33
Inrichting voor Ooglijders, Tasmanstraat 188 b.
Op 1 Januari 1945 waren in verpleging 18 pa
tiënten (12 mannen en 6 vrouwen). Opgenomen
werden 558 personen (288 mannen en 270 vrouwen).
In den loop van het jaar werden hersteld ontsla
gen 565 patiënten (296 mannen en 269 vrouwen),
zoodat op 31 December 1945 nog in verpleging
waren 11 personen (4 mannen en 7 vrouwen).
Het totaal aantal verpleegdagen bedroeg 9 228
(4 480 van mannen en 4 748 van vrouwen). Voor
rekening van de Gemeente werden verpleegd 186
mannen met 2 886 verpleegdagen en 175 vrouwen
met 2 346 verpleegdagen.
Het aantal nieuw ingeschreven bezoekers van
de polikliniek bedroeg 7 OOI, nl. 3 785 mannen en
3 216 vrouwen.
In totaal werden 28 201 consulten verleend.
Er werden 491 groote operaties verricht. Het
aantal beschikbare bedden bedroeg op 31 Decem
ber 40.
De exploitatierekening sloot met een nadeelig
saldo van f 4.557,35. Het verlies over 1945 bedroeg
f 8.773,15.
’s-Gravenhaagsche Centrale Vereeniging „Kraam-
verzorging.” Wegens voortdurende bombardemen
ten in de omgeving werd de kliniek aan de Laan
van Nieuw Oost-Indië no. 14 op Maandag 26 Fe
bruari ontruimd; de patiënten werden naar huis
gezonden. Toen het gebouw op 1 Maart groote
schade opliep door bominslag in het belendend
perceel moesten ook de zusters die tot dien
datum daar nog gehuisvest waren de kliniek
verlaten; de inventaris werd voor het grootste
gedeelte opgeslagen in het gebouw van de Christe
lijke Huishoudschool aan de De-Ruyterstraat 36.
Bij het bombardement van 3 Maart werd het
pand niet getroffen, doch naderhand bleek nogal
het een en ander ontvreemd te zijn.
Na met veel moeite gepaard gaand herstel, kon
de kliniek op 1 Augustus heropend worden. Aan-
heen gevestigd in een nieuw gebouw te Kijkduin,
dat in 1942 op last van de Duitsche bezettings
macht moest worden ontruimd en daarna werd
afgebroken, is nadien tijdelijk gevestigd in een
schoolgebouw aan de Weesperstraat. Terstond na
de bevrijding hebben de ’s-Gravenhaagsehe Ver
eeniging tot Bestrijding der Tuberculose en de
Sophia-Stichting besloten samen het oorspronkelijk
Sanatorium van de 's-Gravenhaagsche Vereeniging
aan de Doornikschestraat opnieuw in te richten
en te zoeken naar een mogelijkheid voor uitbrei
ding van de hierin beschikbare ruimte. De oplos
sing werd gevonden door plaatsing van drie zg.
Zweedsche barakken, welke door de regeering
waren aangekocht, in den tuin van het Sanatorium,
terwijl daarnaast de beschikking werd verkregen
over villa „Duynrose” aan de Tapijtweg no. 10, in
den tuin waarvan eveneens twee barakken konden
worden geplaatst. In totaal konden hierdoor 260
patiënten worden opgenomen.
Op 1 November 1945 kon het Sanatorium worden
betrokken.
Voor de exploitatie hiervan werd door beide ver-
eenigingen op 26 September 1945 een stichting in
het leven geroepen ouder de naam „Stichting
Haagsch Nood-Sanatorium”
Op 31 December 1945 waren opgenomen 16 man
nen, 20 vrouwen en 14 kinderen, in totaal 50 per
sonen. Het aantal verpleegdagen bedroeg over 1945
22 832.
vankelijk was de bezetting slechts gering, doch
langzamerhand nam zij weer toe.
