2
I
I
ken in de binnenstad mededeeling gedaan, dat de
indertijd door de Duitsche macht afgezette Burge
meester Mr. S. J. R. de Monchy van het bordes van
het Stadhuis al' een proclamatie bekend zou maken.
Te 12 uur geschiedde de afkondiging van deze
proclamatie in tegenwoordigheid van eenige Wet
houders en den Gemeentesecretaris, allen onder de
Duitsche bezetting uit hun ambt verwijderd of
afgetreden. De tekst der proclamatie, welke in de
volgende dagen op vele punten in de stad werd
aangeplakt, volgt hier.
Stadgenooten!
’s-GRAVENHAGE is vrij!
De Duitsche bezetting heeft zich aan onze Bond-
genooten overgegeven!
Niet langer wordt elke jonge man met slavernij
bedreigd.
Wjj allen kunnen weder lezen en luisteren, spre
ken en zingen naar wjj willen!
Thans kan ook, naar mensehelijke berekening,
het oogenblik niet meer verre zijn, waarop de
Residentie Hare Majesteit, onze geliefde en geëer
biedigde Koningin, na bijkans vijf lange jaren
weder in haar midden zal mogen zien en ook het
Prinseljjk Gezin, dat zulk een warme plaats in
onze harten heeft, zal mogen begroeten. Evenals
in 1813 komt met de Vrijheid ook Oranje weder in
Nederland terug!
Vergeten wij echter op dezen dag van vreugde
hen niet, die in openlijken of bedekten strijd voor
onze vrijheid hun leven lieten of die door bommen
of vergeldingswapens werden getroffen. Wjj weten
thans, dat al deze offers Gode zij dank! niet
tevergeefs zijn gebracht!
Krachtens het „Besluit Tijdelijke Voorziening
Bestuur Provinciën en Gemeenten” heb ik heden
het bestuur dezer gemeente weder op mij genomen.
Op grond van ditzelfde Besluit treden ook de
Wethouders, die in 1939 door den Raad tot dit
ambt geroepen werden, weder in functie.
Ik zal voorts mjjn taak hebben te vervullen in
samenwerking met het Militair Gezag, naar de
regelen bij het Besluit op den Bjjzonderen Staat
van Beleg gesteld. Het Plaatselijk Commando der
Binnenlandsche Strijdkrachten staat mij bij de
handhaving der openbare orde ter zijde.
Aan de wanorde en de bandeloosheid der laatste
jaren, te verklaren in een burgerij, die vreemd
stond tegenover haar Overheid, moet thans, nu
weder een nationaal gezag de leiding der zaken
in handen heeft, op slag een einde komen. Ik doe
daartoe op U allen een ernstig beroep.
Niemand late zich verleiden tot het plegen van
eigenrichting jegens die landgenooten, die zich
aan ons volk vergrepen hebben. Zij zullen hun
gerechte straf niet ontgaan, maar zij zullen be
recht worden naar Nederlandschen trant, d.w.z.
naar de regelen, bij de wet gesteld, door krachtens
de wet aangewezen rechters.
Het zal niet mogelijk zijn terstond te voorzien in
alle nooden, waaronder de bevolking als gevolg
van den oorlogstoestand lijdt.
De helpende hand, welke ons dezer dagen van de
zijde der geallieerde mogendheden op zoo ont
roerende wijze werd toegestoken, zal zonder twijfel
spoedig in de voedselpositie van het Westen des
lands een aanzienlijke verbetering brengen. Maar
voordat op het geheele gebied der dagelijksche
levensbehoeften de voorraden bij grossiers en win
keliers zoo zullen zijn aangevuld, dat ieder weder
als voorheen vrijelijk kan koopen wat hij begeert,
zullen er maanden moeten verloopen.
andere brandstof, was een ramp voor de bevolking.
