39
VERSLAG van den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst
van ’s-Gravenhage over het jaar 1945.
Algemeene onderwerpen.
1) I.K.B. Injer-Kerkelijk Bureau.
spuigaten uit te loopen. Daar er geenerlei verbete
ring kwam, de klachten van medici en deelnemers
hand over hand toenamen en de klachten ook bij
het Rjjksbureau ingediend, niet liet minste effect
sorteerden vergiftigingsverschijnselen waren
opgetreden na het gebruik van soep (niet voldoen
de verhit boonenmeel, niettegenstaande de officieel
gepubliceerde waarschuwingen) richtte onder-
geteekende zich met een scherpe klacht tot den
voorzitter van den Voedingsraad, onder mededee-
ling van een en ander aan den geneeskundig in
specteur, het Rjjksbureau voor Voedselvoorziening
in Oorlogstijd, de directie van de-Centrale Keukens
en den Keuringsdienst van Waren. Het slot van
dezen brief, waarin ook de onvoldoende controle
werd behandeld, luidde: „Ik verzoek U, in het be
lang van de volksgezondheid, deze aangelegenheid
ten spoedigste onder de oogen te zien. In dezen
tijd van onvoldoende voeding en verminderde
weerstand tegen schadelijke factoren, moet een
dergelijke kost voor personen, die voor een zeer
groot deel hiervan moeten leven, ontoelaatbaar
worden geaeht”.
De klacht werd onmiddelljjk door den Voedings
raad behandeld, een uitgebreid onderzoek werd,
ook door den geneeskundig inspecteur, ingesteld.
Gedurende enkele dagen werd het eten beter;
van eenige uitdeelposten werd daarop stinkend,
zuur eten gemeld. Het zuur worden werd door den
directeur van het Voorlichtingsbureau van den
Voedingsraad toegeschreven aan o.m. „gebrek aan
reinigingemateriaal, onvoldoende sluiting van de
gamellen”. Het bleek, dat de gamellen onvoldoen
de- werden gereinigd, er was niet voldoende heet
water beschikbaar; deksels, die in de gamellen
waren terechtgekomen, bleken erin te zijn blijven
liggen, dubbelwandige gamellen waren defect ge
raakt, waardoor de voedingsresten niet konden
worden verwijderd enz. enz. Ondertusschen werd
ondergeteekende slechts één klacht- bekend over
zuur geworden I.K.B.-voeding 1); steeds werd deze
massavoeding buitengewoon geroemd, in het bij
zonder ook de goede controle.
Dat het ook beter kon, bjj het buitengewone
schijntje, dat voor de Centrale Keukens beschik
baar kwam, bleek, toen als regionaal leider de
heer L. W. van der Heem in functie trad. Gelet
op de scherpe klachten van medische zijde werd
door de „Commissie van advies voor de genees
kundige verzorging bij noodtoestand” besloten, dat
het werkcomité met den regionalen leider een en
ander zou bespreken. Bjj deze bespreking werden
de groote moeilijkheden geschetst, doch ook de
fouten, die begaan waren, openhartig erkend.
Hierbij bleek, dat hij reeds direct maatregelen had
getroffen om fraude tegen te gaan. Het deed dan
ook wel heel onaangenaam aan, toen deelnemers
der Centrale-Keuken-voeding, die voor hun inge
leverde vleeschbon een bal gehakt zouden ontvan
gen, moesten constateeren, dat dit gehakt in den
zwarten handel werd aangeboden en verscheidene
deelnemers aan de massavoeding óf een halve bal,
Omtrent de Algemeene onderwerpen,kan het vol
gende worden vermeld.
De toestand van de bevolking ging in het begin
van het verslagjaar hollend achteruit. Op verzoek
van illegale zjjde maakte ondergeteekende, naar
het voorbeeld van Amsterdam, een rapport over
dezen toestand. Dit is als bijlage toegevoegd, waar
uit overduidelijk blijkt, hoe het met den gezond
heidstoestand van de bevolking was gesteld.
De voedselvoorziening baarde voortdurend groo-
ter zorgen; het voedsel, dat op de bonnen werd
aangewezen, was steeds moeilijker te krijgen. Het
aantal deelnemers aan de massavoeding nam
hierdoor sterk toe.
Centrale Keukens (niassavoeding der bevolking).
Oorspronkelijk toegankelijk voor een ieder, die
zich hiertoe aangetrokken gevoelde, kwamen in
1941 de bezetters reeds met beperkende bepalingen,
terwijl, alle protesten ten spijt, de N.V.D.1) met
de beoordeeling van het toelaten werd belast. Daar
de bevolking hiervoor, begrijpelijkerwijs, niets
voelde, werd hiermee de voedselvoorziening, vooral
van belang voor de latere oorlogsjaren, benadeeld.
De „dolle Dinsdag” (5 September 1944) gaf ook op
dit punt de oplossing. Helaas werd voor het Wes
ten van het land de bonlooze bijvoeding voor de
bedrijven e.d. gestaakt (3/4 liter voor arbeiders,
1/2 liter voor kantoorpersoneel), totdat in Februari
1945 een en ander hersteld werd voor de zg. vitale
bedrijven. In een aantal bedrijven werd op last
van de „Rüstungsinspektion Niederlande" voeding
(1 liter) verstrekt („Rüstungsbetriebe”), terwijl ook
aan het vaste personeel van den luchtbescher
mingsdienst bonlooze voeding werd verschaft op
last van de bezetters.
Hoewel oorspronkelijk het eten der Centrale
Keukens zeer werd geroemd, nam, met het minder
bevoorraden van deze keukens en bij het blijkbaar
steeds slapper worden van de controle op ver
schillende in de Gemeente werkzame voedings
centra, het aantal gerechtvaardigde klachten hand
over hand toe. Er werd steeds naar voren gebracht
en hieraan wordt ook niet getwijfeld dat er,
behoudens in één keuken, waar de kookleeraressen
niet mochten komen (,,Sperr”-gebied) deze keu
ken werd op het laatst terecht uitgeschakeldop
de bereiding deskundige controle was ingesteld,
'oor de rest was liet in verschillende gevallen
een chaotische toestand. De klachten bleken bij
onderzoek niet overdreven en konden, waar enkelen
onzer met hun gezinnen deze massavoeding „ge
noten”, ook aan den lijve worden ondervonden. De
ceding in de Gemeente kreeg een zeer slechten
uaam. Van officieële zijde was trouwens reeds
vastgesteld, dat, terwijl het eten bijv, in Leidschen-
dam goed was, het eten van de Haagsche Cen
trale Keukens „niet al te best bekend stond”.
Begin Februari 1945 begon het met het door
verschillende Centrale Keukens verstrekte eten de
N.V.D. Nederlandsche Volksdienst.