27
VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.
en
Bulletin de l’Unlon internationale de seeours aux
enfants Vol. VII No. 15. 1943, Etudes et Rapports.
leider van de afdeeling Kinderbescherming G.G.
en G.D. hiermee onmiddellijk in kennis, die daarop
een onderzoek in het gezin instelt en zoo noodig.
direct voedingsmiddelen van het Deensche Roode
Kruis uitreikt. Tevens krijgen wij daardoor een in
druk van den socialen toestand in deze gezinnen. Be
halve over het restant van bovengenoemden voor
raad, beschik ik over een kleine noodvoorraad,
vanwege de Gemeente beschikbaar gesteld. Even
tueel wordt ook het I.K.B. ingeschakeld voor di
recte hulpverleening, terwijl voor dringende ge
vallen de toewijzingen voor de Rijksverstrekking
de I.K.B.-verklaring direct aan de patiënten
worden uitgereikt door den wachtdokter G.G. en
G.D., die den patiënt bezoekt. Deze directe uit
reiking geschiedt in talrijke gevallen ook aan
familieleden en aan artsen, die zich voor dringen
de gevallen zelf naar den G.G. en G.D. begeven.
Toch sterven er helaas nog lijders voordat af
doende hulp geboden kan worden. In verpleeg
huizen zelfs en in pleeggezinnen kwam groote
sterfte door hongeroedeem e.d. voor. Bij een be
zoek aan talrijke verpleeg- en rusthuizen, in ver
band met mijn positie als adviseur voor het
Rijkskolenbureau voor deze inrichtingen, trof ik
zeer veel patiënten in slechten voedingstoestand
aan.
In verband met de voedseltoewjjzing van Rijks
wege, wees ik de betreffende Rjjksinstantie op het
gestelde in een rapport van den voorzitter van
den gewestelijken raad in Kediri: „Nota inzake de
zorg voor bedelaars en weezen in het gewest
Kediri”, waarin de ervaringen bij de voorgekomen
oedeemziekte aldaar, evenals de inzichten van den
burgerlijken geneeskundigen dienst, waren neer
gelegd. Tevens wees ik er op, dat met het huidige
brandstoffengebrek de zieken vaak niet voldoende
gebaat waren met verstrekking van voedingsmid
delen, welke moeten worden gekookt. Bij velen
bracht de toewijzing van een Majocomfoor uit
komst, daar hierdoor met zeer weinig brandstof
kan worden volstaan. Hier zou ook burenhulp
(evenals veelvuldig werd geboden bij het koken
van zuigelingenvoeding en in mindere mate voor
het voorzien met warme kruiken voor zieken
ouden van dagen) van veel nut kunnen zijn.
In overleg met het I.K.B. ben ik gemachtigd,
voor patiënten, waarvoor ik zulks noodig acht,
dus o.a. voor alle patiënten met oedeemziekte en
hongercaehexie, een verklaring af te geven, voor
het nuttigen van zes warme maaltijden van het
I.K.B. per week. Eerst door een overeenkomst met
den directeur van het hoofdpostkantoor en later
met „Commissie-Boon” („vrijwillige koerier-
dienst”), werd bereikt, dat deze verklaring in den
kortst mogelijken tijd in het bezit der patiënten
komt. De aanvraag om ziekenvoedsel wordt op
denzelfden dag, waarop deze bij den G.G. en G.D.
geboekt is, door mij bewerkt; tegelijk wordt een
I.K.B.-verklaring gereed gemaakt. De toewijzingen
worden bezorgd bij den distributiedienst. Verschil
lende toewijzingen gaan uit met de mededeeling:
„onmiddellijke behandeling”.
In dringende gevallen geeft een arts reeds zelf
een I.K.B.-verklaring af.
Op het werk van het I.K.B. ten behoeve van de
kinderen wees ik reeds hierboven. Ook voor de
„ouden van dagen” werd zorg gedragen. Einde
die in verpleeghuizen zouden kunnen worden on
dergebracht, als deze er slechts in voldoende mate
waren. Een aantal huizen is geëvacueerd, terwijl
eenige zijn verwoest en nieuwe kunnen niet worden
ingericht, doordat er een tekort is aan personeel.
Toch zal in dezen noodtoestand ten spoedigste
dienen te worden voorzien, daar er plaats moet
komen in de ziekenhuizen. Niet alleen voor andere
dringende gevallen, doch ook voor personen, die
door oorlogsgeweld getroffen worden.
Hoe langer hoe meer komen, vooral alleenwo
nende kamerbewoners, onverzorgd te liggen, zoo
wel wat verpleging als wat voeding betreft. Hier
is hulp dringend noodig.
Hulp in de huishouding is er onvoldoende in de
Gemeente.
De verpleeghuizen hebben ernstig te kampen
met brandstoffengebrek. Zij zijn meer en meer
aangewezen op het eten van de Centrale Keukens,
speciaal ook de verpleeghuizen, die niet een zg.
toewijzing voor extra voedingsmiddelen ontvan
gen. De quaestie van de hoedanigheid van dit eten
heb ik reeds behandeld. Wellicht, dat onder de be
kwame leiding van den regionalen leider, de toe
stand ten goede keert. Reeds zijn hiervan teekenen
aanwezig, hetgeen in dezen tijd dankbaar stemt,
aannemende, dat niet onze geheele voedselpositie
binnenkort hopeloos wordt. Het geluid, dat de plv.
Burgemeester deed hooren, stemt ten deze voor
onze bevolking zeer ontmoedigend.
Hier zal m.i. van alle zijden hulp moeten worden
geboden.
Dat de toestand reeds treurig is, blijkt niet al
leen uit de sterftecijfers, doch ook uit het steeds
toenemende aantal gevallen van oedeemziekte en
hongercaehexie, welk aantal nu reeds in de dui
zenden loopt. Op twee dagen geteld (16 en 17 April)
was het aantal nieuwe gevallen: 262 en 269; het
aantal „herhalingen”, d.w.z. zij die na vier of
meer weken nog niet hersteld waren: 239 en 206;
het aantal nog nader te onderzoeken gevallen: 88
en 76, w.o. eenige, waaraan alleen een I.K.B.-
maaltjjd werd toegewezen. Het aantal gevallen
stijgt per dag.
Bij het lezen van het rapport over den hongers
nood in Griekenland x) heb ik mij geen oogenblik
kunnen indenken, dat voor deze Gemeente ook nog
eens het oogenblik zou aanbreken, dat van hongers
nood en hongerdood zou moeten worden gesproken.
Helaas treft men in ons land nu ook dezelfde
typen aan als in dit rapport worden aangetroffen.
Oorspronkelijk viel het op, dat uitsluitend voor
mannelijke personen bijvoeding wegens „honger
oedeem” werd aangevraagd; dat vrouwen „oedeem
ziekte” hadden, was een zeer groote bijzonderheid.
Kinderen werden onder deze zieken niet aange
troffen.
Deze toestand is in de laatste weken gewijzigd.
Het aantal aanvragen voor hongeroedeem en
hongercaehexie neemt bij de vrouwen hand over
hand toe.
„Kinderen” en „jeugdige personen” zijn nog niet
talrijk vertegenwoordigd.
Voor zoover het kinderen betreft (het aantal, nu
ook onder de kleuters, neemt toe), stel ik den