28
VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.
Januari 1945 ontving de secretarie van de „Com
missie-Boon” het verzoek, namens het I.K.B., om
in de stad een aantal verwarmde vertrekken in
te richten, waar ouden van dagen zich zouden
kunnen warmen. In een enkele wijk was men reeds
voorgegaan op dit punt, evenals voor de voeding
een noodcomité in Loosduiuen en tal van particu
lieren en organisaties reeds goed werk deden.
De laatste weken verschaft het I.K.B. iederen
dag een warmen maaltijd liter) aan de getrou
we bezoekers.
Tevens moet worden meegedeeld, dat het I.K.B.
een tehuis voor ondervoede kinderen met een 30-
tal plaatsen in de Huishoudschool Laan van Meer-
dervoort stichtte, een tehuis, dat zeer nuttig werk
doet en in een behoefte voorziet.
De voedingstoestand van tal van leden van het
personeel van den G.G. en G.D., dat ten deelc zeer
zwaar werk verricht, is buitengewoon slecht ge
weest. Eerst nadat met veel moeite bijvoeding voor
dit personeel was verkregen, is deze verbeterd. In
het bijzonder is het werk van het personeel van
den Ontsmettingsdienst zwaar, dat diktvijls werk
dagen van 12 en meer uren heeft. Onder het perso
neel zijn dan ook gevallen van oedeemziekte en
uitputtingstoestand voorgekomen, zooals trouwens
bij meer Gemeentelijke diensten en bedrijven.
De contróle op het zieke Gemeentepersoneel is
hoe langer hoe zwaarder en hoe langer hoe onvol
lediger geworden (vervoersmoeilijkheden, perso
nen, waar bij controle niet wordt opengedaan, e.d.).
Aandacht trekt het feit, dgt in den loop der
jaren onder het personeel het aantal gevallen van
rheumatische aandoeningen stijgend is, evenals
het aantal gevallen van maag- en ingewandsaan-
doeningen. Het is niet doenlijk in den tegenwoor-
digen tijd naar de oorzaken bij de bedrijven en
diensten een onderzoek in te stellen; het oorspron
kelijk streven, de positie van controleerend arts
te doen uitgroeien tot die van bedrijfsarts tevens,
kon helaas niet tot uitvoering worden gebracht.
Slechts een der controleerende artsen kon zich in
het wezen van een tweetal bedrijven eenigermate
inwerken.
Het aantal gevallen van tuberculose onder het
Gemeentepersoneel is gering; het aantal gevallen
van aandoeningen van het zenuwstelsel niet onbe
vredigend, zeker niet voor oorlogstijd. Zelfs is het
aantal veel verminderd ten opzichte van dat voor
1943 (ondersch. 510 en 933).
Het aantal ziektegevallen onder het Gemeente
personeel was 146,6 per 100 personen (in 1939 91,1;
in 1943: 145,2). Een en ander staat, behalve met
den algemeeneu toestand, zeker ook in verband met
het personeel, dat tegenwoordig, bjj gebrek aan
jonge krachten, vaak moet worden aangesteld.
Het vervoer van de zieken en de eerste-hulpver-
leening raakt hoe langer hoe meer in de knel. De
toestand van het materiaal van den G.G. en G.D.
is allerdroevigst. De „gaswagens” vallen telkens
uit, de generatorwagens voldoen niet; hiermee kan
practisch niet worden uitgerukt. Men kan er geen
oogenblik op vertrouwen en er is een chronisch
gebrek aan brandstof.
Hierbij komt, dat sedert korten tijd de politie-
ziekendienst, tegen mijn uitdrukkelijk advies in,
is beknot in het aantal wagens, zoodat deze dienst
niet meer over ambulance-wagens en verder over
minder ziekentaxi’s beschikt. Het vervoer in Don
Haag moet dus geschieden met 10 ambulance-
wagens van den G.G. en G.D. (dikwijls 8 defect)
en 5 ziekentaxi’s. Paardentractie is hier practisch
niet te krijgen; de proef, die reeds zeer vroeg is
genomen, viel zeer onbevredigend uit, niet het
minst door den voedingstoestand van de paarden.
Deze zjjn niet meer in staat, verre afstanden af
te leggen.
Verder zijn alle huipziekenauto's van de lucht
bescherming uitgeschakeld, nl. öf in beslag ge
nomen, óf zoodanig onttakeld, dat niet meer kan
worden uitgereden. Daardoor is de geheele ge
neeskundige luchtbeschermingsdienst, die voor
de Gemeente uitermate goed werkte, ontwricht.
Een protest, tegen de inbeslagneming, heeft geen
effect gesorteerd. Door het onttrekken van een
groot aantal E.H.B.O.-ers van de zg. „vaste kern”
voor tewerkstelling elders, werd de dienst van
goede getrainde krachten, ontbloot.
De taak van den G.G. en G.D. is dus zeer ver
zwaard: minder personeel, dat in onvoldoenden
voedingstoestand verkeert, slecht materiaal, in
onvoldoende hoeveelheid aanwezig. Alleen door de
buitengewoon vlotte medewerking van de leden
der Haagsche eerste hulp afdeeling en van andere
vrijwillige, getrainde E.H.B.O.-ers, kan met be
hulp van de actieve leden van de „vaste kern”-
posten, nog betrekkelijk vlug hulp worden gebo
den, waar dit bij bombardementen en andere
rampen van niet te grooten omvang noodig is.
Het materiaal van den Ontsmettingsdienst, ten
deele dienstdoende tevens als hulpziekenwagens,
is niet veel beter. Voor zoover hier nog van wagens
kan worden gesproken! Eén werd gevorderd, vrij
gegeven, doch was niet meer te ontdekken, één
werd ontvreemd uit een garage op een bewaakt
terrein; van twee wagens ontving slechts één (de
slechtste en kleinste) een rijvergunning. Als deze
defect is, kan dus niet worden uitgereden voor
het vervoer van besmette goederen of voor het
vervoer van lijken. Een bakfiets is dan het eenige
redmiddel.
De toestand in de ziekenhuizen en verpleeghuizen
is den plv. Burgemeester afdoende bekend gewor
den uit het besprokene ter bovengenoemde verga
dering. Onverwarmde operatiekamers, onverwarm
de ziekenzalen, ook tijdens koude maanden, een
proef met een centrale voeding, voor enkele zie
kenhuizen onvoldoende electrische stroom, onvol
doende bewassching, onvoldoende personeel. Meer
dan onvoldoende toestand ten aanzien van textiel-
goederen (een voorbeeld van het groot tekort aan
luiers werd ter vergadering door den geneesheer-
directeur van de Gemeenteziekenhuizen meege
deeld. Dit textiel-tekort geen handdoeken
doet zich ook bij den Ontsmettingsdienst buiten
gewoon sterk voelen).
De toestand in de rusthuizen wordt voor de pa
tiënten allerdroevigst, waar zij op de Centrale
Keukens zijn aangewezen. In die huizen waar niet
meer wordt verkregen, dan hetgeen vanwege dc
distributie wordt verstrekt, treden meer en meer
gevallen van hongeroedeem en hongercachexie op.
In verschillende gevallen bracht ook hier de hulp
van het I.K.B. uitkomst, op dezelfde wijze als voor
de kindertehuizen. Echter is de mogelijkheid van
dit werk ook niet onbeperkt, zeker niet, nu de