1 I J 1 1 1 L I I 7 VERSLAG GEMEENTEZIEKENHUIZEN. De geneesheer-directeur, VAN ROOJEN. oogenblikken geweest, waarop het ziekenhuis door het uitblijven van de waschgoederen met sluiting werd bedreigd. Met alle mogelijke middelen is getracht ook deze moeilijkheden te overwinnen. Tallooze malen zelfs moesten zusters en dienst boden een deel van de bewassching in het zieken huis verzorgen. Welke moeilijkheden en zorgen dit meebracht, behoeft geen nadere toelichting, wan neer men weet, dat deze werkzaamheden op de meest primitieve wijze moesten worden uitgevoerd, omdat hiervoor geëigende hulpmiddelen, zooals een behoorlijke ruimte, waschmachines, drooggelegen heid e.d. ontbraken. Eenige verbetering in den toestand bracht, kort na de bevrijding, de komst van het Engelsche medische team. Tot de uitrusting van een speciaal team behoorde ook een volledig rollend wasch- bedrijf, hetwelk op het ziekenhuisterrein werd opge steld en met betrekking tot de behandeling van de ziekenhuiswasch goede diensten heeft bewezen. Het tekort aan textielgoederen heeft ertoe ge noopt tijdelijk den maatregel in te voeren, dat klassepatiënten bij opneming hun eigen linnengoed (4 lakens, sloopen, handdoeken en waschhandjes) moesten medebrengen. Ook op ander gebied deed zich het gebrek aan het hoog noodige sterk gevoelen. Na de bevrijding is dan ook, zoodra de gelegenheid zich daartoe voordeed, contact gezocht met de medische com missie van het Militair Gezag en de hoofdinspectie van de Volksgezondheid ten einde door bemidde ling van deze instanties aanvulling te verkrijgen van de uitgeputte voorraden textielgoederen, medische instrumenten, laboratorium- en andere benoodigdheden. In verband met de sterk gestegen exploitatie kosten is een voorstel gedaan tot verhoóging van de tarieven voor verpleging. Verder is voorgesteld over te gaan tot invoering van tarieven voor genees- en heelkundige behande ling, in de plaats van de bestaande tarieven voor operaties. VI. ALGEMEENE OPMERKINGEN. Voor de zuivering van het personeel der Ge meenteziekenhuizen werd een zuiveringscommissie aangewezen; deze was aan het eind van het ver slagjaar nog niet met haar taak gereed gekomen. Het oogenblik van de bevrijding is ook hier niet onopgemerkt voorbij gegaan. Op den gedenkwaar- digen ochtend van den 5den Mei had het personeel voor zoover dit bij het werk kon worden gemist zich verzameld in de recreatiezaal en aangren zende leeskamer van de zusters. Aldaar heeft ondergeteekende een toespraak gehouden. Na allereerst hen te hebben herdacht, die in den strijd voor het vaderland en in het verzet tegen den bezetter het leven lieten en vervolgens de ver schillende gebeurtenissen uit de bezettingsjaren en de gevolgen hiervan voor de Gemeentezieken huizen te hebben gememoreerd, besloot hij zijn toespraak met een aansporing tot het personeel om zijn beste krachten aan deze instelling te blijven geven. Hierna bleven directie en personeel nog geruimen tijd bijeen, vaderlandsche liederen werden gezon gen en menig rondedansje werd uitgevoerd. Tijdens deze bijeekomst werd het volgende telegram opge steld voor H.M. de Koningin, die toen te Breda verblijf hield: „Patiënten en personeel der Gemeentezieken huizen te 's-Gravenhage, sedert gisterenavond bevrijd, stellen het op hoogen prijs Uwe Majesteit hun eerbiedige hulde te betuigen. Zij hopen U spoedig met Uw gezin in het Paleis in de Resi dentie terug te zien." Aangezien telegrafische overbrenging niet moge lijk bleek, werd de huldebetuiging in een brief -tot Hare Majesteit gericht. Het schrijven werd mede gegeven aan den bestuurder van een militaire auto, die zich naar het Zuiden begaf en den brief aldaar zou posten. Als antwoord op deze huldebetuiging is, onder dagteekening van 11 Juni, bij ondergeteekende het navolgend schrijven van den particulieren secre taris van Hare Majesteit ingekomen: „Hare Majesteit de Koningin draagt mij op U Haar hartelijken dank over te brengen, niet alleen voor Uw gelukwenschen ter gelegenheid van de bevrijding van het vaderland, doch in het bijzonder ook voor het vele, dat door U is verricht tot leni ging van den nood onzer landgenooten tijdens de bezetting en vooral ook in de laatste maanden daarvan.” Burgemeester en Wethouders hebben in een schrijven hun waardeering betuigd voor de wijze, waarop het personeel der Gemeenteziekenhuizen ook onder voor hen moeilijke omstandigheden zijn plicht heeft gedaan. Aan enkele leden van het technisch-, huishou delijk- en administratief personeel, wier taak ten gevolge van de buitengewone omstandigheden door een langeren werktijd aanzienlijk is verzwaard geweest, werd een gratificatie toegekend. Bij deze waardeering van de zijde van Burge meester en Wethouders sluit ondergeteekende zich gaarne aan en eindigt dit verslag met het personeel dank te zeggen voor de plichtsbetrachting en toe wijding, welke het ook onder de vaak zeer moeilijke omstandigheden heeft betoond. October 1946.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 426