i I i 9 I I t c i I 2 I J - VERSLAG VI8SCHERIJ ZEEVAARTSCHOOL I G. J. VERWIJNEN, voorzitter. A. BURIKS, secretaris. I Commissie van Toezicht. Aangezien A. Hessing wegens zijn politieke gedragingen in den bezet tingstijd niet meer in de mogelijkheid verkeerde het lidmaatschap van de Commissie van Toezicht uit te oefenen, besloot de Gemeenteraad in zijn terwijl den leeraar J. L. Zuijdervelt werd bevolen de uitoefening van zijn functie te staken. De lijde lijke aanstelling van Van Genk is met ingang van 1 September 1945 niet verlengd. Van 10 Mei 1945 af neemt de leeraar J. van Koon wederom het directoraat der school waar. Wegens het bereiken van den pensioengerechtigden leeftijd werd aan E. F. Hardenberg, met ingang van 1 Augustus 1945, eervol ontslag verleend uit zjjn betrekking van leeraar in de natuurkunde. In zijn plaats is, met ingang van 13 September 1945, tijdelijk te werk gesteld Dr. P. M. Vader. Op zjjn verzoek is, met ingang van 18 October 1945, eervol ontslag ver leend aan G. A. Wark als leeraar in de scheeps- werktuigkunde. Zijn lessen werden van 19 October 1945 af tijdelijk waargenomen door J. Vrolijk. De lessen van Van Genk werden van 18 September 1945 af tjjdeljjk gegeven door J. W. Patjjn en die van Dr. J. Mullemeister door J. A. Schaap, leeraar aan de school Het onderwijzend personeel was op 31 December 1945 samengesteld als volgt: Dr. F. C. Dominicus, J. Doves, E. Gelpke, P. J. van Genk, J. Karst, D. G. Magé, Dr. J. Mulle- meister, J. de Neef, J. W. Patijn, J. van Roon, J. A. Schaap, Dr. P. M. Vader, J. Vrolijk, E. J. Wasscher, J. L. Zuijdervelt. t s 5 vergadering van 31 December 1945 hem met in gang van dien dag ontslag te verleenen als lid der Commissie en in zijn plaats te benoemen B. J. Jansen, oud-gezagvoerder der Stoomvaart-Maat- schappü „Nederland”. Aan het einde van het ver slagjaar bestond de Commissie derhalve uit de heeren: G. J. Verwijnen, voorzitter, J. N. Egmond, B. Holthuis, B. J. Jansen en Dr. Mr. A. Buriks, secretaris. Gebouw, leermiddelen en schoolmeubelen. Het gebouw Waalstraat, waarin de school nog steeds is gevestigd, verkeert in zeer slechten staat. Wel is de glasschade en de schade aan het dak (een gevoig van de bombardementen in Februari en Maart) hersteld, doch telkens vallen stukken kalk uit de plafonds en uit de muren. Van de leermiddelen is in den tijd, dat de school na de bombardementen in de omgeving tijdelijk onbeheerd stond, veel beschadigd. Dit is ook het geval met de meubelen. In verband met de herhaalde vordering van het gebouw Visschershavenweg kon de school nog steeds niet naar haar eigen gebouw terugkeeren. Zoowel het instrumentarium als de bibliotheek zijn voor een Zeevaartschool zeer primitief. Aldus vastgesteld door de Commissie van Toe zicht op de Visscherijschool en de Zeevaartschool te Scheveningen, den 15den Maart 1946.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 463