In het verslagjaar werden in totaal 238 patiënten
opgenomen, waarvan 170 vóór de bevalling.
Het aantal gezinnen, waarin door de wjjkkraam-
verpleegsters hulp werd verleend, bedroeg in 1945
974. Daarvan waren 768 niet van te voren inge
schreven, 20 waren ingeschreven aan huis, 54 aan
de afdeeling Goeverneurlaan en 119 aan de kliniek,
terwijl het in 13 gevallen Gemeentepatiënten betrof.
In totaal werden door de wijkzusters 19 136 bezoe
ken gebracht. Door de leerlingen werd in 162 ge
zinnen hulp verleend voor heele dagen.
Wegens de abnormale omstandigheden werd in
het verslagjaar geen collecte langs de huizen ge
houden. De toestand der financiën was, mede uit
oorzaak van den langen tijd, gedurende welken de
kliniek niet gebruikt kon worden, minder gunstig.
De exploitatie-rekening van de kliniek vertoonde
een nadeelig saldo van f 8.781,96, die van het wijk-
werk f 4.740,09, te zamen f 13.522,05. De financieele
resultatenrekening vertoonde een tekort van bijna
f 13.000,—.
R.K. Vrouwenkliniek „Bethlehem”, Prinsesse-
gracht 8. Van deze kliniek werd een financieele
verantwoording ontvangen, welke over 1945 aan
baten f 107.521,11 en aan lasten f 161.577,64 ver
meldt, derhalve een nadeelig verschil van f 54.056,53
opleverende.
Wegens herstel van schade aan de inrichting,
ontstaan tijdens het bombardement van 3 Maart,
werd deze eerst op 17 Juni heropend. Gedurende
het verslagjaar werden 801 vrouwen en 366 kinde
ren opgenomen, 815 en 340 ontslagen, terwijl 4
vrouwen en 5 kinderen zijn overleden. Het aantal
verpleegdagen bedroeg onderscheidenlijk 10 619 en
5 415. Op 31 December 1945 waren in verpleging
42 vrouwen en 21 kinderen. Beschikbare bedden:
voor de vrouwen 94, voor de kinderen 60.
De „Emmakliniek”, voorheen gevestigd Parkweg
15, betrok na veel omzwervingen op 29 December
1944 het pand Carnegielaan 9, waar de kliniek tot
19 April 1945 gehuisvest bleef. Hierna kon „Villa
Elisabeth”, Parkweg 21, worden betrokken, waar
de kliniek thans blijvend is gevestigd.
Gedurende het verslagjaar werden opgenomen
785 vrouwen en 701 kinderen, ontslagen 757 en 673,
terwijl 2 kinderen overleden.
Op 31 December 1945 waren in verpleging 28
vrouwen en 26 kinderen. Het aantal verpleegdagen
was voor de vrouwen 8 697 en voor de kinderen
7 824. Beschikbare bedden: voor de vrouwen 30 en
voor de kinderen 30.
Het batig saldo over 1945, voornamelijk ontstaan
doordat de kliniek door de oorlogsomstandigheden
in een tamelijk klein gebouw, dat steeds zeer goed
was bezet, was gehuisvest, bedroeg f 4.151,75.
De „Oranjekliniek” bleef ook in het verslagjaar
te Voorburg gevestigd. In de eerste maanden had
men te kampen tegen een infectie met streptococ
cus haemolyticus, die zich in verschillende ziekte
beelden uitte. In verband daarmede werd de kliniek
van 15 Februari tot 15 Maart gesloten en grondig
schoongemaakt. Na heropening verdwenen do
symptomen der infecties.
Het aantal verpleegdagen bedroeg 9 952 voor vol
wassenen en 5 599 voor kinderen. Er overleden 4
patiënten en 13 kinderen, waarvan 6 praematuur
geboren.
Het aantal bevallingen bedroeg 414, waarvan 147
door gastartsen werden verricht; 32 patiënten