8
VERSLAG der Gemeentebelastingen van ’s-Gravenhage
over het jaar 1945.
HONDENBELASTING. (Zie staat III).
99
99
99
99
terwijl het gemiddeld bestede bedrag per toegangs
bewijs voor bovengenoemde vermakelijkheden on
derscheidenlijk I 2,42, f 2,26, f 2,26, f 0,91 en f 0,89
bedroeg.
Het door de bezoekers bestede bedrag voor too-
neel-, opera- en operettevoorstellingen te zamen
bedroeg over 1945 9,3 pCt. tegen 12,7 pCt. over 1944
van het totaal bedrag en het aantal afgegeven
toegangsbewijzen onderscheidenlijk 4,3 pCt. tegen
5,2 pCt. van het totaal daarvan.
0,3 pCt.
1,6 pCt.
74- pCt.
3,9 pCt.
In staat III komen voor het aantal houders van
honden, ingedeeld naar hun inkomen, het aantal
luxe-, bedrjjfe- en waakhonden, alsmede de op
brengst der belasting over de jaren 1938 tot en
met 1945.
Het totaal aantal honden, waarvoor aanslagen
werden opgelegd, bedroeg in 1943 16 149, in 1944
14 727 en in 1945 12 472.
De vermindering van dit aantal is hoofdzakelijk
toe te schrijven aan gebrek aan voedsel voor de
honden.
De bruto-opbrengst der kohieren bedroeg (in
ronde cijfers) in 1943 f 156.000,—, in 1944 f 152.500,—
en in 1945 f 125.900,—.
De zuivere opbrengst dezer belasting bedroeg,
na aftrek der ontheffingen en van de oninbare
posten, over genoemde jaren rond f 135.100,
f 138.100,— en f 108.200,—.
De cijfers van het laatste jaar kunnen nog wijzi
gingen ondergaan ten gevolge van nog op te
leggen aanslagen, te verleenen ontheffingen op
reclames en wegens oninbare posten.
Voorts geeft dit overzicht aan de door de hou
ders niet aangegeven honden, welke door de belas
tingambtenaren en de politie werden aangetroffen,
terwijl tevens is vermeld het aantal honden, dat
werd opgevangen en dat in het Dierenasyl werd
afgemaakt.
voor:
8,8 pCt.
0,5 pCt.
3,4 pCt.
61,7 pCt.
3,2 pCt.
STRAATBELASTING en rechten op ingebruik
neming Gemeentegrond of -water. (Zie de staten
IV en V).
4,- pCt. van het totaal
99
99
99
BELASTING OP VERMAKELIJKHEDEN. (Zie de
staten I en II).
Staat I bevat een overzicht van de opbrengst en
van het voor toegangsbewijzen bestede bedrag
over de jaren 1943, 1944 en 1945, terwijl staat II een
aantal gegevens vermeldt omtrent de in het ver
slagjaar van Gemeentewege uitgereikte of afge
stempelde toegangsbewijzen in verschillende prijs
klassen.
De zuivere opbrengst dezer belasting bedroeg
over 1945 f 1.509.144,tegen f 1.020.558,over 1944
en f 1.125.011,— over 1943, zoodat over 1945 de op
brengst rond f 488.500,meer bedroeg dan over
1944 of 47,9 pCt.
Het percentage van de totale opbrengst dezer
belasting op van Gemeentewege uitgereikte of af
gestempelde toegangsbewijzen bedroeg voor too-
neel, opera en operette en concerten 10,7, voor
bioscoopvoorstellingen (waaronder ook van bios
copen uitgaande tooneel- en revuevoorstellingen,
variété e. d.) 64,9, voor sport 2,7 en voor de overige
vermakelijkheden 21,7.
Uit staat II blijkt, dat in 1945 8 951 779 toegangs
bewijzen werden afgeleverd of gemiddeld 19 per
inwoner.
Van het totale aan toegangsbewijzen bestede be
drag werd in 1945 o.a. uitgegeven
tooneelvoorstellingen
opera en operette
concerten
bioscoopvoorstellingen
sport
Het aantal afgegeven toegangsbewijzen in 1945
bedroeg voor:
tooneelvoorstellingen
opera en operette
concerten
bioscoopvoorstellingen
sport
Algemeene opmerking.
Het verslag geeft een overzicht van de volgende
G emeentebelastingen
Belasting op vermakelijkheden;
Hondenbelasting
Straatbelasting en rechten wegens het gebruik
of genot van Openbaren Gemeentegrond.
Ingevolge een aanschrijving van den Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van
10 October 1945, No. 5620, Afd. V.H.M.O., is over
het schoolgeldjaar 1944/45 voor het middelbaar en
het voorbereidend hooger onderwijs geen school
geld geheven.
Krachtens het Koninklijk besluit van 20 Novem
ber 1945 (Staatsblad No. F 291), houdende vast
stelling van het „Tijdelijk Besluit schoolgeld lager
onderwijs 1945” is over de schoolgeldjaren 1942/43,
1943/44 en 1944/45 voor het openbaar en het bijzonder
gewoon, voortgezet gewoon en uitgebreid lager on
derwijs geen schoolgeld geheven.
Staat IV geeft een vergelijkend overzicht van
het aantal aangeslagen perceelen, de opbrengst der
kohieren en de zuivere opbrengst na aftrek van
ontheffing na reclame en van de oninbare posten,
over de jaren 1936 tot en met 1945.
De straatbelasting is thans gedurende een tijdvak
van 5 jaren naar een gelijk heffingspereentage
geheven.
De vermindering van het bedrag der kohieren
bedroeg over het laatste jaar rond f 13.100,— of
0.40 pCt.
Het aantal belastbare perceelen daalde van
76 758 in 1942 tot 73 757 in 1945, alzoo met 3 001 of
3,9 pCt. Een en ander was voornamelijk een
gevolg van de door de bezetters bevolen afbraak
in de zg. vesting Scheveningen.