Een belangrijke dienst, welke eveneens stagneer
de, was de Gemeentelijke Reinigingsdienst. Eens
deels wegens gebrek aan brandstof en ander
noodig materiaal, anderdeels ten gevolge van de
verzwakking der werkers door den hongersnood
kon de normale arbeid, waaronder de inzameling
van het huisvuil, niet meer verricht worden. De
burgerij ontdeed zich van dit vuil door het op
onbebouwde plaatsen, op straten en in plantsoenen
te storten. De vele vuilnishoopen te midden van de
bebouwing vormden uiteraard een voortdurende
bedreiging van den gezondheidstoestand.
In dit verband verdient een belangrijk lichtpunt
in den barren tijd ook vermelding: de Duinwater
leiding is blijven functionneeren! Toen in April
1945 het Eleetriciteits-Bedrijf zelfs geen energie
meer voor de waterpompen kon leveren, werd het
waterleidingbedrijf nog met behulp van een oude
stoompomp aan den gang gehouden, waarvoor
tijdig eenige kolenvoorraad was gereserveerd. Wel
w’as de capaciteit van dat werktuig niet voldoende
om permanent den noodigen druk te handhaven,
doch groot genoeg om althans in de avond- en
nachturen ook aan de hooger gelegen verdiepingen
water toe te voeren. Voor de volksgezondheid is
deze ononderbroken levering van zuiver water
ongetwijfeld van enorme beteekenis geweest.
De schade ten gevolge van oorlogshandelingen
was zeer groot. De Duitschers zetten de lanceering
van voor Engeland en Zuid-Nederland bestemde
vliegende bommen (V-wapens) dicht bij of zelfs in
bebouwde stadsdeelen voort. Door de enorme lucht
trillingen werd aan talrijke gebouwen groote
schade toegebracht, terwijl ten gevolge van mis
lukte lanceering eenige vliegende bommen in de
stad neerkwamen, w-oonhuizen verwoestten en
slachtoffers onder de bevolking maakten, o.a. aan
de Kamperfoeliestraat, de Riouwstraat en de
Westduinweg. Daarnaast werden talrijke perceelen
beschadigd door bombardementen uit de lucht,
waartoe de aanwezigheid van opslagplaatsen der
Duitschers en van startplaatsen voor vliegende
bommen aanleiding gaf.
Een ramp van buitengewonen omvang trof de
Residentie door het groote bombardement van 3
Maart 1945, waarbij nagenoeg het geheele Bezui-
denhoutkwartier werd verwoest. Daarbij kwamen
ruim 500 personen om het leven; rond 3 300 wonin
gen werden verwoest of zwaar beschadigd; voorts
290 bedrijven, 2 bakkerijen, 5 kerkelijke gebouwen,
2 pastorieën, 15 scholen en gymnastieklokalen, 64
kantoren, 10 openbare gebouwen, 8 ziekeninrich
tingen.
In de laatste maanden van hun heerschappij
hebben de Duitschers nog zooveel mogelijk mate
rialen en transportmiddelen naar Duitschland ge
sleept. Daaronder bevonden zich ook verscheidene
tramwagens der N.V. Gemengd Bedrijf Haagsche
Tramweg-Maatschappjj.
Op Vrijdag 4 Mei des avonds ging de blijde mare
van mond tot mond, dat de geheele nog op Neder-
landsch grondgebied aanwezige Duitsche leger
macht met ingang van 5 Mei had gecapituleerd.
Een wonderlijke Zaterdag 5 Mei volgde:
van het Duitsche machtsapparaat werd in de Resi
dentie niet veel meer bemerkt, van een Neder-
landsch gezag nog niets. Maar een opgewekte
stemming beheerschte de bevolking ondanks de
moeilijke omstandigheden. En de aanvoer van
levensmiddelen door de lucht ging steeds voort.
Den volgenden dag, Zondag 6 Mei, werd aan het
einde van de ochtendgodsdienstoefeningen in ker-