VT 1 7 b. c. (I. a. de Wederopbouw: Ir. L. J. M. b. c. d. f. 6 I I Kunsten, de Koninklijke Schouwburg, het Oud- Archief, de Kunstsubsidies, het vreemdelingen verkeer, de Drankwet, de bevolking, de verkie zingen, de Burgerlijke Stand en de militaire zaken. f t Lijst 3: Jhr. Mr. M. A. Beelaerts van Blokland, W. den Duik Jaczn., N. Veldhoen, W. Wage- naar. Lijst 4: G. G. Geelhoed. H. N. W. Hovens, Mevr. A. C. van KoertMulder, C. Leeflang, P. P. J. Metscher, B. T. Peters, G. van Praag. Lijst 5: D. W. Dettmeijer, Drs. C. A. A. van Luttervelt. K. J. Nieukerke, Mr. EL J. Smidt. Hjst 6: Jhr. Mr. J. AL AI. van Aseh van Wijck, J. Dubbeldam, Mr. J. J. Hangelbroek, Dr. F. L. van Muiswinkel, H. Smitskamp. De Gemeenteraad trad op 3 September 1946 in deze samenstelling in functie. In het verslagjaar zijn 8 vergaderingen van deze Baad gehouden, waartoe uitsluitend op na middagen werd bijeengekomen. Op 3 September werden door de nieuw opge treden Gemeenteraad tot Wethouders gekozen: Ir. L. J. Al. Feber en Th. AI. Dresmé, op 9 Sep tember: C. H. P. W. van den Oever en Dr. B. van den Tempel en op 12 September: J. van Zwijndregt. Het College van Burgemeester en Wethouders heeft op 17 September 1946 het arbeidsgebied van de Burgemeester en de Wethouders als volgt vastgesteld. de Burgemeester: de Politie, de Brandweer, het Oud-Archief, het vreemdelingenverkeer, de Drankwet, de bevolking, de verkiezingen, de Burgerlijke Stand en de militaire zaken; de Wethouder van Wederopbouw, Openbare Werken en Toneeizaken, Ir. L. J. M. Feber: de Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting, het Bouw- en Woningtoezicht, de Gemeente werken, de Gemeenteplantsoenen, de Weder opbouw en de toneeizaken; de Wethouder van Financiën, Th. M. Dresmé: de financiën en de Gemeentelijke Hypotheek bank; de Wethouder van Sociale Zaken, C. H. P. IJ’. van den Oever: de personeelsaangelegenhe den (behalve die van de Politie, de Brand weer en het Onderwijs), de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen, de statistiek en de voorlichting, de openbare gezondheid, de sociale verzekering en sociale zorg; de Wethouder van Economische Zaken en Kunstaangelegenheden, Dr. B. van den Tem pel: het Gemeentelijk Gasbedrijf, het Gemeen telijk Electriciteits-Bedrijf, de Duinwaterlei ding, het Openbaar Slachthuis, het Haven en Marktwezen, de Gemeentelijke Reinigings dienst, de Stichting „Centraal Badbeheer”, de Gemeentelijke Leen- en Voorschotbank, de Haagse Tramweg-Alaatschappij, handel en nijverheid en kunstaangelegenheden (met uitzondering van de toneeizaken); de Wethouder van Onderwijs, J. van Zwijn dregt: het onderwijs en de Stichting „Haagse Sport- en Speelterreinen”. Ter vervanging van de met ziekteverlof af wezige Wethouder Dr. B. van den Tempel werd de heer C. P. Damme op 16 December 1946 tot tijdelijk Wethouder benoemd, met dien verstan de, dat de kunstaangelegenheden, met inbegrip van de toneeizaken, tijdelijk werden behandeld door de Wethouder van Onderwijs, de heer J. van Zwijndregt. Het College van Burgemeester en Wethouders was op 1 Januari 1946 samengesteld als volgt. Burgemeester: Air. S. J. R. de Alonehy, Wet houders: Ir. L. J. M. Feber, Th. M. Dresmé, Air. H. J. Smidt. C. H. P. W. van den Oever en Dr. B. van den Tempel. De Wethouders zijn genoemd in de volgorde, waarin zij de Burgemeester ver vingen. Het arbeidsgebied van de Wethouders, op 19 November 1945 door Burgemeester en Wethou ders vastgesteld, was als volgt. Wethouder voor de Stadsontwikkeling en de Volkshuisvesting, het Bouw- en Woningtoe zicht, de Gemeentewerken, de Gemeenteplant soenen en Feber; Wethouder voor de Financiën en de Gemeen telijke Hypotheekbank: Th. M. Dresmé; Wethouder voor het Onderwijs en de Stich ting „Haagse Sport- en Speelterreinen”: Mr. H. J. Smidt; Wethouder voor de personeelsaangelegenhe den (behalve die van de Politie, de Brand weer en het Onderwijs), de Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon, de statistiek en de voorlichting, de openbare gezondheid, de sociale verzekering en de sociale zorg: C. H. P. W. van den Oever; Wethouder voor het Gemeentelijk Gasbedrijf, het Gemeentelijk Electriciteits-Bedrijf, de Duinwaterleiding, het Openbaar Slachthuis, het Haven- en Marktwezen, de Gemeentelijke ■Reinigingsdienst, de Gemeentelijke Leen- en Voorschotbank, de Haagse Tramweg-Maat- schappij en de Stichting „Centraal Badbe heer”: Dr. B. van den Tempel. Het arbeidsgebied van de Burgemeester, vast gesteld op 29 November 1945, was als volgt. De Politie, de Brandweer, de Dienst voor Schone a. e. e. i College van •x:-' lüLuli j Burgemeester en Wethouders.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 13