u 44 VERSLAG omtrent het voortgezet onderwijs (openbaar en bijzonder voorbereidend hooger, middelbaar en handelsonderwijs) in de gemeente ’s-Gravenhage over het schooljaar 19441945. de den Houding; der leerlingen. De houding der leerlingen gaf geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen; conflicten van politie- ken aard bleven ook dit jaar achterwege. De lijst der oorlogsslachtoffers onder hen en onder de oud-leerlingen is nog niet met zekerheid vast te stellen; ook Curatoren hopen te zijner tijd mede te werken aan een passende herdenking in woord en daad. Bevordering en afwijzing. Uit den aard der zaak was de moeilijkheid der beslissing in zake bevordering en afwijzing aan het eind van den cursus veel grooter dan gewoon lijk. Met goedkeuring van Curatoren werd een aantal leerlingen slechts voorwaardelijk bevorderd; hun werd medegedeeld, dat zij bij gebleken onge- VERSLAG VAN CURATOREN VAN HET GEMEENTELIJK GYMNASIUM OVER HET SCHOOLJAAR 1944—1945. Samenstelling van het College. Het College van Curatoren, waarin sedert den vorigen cursus een tweetal vacatures onvervuld waren, leed opnieuw een verlies door de ontslag aanvrage van den heer A. W. Ijzerman, die sinds 1930 een trouw medewerker was geweest; voorts Abnormale gang van het schoolleven. Nauwelijks had het onderwijs een aanvang ge nomen, of de rust werd ook in de school verstoord door de illusie van den „dollen Dinsdag”. Met dien dag nam feiteljjk het normale schoolleven een einde; toen de teleurstelling tot aller bewust zijn was doorgedrongen, nam bij de leerlingen en hun ouders, ook wel bij jonge leeraren, de be zorgdheid voor wegvoering in Duitsche slavernij voortdurend toe. Het gevolg was een tot nu toe ongekend absenteïsme; bestrijding was onmogelijk en zou nauwelijks oorbaar zijn geweest. Weldra bracht het gebrek aan brandstoffen nieuwe belemmering; het schoolbezoek eischte van allen een zoo groot uithoudingsvermogen, dat de schooltijd voor hen, die konden en mochten vol houden, ten sterkste beperkt moest worden. Na eenigen tijd kwam de volkomen stilstand; nadat de Kerstvacantie eerst op 20 Februari officieel geëindigd was, werd acht dagen later op last van den Wethouder van Onderwijs de school gesloten wegens voortdurend luchtgevaar. Eerst op Dins dag 3 April, onmiddellijk na Paaschen, werden de lessen met groote beperking hervat; de vreugde der bevrijding, die op 9 Mei in een plechtige bij eenkomst gevierd werd, bracht nieuwe stagnatie. Ten slotte werd het onderwijs van 15 Mei tot het einde van den cursus regelmatig gegeven, zij het ook slechts op Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. ging Dr. J. van Loon, na zijn ontslag als lid van den Hoogen Raad, eveneens heen als lid van het College. Gedeeltelijk werden de leemten aangevuld door de benoeming tot Curator van Dr. J. van Ijzeren, aan wien het secretariaat thans defini tief werd opgedragen en van Ir. J. K. Tromp, den voorzitter van het College van Curatoren der Gemeentelijke lycea; door zijn benoeming werd net contact hersteld tusschen beide colleges, dat verbroken was door het overlijden van Mr. L. J. P. Michielsen. De medeleden Mej. Dr. J. S. A. M. Knoop, A. W. Ijzerman, Dr. Ir. L. R. Wentholt en Dr. J. van Loon, die aan de beurt van aftreding waren, werden bij besluit van 9 October 1944 door den Burgemeester opnieuw benoemd. Vorderingen der leerlingen. Dat de vorderingen der leerlingen onder dit alles in hooge mate hebben geleden, behoeft niet te worden gezegd; de op zich zelf zeer te waardeeren instelling van een systeem van taken, die op be paalde tijden door de leerlingen werden ingele verd en daarna door de docenten gecorrigeerd, kon den achterstand slechts ten deele verhelpen. Een geleidelijk herstel is alleen te verwachten van de regelmatige krachtsinspanning, waarvan terugkeer terstond bij den aanvang van nieuwen cursus krachtig werd bevorderd. I Het zal niet mogelijk zijn in de annalen der school een cursusjaar aan te wijzen, waarvan het verloop zoo onregelmatig was als gedurende het laatste oorlogsjaar. Het leerareneorps. Afwezigheid door ongesteldheid kwam in het leerareneorps meer voor dan in andere jaren; de oorzaak ligt voor de hand. Een ernstig verlies bracht het overlijden op 12 Januari 1945 van den neer M. J. Bruigom, die sedert September 1921 met groote toewijding en met strenge plichtsbetrach ting was werkzaam geweest als leeraar in Wis en Natuurkunde. Zijn naam blijft in dankbare herinnering in ons midden voortleven, evenals bij zijn collega’s en bij zijn leerlingen en oud-leerlingen. Als lijdelijk leeraar waren gedurende eenigen tijd werkzaam ter vervanging van den heer Brui gom en van Dr. J. de Groot, aan wien ziekteverlof werd verleend, de heeren Dr. W. E. Euwe en G. Stout; de oud-leeraar Dr. J. van Vliet werd tot vreugde, ook van Curatoren, bereid gevonden tij delijk de lessen waar te nemen van Dr. E. van Veen, die zich in de school niet veilig kon achten voor het Duitsche gevaar.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 458