3
VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.
kinderen werd opgemerkt onder de ziekenvoed-
selaanvragen, werd de leider van de afdeeling
Kinderbescherming gewaarschuwd. Deze had,
evenals de schoolartsen, de beschikking over bon
nen voor het afhalen van havermout, spek, Hon-
gaarsche pakketten enz., goede gaven uit het bui
tenland beschikbaar gesteld. De I.K.B.-maaltijden
brachten spoedig uitkomst.
Gezinsverpleging.
Uit een op 20 April aan den Dienst uitgebracht
rapport van den psychiater Dr. Kloek over de
moeilijkheden in de gezinsverpleging gedurende
den winter 1944voorjaar 1945 blijkt, hoe, ondanks
de overbelasting, vele pleeggezinnnen zich zeer
geweerd hebben om de patiënten te verzorgen zoo
goed als dit in de gegeven omstandigheden moge
lijk was. Duidelijk blijkt, hoeveel geld zjj hebben
uitgegeven, om, door zwart levensmiddelen en
brandstoffen te koopen, de patiënten in het leven
te houden. Verscheidene pleeggezinnen, die oor
spronkelijk door familie op het platte land van
extra levensmiddelen werden voorzien, waren,
toen de toevoer plotseling werd afgesneden, spoe
dig in zeer slechte conditie.
Op 7 Maart 1945 is de eerste patiënt ten gevolge
van ondervoeding overleden, op 4 April de laatste.
In die periode verloren wij 49 patiënten, waarvan
3 boven de 70 jaar. Voor 46 patiënten werd onder
voeding als hoofdoorzaak aangenomen. Van het
gemiddeld aantal in gezinsverpleging zijnde man
nen stierf ruim 32 pCt., van het gemiddeld aantal
vrouwen ruim 5 pCt. In de kleine gezinnen is
vrijwel geen sterfte geweest. Reeds in het begin
van de hongerperiode werden met betrekking tot
de voedselvoorziening maatregelen getroffen en
werd ook zeer vroeg contact gezocht met het
I.K.B., dat extra maaltijden verschafte, terwijl
ook het Bedrijfschap voor Visscherij producten
hielp. Pas toen het mogelijk werd aan lijders met
hongeroedeem en extreme cachexie extra voedsel
te verschaffen, kon de nood in de pleeggezinnen
eenigszins voldoende worden gelenigd.
Van de 150 patiënten in de pleeggezinnen ont
vingen 115 extra voeding wegens zeer sterk onder
gewicht, al of niet gepaard gaande met honger
oedeem.
Voedingstoestand der bevolking na de bevrüding.
Na de bevrijding werd door de voedselteams
zeer veel en nuttig werk verricht, terwijl het
Oxford Nutrition Surveyteam de bewoners van
verschillende straten in de Gemeente aan een uit
gebreid onderzoek onderwierp.
Duidelijk kwam de betere voeding tot. uiting in
het snel dalen van het aantal deelnemers der Cen
trale Keukens. Terwijl het hoogste getal 209 400
was, bedroeg het aantal deelnemers eind Juni 1945
80 000, eind Juli 39 300, eind September 4 000.
Brandstoffenvoorziening,
Het Rijkskolenbureau deelde begin 1945 mede, dat
de Dienst de kolen voor zieken bestemd tot de
helft moest terugbrengen en moest aanvullen met
100 kg hout. Dit was een financieel nadeel voor de
mensehen. Korten tijd hierna was het hout niet meer
te krijgen; ten deele kwamen hiervoor turven in
de plaats, totdat ook deze op waren. Het Rijksko
lenbureau wees ten slotte alleen nog maar- voor
Burgemeester Westra maakte hier aanmerking
op het feit, dat, hoewel de Wethouder voor de
Volksgezondheid ondergeteekende er, voordat de
keuring plaats vond van kinderen ten behoeve van
het I.K.B., op had gewezen, dat het verleenen van
dergelijke diensten aan een particuliere instelling
niet, mocht geschieden zonder voorafgaande toe
stemming van den Burgemeester, deze keuring toch
had plaats gevonden.
Bij een bespreking bleek daarop, dat de onder
grond was het feit, dat ondergeteekende bij de
oprichting van den N.V.D. en ook in 1943, toen een
overeenkomst met de Duitsehers was gesloten, ge
weigerd had medewerking te verleenen om de af
deeling Kinderbescherming voor de keuringen
enz. in te schakelen, noeh een arts had willen aan
wijzen voor het N.V.D.-bureau aan de Prinsegracht.
Aan de uitnoodiging van het I.K.B., de opening
van het Noodtehuis voor kinderen op 19 Februari
bij te wonen, werd gaarne voldaan.
Met het I.K.B. werd een regeling getroffen,
waarbij de lijders aan hongeroedeem tevens in
aanmerking zouden komen voor I.K.B.-maaltijden.
Op verzoek van ondergeteekende werd een kaart-
stelsel aangelegd, opdat niet, zou voorkomen, dat
door één persoon op verschillende posten eten zou
worden genuttigd. Na korten tijd werkte deze re
geling voortreffelijk. Ten einde deze toewijzing te
bespoedigen, behandelde ondergeteekende de aan
vragen zelf. Met den heer Zwart van het I.K.B.
werd overeengekomen, dat de Dienst in dringende
gevallen voedselpakketten kon voorschrijven. In
liet begin werd met den directeur van het hoofd
postkantoor afgesproken, dat de toewijzingen
's-morgens op een bepaald uur zouden worden be
zorgd, waardoor onmiddellijke verzending gega
randeerd was. Toen het aantal te groot werd, kon
deze regeling, waarvoor den directeur alle hulde
wordt gebracht, niet bestendigd blijven. Toen was
weer, evenals bij de organisatie der verwarmde
lokalen voor ouden van dagen, de „Commissie
Boon” redder in den nood. Er werd een klein
postkantoor ingericht, waar de toewijzingen wer
den verdeeld over de dames en heeren van het
onderwijzend personeel, die de bezorging op zich
namen. De heer Deleour haalde iederen morgen de
toewijzingen af en belastte zich tevens met de
spoedtoewjjzingen voor voedselpakketten.
De lijders aan hongeroedeem enz. hebben w’el-
licht nooit geweten, hoeveel zij in die dagen te
danken hadden aan de organisatie-Boon. Deze
opofferende medewerking in het belang van de
volksgezondheid mag in het jaarverslag van den
G.G. en G.D. niet ontbreken.
Hongeroedeem.
Een voorstel werd gedaan, uit den Gemeentelijken
noodvoorraad 50 voedselpakketten ter beschikking
te stellen van den G.G. en G.D., welke in de zie
kenauto’s met arts zouden komen voor die geval
len, waar onmiddellijk voedselversehaffing voor
hongeroedeem en uitputtingstoestanden noodza-
kelijk was. Het pakket was ingesteld op drie dagen
voorraad (volle-melkpoeder, havermout of meel,
noodbrood). Inmiddels zouden dan de bonnen van
den distrihutiedienst en het I.K.B.-eten in bezit
Kunnen zijn.
Zoodra uitputtingstoestand of hongeroedeem bij