25 VERSLAG VAN DEN GEM, GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST. 1319 33,- 36,5 3 10 11 13 16 43 62 90 153 154 586 131 2 746 5150 12 8 2 22 572 6 3 3 Absolute aantallen. 28 14 5 36 537 6 2 2 260 5,4 12,3 14,1 13,- 16,2 33,3 34,6 41,1 44,6 44,3 41- 25,- Leeftijdsklassen. Beneden 1 jaar 14 jaar 5— 9 10—14 15—19 20—24 25—29 30-34 35—39 40—44 45—49 50—54 55—59 60—64 65—79 80 en ouder Alle leeftijden Alle leeftijden zonder de slachtoffers van het oor logsgeweld Uit de hierboven staande cijfers vastgesteld, dat de schooljeugd er gunstig voorstond, in het bijzonder valt de leef tijdsklasse 10—14 jaar op. Ook bjj de beoordeeling van de aanvragen voor hongeroedeem en hongercachexie viel mij het zeer kleine aantal kinderen op, die voor een aanvrage in aanmerking kwamen. Boven den leeftijd van 17 jaar stijgt het aantal aanvragen weer. Mag hier niet een verband worden gelegd met het schitterende werk van het Inter-Kerkelijk Bureau (I.K.B.), dat in de eerste plaats zijn aan dacht besteedde aan den nood der kinderen! Het opgroeiend geslacht gezond te houden is voor de toekomst van de grootste beteekenis. Nadat eerst een dertigduizendtal kinderen van ouderen leeftijd werd geholpen, werden tevens duizenden kleu ters door bijvoeding bereikt. Daar de Gemeentelijke schoolvoeding helaas moest worden beëindigd, een instituut, dat veel nuttig werk heeft verricht, moet men dankbaar denken aan <fe gevers in de Noordelijke gewesten van ons land en het uitvoerend orgaan, het I.K.B. in onze Gemeente. Hierdoor werden kleuters en oudere kinderen gered van het gevaar van onder voeding. Van groote beteekenis voor de Gemeente is de stand der besmettelijke ziekten. In 1944 kwamen ter kennis van den G.G. en G.D. de volgende gevallen van besmettelijke ziekten: Roodvonk Diphtheric Typhus (febr. typh.) Paratyphus Meningitis cerebr. ep Poliomyel. a.a. Dysenteria bae. Malaria Ziekte van Weil Enceph.l Voor dit kwartaal waren de gegevens voor de verschillende leeftijdsklassen: Percentage ondervoeding. 11,9 13,2 12,8 kan worden betrekkeljjk Voor het eerste kwartaal 1945 waren de getallen: Roodvonk Diphtheric Typhus (febr. typh.) Paratyphus Poliomyel. a.a. Dysenteria bac. Hierbij moet worden bedacht, dat einde 1944 de toewijzingen voor ziekenvoedsel voor besmettelijke ziekten practisch werden stop gezet. Op het eerste gezicht zegt dit niet veel, doch wel, als men be denkt, dat voor ieder geval van ziekenvoedsel- aanvrage door de afd. Volksgezondheid werd na gegaan, of de besmettelijke ziekte door den arts was aangegeven. Zoo niet, dan werd deze aangifte alsnog bevorderd. Door deze controle werden zeer veel, vooral ook lichte gevallen en contact-geval- len achterhaald. Evenals voor de tuberculose- ziektegevallen (waarvoor een advies van het Consultatiebureau verplicht was), kon men vóór deze stopzetting van de ziekenvoedselverstrekking zeggen, dat (behoudens t.a.v. de bacillaire dysen terie, waarvoor vaak niet tijdig geneeskundige hulp werd ingeroepen) practisch alle gevallen van besmettelijke ziekten in de Gemeente bekend werden. Voor de diphfherie werd de serumpositie buiten gewoon slecht. Hier moet met waardeering worden getuigd van het werk van den geneeskundig-in- specteur voor Zuidholland en den directeur van de Gemeenteapotheek, die steeds weer al het moge lijke hebben gedaan om tijdig voor meer serum zorg te dragen, in het bijzonder ook in 1945; de toestand blijft echter zeer zorgwekkend. Het zou wel zeer te betreuren zjjn als er kinde ren zouden sterven, omdat dit, sedert jaar en dag als levensreddend bekend staande middel niet tijdig zou kunnen worden toegediend. 1) Zie het verslag over 1942. officieele instanties gehoor was gegeven aan' mijn ernstige waarschuwing, de zuigelingen- en kleuter- bescherming te willen onttrekken aan de van ouds door de bevolking gewaardeerde particuliere con- sultatiebureaux ingeburgerd sedert een Haagsch kinderarts in 1901 als eerste Nederlandsch een consultatiebureau in de Gemeente oprichtte. Zoowel met het I.K.B., als met de vereeniging voor zuigelingenbescherming werkt de G.G. en G.D. (afd. kinderbescherming) ten nauwste samen. Ziekten. Zuigelingensterfte. De relatieve getallen ontbreken nog, doch ook de absolute cijfers spreken helaas een maar al te duidelijke taal. Terwijl over het eerste kwartaal van 1943 er 74 kinderen beneden den leeftijd van één jaar stierven, was dit aantal voor 1944 86; voor het eerste kwartaal 1945 236, dus bijna drie maal zoo hoog. Hierbij moet met groote waardeering worden ge dacht aan het werk van de kinderartsen en huis- bezoeksters van de consultatiebureaux voor zui gelingen. De moeders vonden in deze oorlogsjaren nog steeds dezelfde vertrouwde raadgevers als vóór Mei 19411. Met schrik denk ik er aan, hoe de toe stand zich zou hebben ontwikkeld, als niet door de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 415