstrekt in het tijdvak van 1 Januari t./m. 9 November 1945 Aan de slachtoffers van het bombardement 3 Maart 1945 werden in de week tot 8 Maart 1945 36 575 maaltijden verstrekt. om hun positie te verbeteren, terwijl voorts ver scheidene personeelsleden, o.a. wegens dienstver band bij de Binnenlandsche Strijdkrachten, ontslag namen. Het terugloopen van de productie van maaltijden bracht mede, dat bijna wekelijks het aantal uitdeelposten kon worden ingekrompen. Hierdoor was het mogelijk, ondanks de verminde ring van de personeelssterkte ten gevolge van de hiervoren genoemde feiten, tot ontslag van perso neel over te gaan. Op 5 Augustus 1945 kon de exploitatie der keu kens van de regionale leiding worden overgeno men, zonder dat tot uitbreiding van het admini stratieve personeel behoefde te worden overgegaan, niettegenstaande er op dat moment een vrij be langrijke administratieve achterstand was. Deze achterstand verhinderde echter voorloopig inkrim ping van de personeelssterkte. Daarentegen kon het personeel der uitdeelposten i.v.m. de daling van de omzet steeds sterker worden ingekrompen. Het aantal gevallen, dat de ingestelde zuive ringscommissie te behandelen had, bedroeg elf. Tegen drie personen werden geen maatregelen noodig geoordeeld, terwijl tegen de overigen de volgende straffen werden bepaald: één schriftelijke berisping, één schorsing zonder behoud van wedde gedurende drie maanden en zes oneervolle ont slagen. Op 10 November 1945, de datum van overgang van de productie en distributie naar den Dienst voor Schoolkinderzorg, bedroeg het aantal perso neelsleden: a. werklieden 8; b. administratief personeel 21. Installatie. Aan de installatie werden geen veranderihgen aangebracht; de werkzaamheden beperkten zich tot het gewone onderhoud. Dit moest echter inten siever geschieden, omdat in alle keukens op maxi male capaciteit moest worden gewerkt en het reparatiemateriaal van zeer slechte kwaliteit was. Ten gevolge van gebrek aan de juiste reparatie- artikelen ontstonden vaak storingen. Wegens het ontbreken van electrischen stroom moesten, vooral vóór de bevrijding, enkele keukens gebruik maken van zelfopgewekten stroom. De watervoorziening was, voornamelijk bjj de vervangingskeukens, in enkele gevallen onvoldoen de, waardoor storingen ontstonden. Het boonenmeel, vervaardigd uit overjarige peulvruchten, bleek ook al een zeer slechte grond stof te zijn, waarover herhaaldelijk zeer gegronde klachten werden geuit. De aanvoer van Zweedsche Roode-Kruisgoederen, bestaande uit peulvruchten en gedroogde soepgroenten, bracht gedurende een week uitkomst aan het benarde grondstoffenvraag stuk. De hieruit vervaardigde menu’s vonden een zeer dankbaar onthaal bjj het publiek, dat in den grooten nood, waarin ons volk verkeerde, de daad van het Zweedsche Roode Kruis op haar hooge waarde wist te schatten. Na de bevrijding nam de aanvoer van grond stoffen met den dag toe, zoodat er na 5 Augustus 1945 geen moeilijkheden meer met de grondstoffen voorziening voorkwamen; de aanvoer door de geallieerde bondgenoten was toen in ruime mate toereikend om in de behoefte te voorzien. Grondstoffen. De grondstoffenaanvoer was vóór de bevrijding zeer slecht, waardoor het herhaaldelijk voorkwam, dat de voorschriften voor het verwerken van be paalde hoeveelheden grondstoffen niet te hand haven waren, terwijl de porties niet hooger ge steld konden worden dan op een liter per dag per persoon. Het verwerken van tulpenbollen ter vervanging van aardappelen was geen succes. Het schoon maken moest geheel met de hand geschieden, ter wijl de schoongemaakte bollen onmiddellijk bereid moesten worden, omdat deze snel aan bederf on derhevig waren. Ook het bereiden van suikerbieten vond op ruime schaal plaats, maar dit kon evenals bjj de tulpenbollen, i.v.m. het kiemproces, slechts tot een bepaald tijdstip geschieden. Van 17 Maart 1945 tot 5 Augustus werden gedistribueerd: Centrale-keukenvoeding (Honloze bijvoeding werd in dit tjjdvak verstrekt door de regionale leiding.) Productie en distributie. Van 1 Januari tot en met 17 Maart 1945 werden geproduceerd en verstrekt: Centrale-keukenvoeding 6 841 6481. Bonlooze bijvoeding 978 807,, Van 5 Augustus 1945 tot 10 November 1945 werden geproduceerd en verstrekt Centrale-keukenvoeding 408 854 1. Bonlooze bijvoeding 1548 038

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 387