13
1
ALGEMEEN OVERZICHT.
I. BEHEER.
GEMEENTEPLANTSOENEN VAN 'S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1946.
s
VI. BEPLANTINGEN BIJ GEMEENTE-
GEBOUWEN.
Het onderhoud hiervan werd wederom gedeel
telijk in eigen beheer en gedeeltelijk door der
den uitgevoerd.
V. WERKTUIGEN, GEREEDSCHAPPEN ENZ.
In 1946 werd grote aandacht besteed aan het
wederom aanvullen van de voorraad werktui
gen en gereedschappen, welke door de Duitse
bezetting en de tijdelijke Dienst voor de Teelt
van Voedingsgewassen sterk was aangetast. De
hier zo dringend gewenste aanvulling kon niet
ten volle worden verkregen wegens het zeer ge
ringe aanbod en de mindere kwaliteit van de
nieuwe materialen.
Het onderhoud der werktuigen en gereed
schappen geschiedde zoals gebruikelijk in eigen
beheer.
III. TERREINEN.
De oppervlakte van het bedrijfsterrein bleef
ongewijzigd, nl. 8.00.42 ha. Aan de Ockenburgh-
straat (Lsd.) werd de kwekerij „Westduin” aan
gelegd, ter vervanging van de kwekerij „Wild
hoef” aan de Daal- en Bergselaan, welke door
Twee ambtenaren waren aan het einde van
het verslagjaar gedetacheerd bij het Gemeente
lijk Electriciteits-Bedrijf en bij de Gem. Leen-
en Voorschotbank (afd. Consumentencrediet),
terwijl 3 ambtenaren en 4 werklieden in mili
taire dienst waren.
II. PERSONEEL.
Het personeel was op 31 December 1946 als
volgt samengesteld:
Het verwijderen van het door het publiek ge
storte huisvuil in parken en plantsoenen vond
reeds in 1945 grotendeels plaats, waarna een
begin kon worden gemaakt met het herstel der
beplantingen.
Door deze nieuwe aanleg nam de zorg voor
het onderhoud geleidelijk toe. De onderhouds
werkzaamheden van de openbare wandelplaat
sen en plantsoenen, die.van de beplantingen en
paden op de Algemene Begraafplaatsen, bene
vens van de onderscheiden parken buiten de
Gemeente liggende, geschiedden in eigen beheer.
IV. GEBOUWEN EN INRICHTINGEN.
Enige dringende voorzieningen aan de ge
bouwen alsmede de kleine dagelijkse onder
houdswerken werden in eigen beheer uitgevoerd.
de Duitse bezettingsmacht bij het graven van
de zg. tankgracht werd vernield.
De Dienst der Gemeenteplantsoenen werd be
heerd door Burgemeester en Wethouders, bijge
staan door de Commissie van Bijstand in het
Beheer der Plaatselijke Werken en Eigendom
men, welke tot 9 September 1946 bestond uit
mevr. N. C. BoumaVan Strieland en de heren
J. W. van den Akker, A. Folmer, W. F. van
Niekerk, J. P. Schalker en J. J. Visser.
Met ingang van 9 September was de samen
stelling als volgt. Mevr. N. C. BoumaVan
Strieland en de heren J. W. van den Akker, Jhr.
Mr. J. M. M. van Asch van Wijck, G. G. Geel
hoed, G. W. Hijlkema en K. J. Nieukerke.
Het voorzitterschap van deze Commissie werd
bekleed door de heer Ir. L. J. M. Feber, Wethou
der van Wederopbouw, Openbare Werken en
Toneelzaken.
VII. WANDELPLAATSEN EN PLANTSOENEN.
In verband met de „wederopbouw”-werkzaam-
heden kunnen de juiste gegevens betreffende
de lengte der straatbeplanting, de oppervlakte
der plantsoenen, de lengte en oppervlakte der
wandel-, rijwiel- en ruiterpaden en het aantal
plantsoenbanken nog niet worden verstrekt.
BULAGE
pers. 13 (13)
35 (29)
26 (36)
2 (-)
63 (65)
b. Werklieden.
Tydeljjke.
Lo^se.
57
121
292 (315)
De tussen geplaatste cijfers geven de getallen aan voor het
40
9
7 (13)
19 (23)
40
72
4
5
Totaal.
1 1)
28 (28)
34 (36)
114
1) Waaronder 3 werkvrouwen.
r
dienstjaar 1945.
Voorlieden
Tuinlieden
Plantsoenwerkers
Overige werklieden
Minder-validen
a. Ambtenaren.
Op aiboids.
overeenk.
Totaal.
19 17)
152 (160)
103 (100)
13 33)
5 5)
Onderhoud.
- (-)
2 (-)
Vaste. Tydelijko.
Directeur1(1)
Technisch personeel 21 (15)
Administratief
Vaste.
19
72
23
Straatbeplantingen, plantsoenterreinen, wandel-,
rijwiel- en ruiterpaden en plantsoenbanken.