9 VERSLAG van den Keuringsdienst van Waren voor het gebied ’s-Gravenhage over het jaar 1945. ALGEMEEN OVERZICHT. Keuringsgebied en heffingen van het recht, be doeld in Art. 13 Warenwet. Het keuringsgebied ’s-Gravenhage omvat 31 ge meenten, W’aarvan het aantal inwoners op rond 737 000 wordt gesehat. De heffing, bedoeld in art. 13 Warenwet, werd geheven van omstreeks 8 630 bedrijven, tot een totaal bruto bedrag van bijna f 36.000, Met uitzondering van de inning der bedragen, welke door de gemeenteontvangers geschiedt, wor den alle werkzaamheden aan de heffing van dit recht verbonden, door de administratie van den keuringsdienst verricht. Gebouw en inventaris. Aan het gebouw werden slechts enkele kleine herstellingen verricht. De aanschaffing van che micaliën. glaswerk en instrumenten was zeer be zwaarlijk en in vele gevallen ónmogelijk, zoodat de magazijnvoorraad van verschillende onmisbare voorwerpen bedenkelijk verminderde. 23 Februari 1943, waarbij het gebruik van enkele abnormale grondstoffen bij de broodbereiding zijn toegelaten, zoolang brood als distributiegoed is aangewezen. Bij beschikking van den Minister van Sociale Zaken van 17 November 1945, Ned. Stct. No. 117, is het procentisch extractgehalte van de stamwort, waaruit bier wordt bereid, verhoogd tot 5.9. Bjj het Bierbesluit is een stamwort met een extraetgehalte van ten minste 9.voorgeschreven. Vóór 17 No vember 1945 was dit gehalte tot 2.9 teruggebracht. Bij beschikking van den secretaris-generaal van het Departement van Sociale Zaken van 19 Febr. 1945, Ned. Stct. No. 19, is bepaald, dat in de provin cies Noordholland, Zuidholland en Utrecht voor den tijd van 7 Januari tot 1 April 1945 het proeentiseh vetgehalte van de melk moest liggen tusschen 1.95 en 2.05. Personeel. Op 31 December telde de Dienst 32 personeels leden. Behalve de directeur waren aan den Dienst verbonden een adjunct-directeur, 1 scheikundige, 6 keurmeesters B, 8 keurmeesters A, 1 analyst B, 3 analysten A, 2 adjunct-analysten, 2 laboratorium- bedienden, 1 administratief ambtenaar C, 1 boek houder A, 3 schrijvers 2de klasse en 2 werkvrouwen voor het schoonhouden van het gebouw. In 1945 waren 2 ambtenaren van den Centralen Contróledienst als onbezoldigd opsporingsambte naar in tijdelijken dienst werkzaam, ter aanvul ling van het werk der keurmeesters, meer in het bijzonder voor zooveel betreft de opsporing van overtredingen van het Melkstandaardisatiebesluit en het Melkbesluit. In het verslagjaar is door hen evenwel geen enkel proees-verbaal opgemaakt. In verband met den zeer geringen aanvoer van visch en vischproducten werd geen voorstel ge daan om te voorzien in de vacature van visch- keurmeester, welke in 1944 is ontstaan. Aan den met de keuring van visch belasten keurmeester konden naast zijn normale werk ook verschillende andere werkzaamheden worden opgedragen. Als volontair-analysten waren na 1 Juni 1945 5 dames bij den Dienst werkzaam, waarvan er één het diploma van analyst, ingesteld door de Neder- landsche Chemische vereeniging, behaalde. Het aantal ziektedagen van het personeel was ook dit jaar zeer groot en bedroeg 1394H; één keurmeester was het geheele jaar door ziekte ver hinderd zijn werk te verrichten. In het verslagjaar zijn twee tijdvakken te onder scheiden; de eerste vier maanden, gekenmerkt door een nijpend gebrek aan voedingsmiddelen, ten ge volge waarvan er vooral te ’s-Gravenhage en de daaromheen liggende gemeenten volslagen hon gersnood heerschte en het laatste 8-tal maanden, waarin na de bevrijding van ons land de voor ziening van voedingsmiddelen gaandeweg ver beterde. In het eerstgenoemd tijdperk daalde het broodrantsoen tot 800 gram per 14 dagen. Voor vol wassenen werd melk noch taptemelk beschikbaar gesteld. Uit de centrale keukens kon dagelijks een liter soep van geringe voedingswaarde worden betrok ken. Suikerbieten en bloembollen moesten de aard appelen vrijwel geheel vervangen. De voedings waarde van het dagelijks beschikbare voedsel daalde beneden 500 calorieën. Na de bevrijding steeg de voedingswaarde van de distributie-artikelen al spoedig tot omstreeks 2000 calorieën per dag. De werkzaamheden van den Dienst beperkten zich in de eerste 4 maanden bijna uitsluitend tot het onderzoek van brood en melk. Daarbij werd de Dienst ten zeerste bemoeilijkt door het ophou den van den toevoer van gas, later ook van elec- triciteit. De onderzoekingen konden echter gaande worden gehouden dank zij de hulp, welke werd verleend door verschillende bedrijven, die zelf stroom opwekten. Daarheen werden de electrische droogstoven en andere apparaten overgebracht, waardoor de zooveel mogelijk in het laboratorium voorbereide onderzoekingen tot een goed einde konden worden gebracht. Dank zij de betoonde hulpvaardigheid van de Gemeenteapotheek, het Openbaar Slachthuis en de ’s-Gravenhaagsche Melkinrichting „de Sierkan” kon de controle op de nog beschikbare voedingsmiddelen geregeld voort gang vinden. Hoe noodig deze controle was, bewijst het groote Uitvoeringsbesluiten Warenwet. Bij K.B. van 12 November 1945, Ned. Stct. No. 115, zijn opnieuw afgekondigd de bepalingen van het vervallen besluit van den secretaris-generaal van het Departement van Sociale Zaken van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 78