4 swwww* en Jaar. Gefusilleerd. To zamen. Behalve ft i) De in het verslag over 1944 vermelde aantallen bleken later hooger te zjjn. De in de maanden van den grootsten nood ont vangen hulp van Zweden leeft nog steeds in dank bare herinnering voort. Om daarvan ook te doen blijken, besloten de vier grootste gemeenten des Rijks, op initiatief van het Ilaagsche Gemeente bestuur, aan Zweden een herinneringsgeschenk aan te bieden. Deze aanbieding is echter in het verslag jaar nog niet geschied. 17 15 17 86 23 Door ander oorlogsgeweld omgekomenen. 200 21 15 1 102 586 200 38 30 21 188 609 1940 1941 1942 1943 1944 1945 van de oorlogsgeweldslachtoffers dient hier ook gewag te worden gemaakt van het groote aantal Joodsche medeburgers, dat niet is terug gekeerd, nadat het door de Duitsche bezettings macht was weggevoerd, voornamelijk in 1942 en 1943. Na de bevrijding waren bjj de Joodsche kerke- Ijjke gemeente nog slechts rond 1 700 personen in geschreven, terwijl het aantal burgers van Jood- schen stam, in 1941 geregistreerd op grond van de voorschriften der Duitschers, ruim 17 OOO was. Slechts een tiende gedeelte overleefde derhalve de vervolging; de anderen waren omgebracht, meeren- deels in de gaskamers van Auschwitz (D.) en an dere kampen. Van de talrijke moeilijkheden, welke bij de repa- trieering van vele personen overwonnen moesten worden, verdient in het bijzonder die van het „op vangen” der beschikbaar komende arbeidskrachten vermelding. Honderden daarvan konden worden te werk gesteld bij den Dienst der Gemeenteplant- soenen, welke vele handen kon gebruiken bij de verwijdering van door de burgerij gestort huisvuil uit plantsoenen en bjj het herstel van straat- en plantsoenbeplanting. Daarenboven kon velen een taak worden gegeven bij de opruiming van de tienduizenden m3 puin in de verwoeste stadsdeelen, waarmede weldra onder leiding van de directie va# den Gemeentelijken Reinigingsdienst werd be gonnen. Van de vele werkzaamheden na de bevrijding door de Gemeentelijke Overheid en diverse instel lingen verricht om zoo spoedig mogelijk weder tot een meer normalen gang van zaken te komen en geleden schade zooveel mogeljjk te herstellen, bljjkt verder in menig opzicht uit de volgende bladzijden en uit de afzonderlijke verslagen be treffende Gemeentelijke diensten en bedrijven. Wat het bestuur der Gemeente betreft zij ver meld, dat het College van Burgemeester en Wet houders, ingevolge de desbetreffende bepalingen, tot en met 18 November 1945 ook de taak van den Gemeenteraad waarnam. Met ingang van 19 No vember 1945 trad een tijdelijke Gemeenteraad met beperkte bevoegdheid in functie, welks leden waren aangewezen overeenkomstig het Besluit Tij delijke Voorziening Gemeenteraden, waaromtrent in hoofdstuk I nadere mededeelingen voorkomen. Het is hier de plaats om met een paar cijfers aan te duiden, hoe groot de totale verwoesting aan woonruimte in de oorlogsjaren is geweest. Onher stelbaar verwoest of beschadigd waren 8 373 wo ningen. herstelbaar 19 703. „De Vesting Scheveningen” bleef op last van het Militair Gezag voorloopig gesloten. Aanvankelijk mocht geen der vroegere bewoners zich daar ves tigen. Later in het jaar werd daartoe geleidelijk meer gelegenheid geboden Een zeer nadeelige factor in verband met het toch reeds nijpende woningtekort, dat grooter werd naarmate meer vroegere inwoners der Gemeente tcrugkeerden. was, dat het Duindorp te Schevenin gen met zijn 2 064 woningen (van het oorspron kelijke aantal van 3 028 waren er 388 verwoest en 576 zwaar beschadigd) door het Militair Gezag ge vorderd werd als gevangenenkamp voor de poli tieke delinquenten, die vlak na de bevrijding in grooten getale waren gevat. Daarenboven werd de w'oningpositie van 1 Juli 1945 af practise!) geheel beheerscht door B.A.R.A. (Bureau Afvoer (Aanvoer) Regeerings-Apparaat), dat op successievelijk weer beschikbaar komende woningen in het vestinggebied Scheveningen en elders beslag legde ten behoeve van ambtenaren, die met den terugkeer van regeeringsbureaux weder in de Gemeente gehuisvest moesten worden. Eerst geruiiuen tijd na de bevrijding werd een begin gemaakt met het slechten van de formida bele versterkingswerken in en om de „Vesting Scheveningen” aangelegd. Met het opruimen van de mijnenvelden in en om de stad was reeds kort na den 5den Mei een aanvang gemaakt. De Münen-Opruimings-Dienst van het militair apparaat heeft duizenden mijnen onschadelijk gemaakt. Langs de kust in zee werden eveneens de meest noodzakelijke mjjnenveegdiensten verricht en reeds in Juli konden de eerste Scheveningsche loggers weer ter visehvangst uitvaren. Een symptoom van het intredende herstel van het bedrijfsleven, dat ook op ander terrein teekenen van herleving ging vertonnen. Ook andere instellingen, waaronder het Neder- landsche Roode Kruis, boden in menig opzicht aan allerlei categorieën hulpbehoevenden de helpende hand. Het aantal hulpbehoevenden was zeer groot. Vooreerst de slachtoffers van de bombardementen, meestal geheel van have en goed berooid. Verder degenen, die door verdrijving vanwege de Duitsche bezettingsmacht inboedel en andere bezittingen hadden verloren. Dan nog, onder vele anderen, de duizenden, die uit den vreemde, ■waarheen zij door de Duitschers voor dwangarbeid waren wegge voerd, konden repatrieeren, nadat geheel Duitsch- land overwonnen was. Met de organisatie van den terugkeer der repa- trieerenden en hun ontvangst had de Gemeente omvangrijke bemoeiingen. Sommigen der terugge keerden. die voorloopig elders geen onderkomen konden vinden, moesten worden ondergebracht in Gemeentelijke Noodtehuizen. Een vrij omvangrijke groep van personen, aan wie ook hulp geboden moest worden, werd gevormd door gezinnen, wier kostwinner in den oorlog was omgekomen. Behalve de kostwinners, die uit den vreemde niet terugkeerden, valt in dit verband te denken aan de hier ter stede door honger, oorlqgs- handelingen en fusillades omgekomenen, waar onder zich ettelijke kostwinners bevonden. Het aantal oorlogsgeweldslachtoffers, verdeeld in door de bezettende maeht ge fusilleerden anderen was in de jaren 1940 t./m. 1945 als volgt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 9