15
VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST
Nu de gelegenheid daartoe zich gunstiger laat
aanzien, zal het aantal operaties van de lijders aan
gehemeltespleten Zeker grooter worden, hetgeen
voor deze kinderen een weldaad zal zijn. De spraak-
behandeling geeft veel gunstiger resultaten als de
operaties volgens de thans toegepaste moderne
operatietechniek worden verricht.
Geregelde controle van het gehoor der leerlingen
brengt soms verrassingen, zoowel in goeden, als in
slechten zin. Zij blijft dan ook noodzakelijk. Het
meerendeel der slechthoorende kinderen heeft, al
of niet genezen, chronische middenooraandoenin-
gen. Ook onder de gehemeltespleetlijders zijn er
verscheidene, die een middenooraandoening heb
ben. Bij de andere spraakgebrekkigen vindt men
meer centrale gehoorafwijkingen.
Werkzaamheden van den schoolarts voor buiten
gewoon lager onderwijs.
Nog sterker dan in het jaar 1944 was het werk van
den schoolarts voor het b.l.o. in het begin van 1945
ontwricht. Onderwijs werd niet gegeven, de locali-
teiten, waar opgeroepen kon worden, waren onver
warmd en wanneer er niettemin oproepingen
gedaan werden, was ondervoeding, gebrek aan de
noodzakelijkste kleeding en vooral ook gebrek aan
belangstelling voor alles, wat niet dienen kon tot
leniging van den onmiddellijken nood, de oorzaak,
dat de aangeschrevenen slechts zelden verschenen.
In het begin van het jaar konden nog verschil
lende bons voor spek, kaas en ander levensmidde
len, welke voornamelijk uit Denemarken afkomstig
waren, worden uitgereikt en hoewel de hoeveel
heden lang niet toereikend waren voor een krach
tige hulp, is hierdoor toch waarschijnlijk van
verschillende kinderen, wier gewichtscurven cata-
strophale dalingen te zien gaven, het leven gered.
Intusschen waren deze levensmiddelen in Maart
reeds uitgeput. De schoolarts voor het b.l.o. heeft
zich toen beschikbaar gesteld voor het verrichten
van keuringen ten behoeve van het I.K.B. Het be
trof hier keuringen voor de door deze instelling
verschafte noodvoeding en voor de uitzendingen
naar het buitenland, die reeds toen voor na de
bevrijding op het programma stonden. Eerst in
April begonnen de scholen weer langzamerhand en
moeizaam te werken en van stond af aan kon er
ook weer van eenige schoolartsenwerkzaamheden
sprake zijn, hoewel voorloopig nog op zeer beperk
te schaal. Het keuringswerk voor het I.K.B. leek
voorloopig veel urgenter en werd dan ook volge
houden. Na de bevrijding was de toestand vooreerst
nog niet veel beter. De voedselvoorziening verbe
terde weliswaar aanzienlijk en tamelijk snel, maar
daarmee was de chronische ondervoeding niet
overwonnen, terwijl het gebrek aan kleeding en
schoeisel gedurende maanden even nijpend bleef.
Toen dan ook op de scholen weer geregeld onder
wijs werd gegeven, bleek het schoolverzuim ont
zettend groot te zijn; het bedroeg op vele scholen
meer dan 8(1 pCt. van de ingeschreven leerlingen
en er moest heel wat energie van de onderwijs
krachten, die daarbij door den schoolarts werden
ondersteund, worden aangewend, om daarin een
gestadige, hoewel langzame verbetering te ver
krijgen. Zoo duurde het tot de 2e helft van het
jaar, voordat er weer van eenigszins normale
werkzaamheden kon worden gesproken.
Candidatenonderzoek.
Daar gedurende de maanden JanuariMaart het
canditatenonderzoek van leerlingen, voor wie
overplaatsing op een school voor b.l.o. was aange
vraagd, geheel stil stond en het in de maanden
AprilJuni slechts zeer sporadisch plaats had,
zoodat eerst in de tweede helft van het jaar van
eenigszins normale werkzaamheden op dit gebied
kon worden gesproken, is het begrijpelijk, dat de
cijfers ver beneden die van andere jaren bleven.
Het onderzoek omvatte 239 (376) leerlingen van
wie 99 (192) uit openbare en 140 (184) uit bijzondere
scholen afkomstig waren. Een zuivere vergelijking
is alleen mogeljjk tusschen de maanden Juli
October van 1944 en van 1945, daar in 1944 de
maanden November en December, in 1945 het
eerste halve jaar bijna geheel uitvielen. Gedurende
de genoemde vier maanden nu vonden in 1945 159
candidatenonderzoekingen plaats, in 1944 134, waar
uit blijkt, dat zieh reeds zeer spoedig een herstel
van vroegere toestanden heeft voorgedaan. Of de
meerderheid der leerlingen afkomstig van het
openbare onderwijs, die tot en met 1944 steeds
heeft bestaan, voor een meerderheid van het bij
zonder onderwijs heeft plaats gemaakt, zal de toe
komst moeten leeren.
Niet tot het b.l.o. toegelaten werden 27 candi-
daten of 11,3 pCt. (59 of 15,6 pCt.). Het lage per
centage afgeweten candidaten zal moeten worden
toegeschreven aan de slechte onderwijstoestanden,
welke ook op de gewone scholen heerschten.
Daardoor zijn blijkbaar de hoofden alleen tot het
opgeven van de in hun oogen allerdringendste
gevallen overgegaan, omdat zij in vele gevallen
het achterblijven niet aan verstandelijke tekorten,
maar aan gederfd onderwijs toeschreven. Zoo is
het aantal kinderen, dat bij onderzoek niet debiel
bleek te zijn kleiner geworden, maar hierdoor
stijgt ook de waarschijnlijkheid, dat een groo
ter aantal kinderen dan gewoonljjk voor wie b.l.o.
eigenlijk wel noodig was, dit jaar niet is opge
geven.
Over het aantal toegelaten candidaten, dat ook
werkelijk werd geplaatst, kunnen dit jaar nog geen
volledige gegevens worden verschaft, daar twee
bijzondere scholen dienaangaande geen cijfers heb
ben ingezonden, omdat zij blijkbaar nog te zeer
door herstelwerkzaamheden in beslag werden ge-
Toen werden ook weer geregeld van de School
voor slechthoorenden en spraakgebrekkigen de
leerlingen lichamelijk onderzocht en onder contröle
gehouden.
Tweemaal werd een leerling dezer school psycho
technisch onderzocht, om een advies inzake be
roepskeuze te kunnen uitbrengen, terwijl ook eeni-
ge malen een experimenteel psychologisch onder
zoek werd verricht om uit te maken, of overplaat
sing van de betrokken leerling naar een school
voor zwakzinnigen diende te geschieden.
Met den ambtenaar voor de nazorg van oud-
leerlingen der b.l.o.-scholen werd ook weder als in
vorige jaren samengewerkt. Bij 4 leerlingen werd
een psychotechnisch onderzoek ingesteld om de
geschiktheid voor een eenvoudige ambachtsschool
opleiding te bepalen.
Samenwerking met de afdeeling Geestelijke
Volksgezondheid werd geregeld in stand gehouden.