I
I
2
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
Einddiploma.
Aan het eind van den cursus werd op grond van
het K.B. van 8 Juni 1945 No. 1 het einddiploma
zonder voorafgaand examen uitgereikt aan alle
leerlingen, die bij den aanvang van het schooljaar
in de 6e klasse waren opgenomen.
VERSLAG VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT OP HET MIDDELBAAR ONDERWIJS
TE 's-GRAVENHAGE OVER HET SCHOOLJAAR 1944-1945.
Curatoren der Gemeentelijke lycea,
J. K. TROMP, voorzitter,
M. VAN BUTTINGHA WICHERS-
VAN VOORST VADER,
secretaresse.
met sueees te weer stellen tegen bepaalde minder
gewenschte maatregelen, het middelbaar onder
wijs rakende, welke werden overwogen. Het ge
lukte haar o.m. NJS.B.-leden uit haar midden te
weren, hetgeen echter, bij het groote aantal vaca
tures, niet gemakkeljjk was.
De Commissie leed in het afgeloopen jaar een
groot verlies door het overlijden van haar lid, den
heer J. Spiesz, wiens belangstelling vooral uitging
naar het handelsonderwijs, in het bijzonder het
onderwijs aan de handelsavondscholen en aan de
school voor machineschrijven.
Tijdens het schooljaar was het College als volgt
samengesteld: Ir. J. K. Tromp, voorzitter. Mr. T.
A. van Dijken, ondervoorzitter, Mevr. M. van
Buttingha Wiehers, secretaresse, Ir. J. J. M. Aan-
genendt, Mej. Ds. W. S. Wiardi Beekman en Mr.
B. C. Slotemaker, leden.
Gedurende den geheelen cursus werd er op beide
lycea zeer ongeregeld les gegeven. Tot de bevrjj-
ding werd alleen op enkele dagen per week aan
de laagste klassen onderwijs gegeven: aan de leer
lingen der hoogste klassen, die niet op straat
durfden komen, werden taken gezonden.
Vele kinderen werden door hun ouders naar
buiten gestuurd om beter gevoed te worden en
volgden geenerlei onderwijs.
Dat dadelijk na de bevrijding de lust tot arbeid
van docenten en leerlingen niet groot was, kan
gemakkelijk verklaard worden. Lichamelijke zwak-
Het afgeloopen verslagjaar bracht voor do Com
missie vele moeilijkheden met zich. Zoowel Dr. C.
van den Berg, voorzitter, als de onder-voorzitter,
de heer A. Rienks, waren voor het grootste deel
van het verslagjaar niet bereikbaar, omdat zij in
het bevrijde gedeelte van Nederland waren. Het
dagelijkseh bestuur werd gedurende dien tijd
waargenomen door de onder-voorzitster, mevrouw
M. H. J. P. van Buttingha Wiehers en den secre
taris Mr. Th. O. Palte, alsmede het lid der Com
missie, den heer Verbeek.
De Commissie kon in verschillende gevallen zich
Namens Curatoren van het Gemeentelijk
gymnasium,
Mr. L. A. NLJPELS, loco-voorzitter,
J. VAN IJZEREN, secretaris.
schiktheid uit de klasse, waarin zij voorloopig
werden toegelaten, in den nieuwen cursus na de
uitreiking van het eerste rapport zouden worden
teruggeplaatst.
VERSLAG VAN CURATOREN DER GEMEENTELIJKE LYCEA OVER HET
SCHOOLJAAR 1944—1945.
Het schoolgebouw.
Klachten over het schoolgebouw als zoodanig
werden ook in dit schooljaar niet vernomen; wel
bleken de bezwaren tegen de verwarmingsinstal-
latie, die in het vorig verslag werden geuit,
gedurende den korten tijd, w’aarin brandstoffen
beschikbaar waren, volkomen gemotiveerd. Ook de
electrische verlichting laat in vele lokalen te
wenschen over. Nauwkeurig en deskundig onder
zoek in dezen blijft ten zeerste gewenscht.
te en zwakte van het zenuwgestel was daarvan de
oorzaak. De laatste weken voor de groote vacantie
trad reeds eenige verbetering in.
Daar het moeilijk was zich een oordeel te vor
men over de kennis der kinderen, werden vele
leerlingen voorwaardelijk bevorderd. Aan alle
leerlingen uit de hoogste klassen werd, zonder
voorafgaand examen, het einddiploma uitgereikt.
I
Toelatingsexamen.
Voor het toelatingsexamen werd een beperkt
programma ten grondslag gelegd, waarbij alleen
de bekwaamheid in Nederlandsche taal en reke
nen onderzocht werd, ter vergelijking met de door
de hoofden der lagere scholen ingezonden rappor
ten. De uitalag vertoonde statistische overeen
komst met die van andere jaren.