19 de 2 J wordt verlangd, wordt overgegaan, daarvoor toestemming zal zijn verkregen. Ten einde het bezit van goedkeuringen te verzekeren, waaraan voor de Gemeente grote financiële consequenties zijn verbonden, hebben Burgemeester en Wethouders voorgesehreven, Gemeente zal worden aangevangen, vóórdat daartoe instemming van de Dienst is verkregen. Hiertoe werden door de verschillende tech nische diensten gedurende 1946 regelmatig de op de in het voornemen liggende werken betrek king hebbende bescheiden bij de Gemeentelijke Dienst voor de Wederopbouw ingediend; nadat beoordeling van de urgentie, de voor de uitvoe ring benodigde hoeveelheden materialen en bouwvakarbeiders, alsmede van de kosten en de wijze van uitvoering (eigen beheer of aanbeste ding) had plaats gevonden, werden in de regel stappen ondernomen om de vereiste toestemming van het C.C.W. (en in bepaalde gevallen van andere Rijksinstanties) te verwerven; veelal volgden terzake dan nog onderhandelingen en ten slotte, nadat goedkeuring was verkregen, de accoordverklaring van de Dienst aan de betrok ken Gemeentelijke technische dienst. De hiervoren geschetste procedure vond met betrekking tot de aan de Dienst van Gemeente werken opgedragen werkzaamheden toepassing voor de puinruimingswerkzaamheden buiten het Bezuidenhout, sedert 16 September 1946 ook voor de puinruimingswerken in het Bezuidenhout, voor het herstel van de openbare gebouwen, voor het herstel en de vervanging van meubilaire goederen en ten slotte voor het herstel van een aantal buiten Duindorp gelegen particuliere woningen. Voor puinruimingswerkzaamheden buiten het Bezuidenhoutkwartier werden door Gemeente werken gedurende 1946 in totaal 117 bestekken aan de Dienst ter behandeling toegezonden. In Augustus 1946 werd dezerzijds aan Burge meester en Wethouders geadviseerd de voltooi ing van de op 16 September 1946 nog te verrich ten puinruimingswerkzaamheden in het Bezui denhout met ingang van die datum van de Gem. Reinigingsdienst, welke daarmede onmiddellijk na het bombardement van 3 Maart 1945 was be last, over te dragen op de Dienst van Gemeente werken. De reden hiervoor was o.m. gelegen in de om standigheid, dat de afbraak en de puinruiming in de overige stadsgedeelten reeds geschiedde geven over de gang van zaken bij de buiten- bureaux i.c. de provinciale, streek- en plaatse lijke bureaux is het voorschrift uitgegeven, dat maandelijks inlichtingen inzake de stand van zaken met betrekking tot de wederopbouw in het betrokken gebied worden verstrekt. Daartoe werden de nodige gegevens van de dat met geen wederopbouwwerkzaamheid in de verschillende Gemeentelijke diensten verzameld en tot maandrapporten bewerkt. Deze maandrapporten werden voor de ge meente ’s-Gravenhage samengesteld door Gemeentelijke Dienst voor de Wederopbouw. In het bijzonder van het College van Alge mene Commissarissen voor de Wederopbouw werd gedurende 1946 een zeer groot aantal circulaires ontvangen; deze circulaires, welke alle waren gericht tot de hoofden van de plaatselijke, streek- en provinciale bureaux van de Wederopbouw derhalve voor Ryfcsbijkantoren moesten in de meeste ge-* vallen worden beschouwd in het licht van de vraag wat, gelet op de Haagse wederopbouw- organisatie, van belang was en wat niet; daar naast diende onder het oog te worden gezien, op welke wijze het met de betreffende circulaires beoogde doel, op een voor de wederopbouw van ’s-Gravenhage zo gunstig mogelijke wijze, zou kunnen worden bereikt. Aangezien hierbij meestal het belang van de aan een of meer der bestaande technische dien sten toevertrouwde taak direct betrokken was, bleken dé ten kantore van de Dienst gedurende 1946 gehouden maandelijkse besprekingen met de directeuren van Gemeentewerken, Stadsont wikkeling en Volkshuisvesting, Bouw- en Wo ningtoezicht en Gemeenteplantsoenen een vruchtbaar middel van overleg. Mede aan de bevordering van een eenvormige gedragslijn in wederopbouw- en daarmede sa menhangende aangelegenheden werden deze be sprekingen dienstbaar gemaakt. De belangrijkste onderwerpen, welke herhaal delijk tot overleg noodzaakten, waren het vijf jarenplan, de puinonteigeningen, de puinafvoer, het woningherstel (in het bijzonder in Duindorp en Kijkduin), de wederopbouwplannen en de ont eigeningen, het arbeidersprobleem (de inschake ling van vreemde arbeiders), financierings vraagstukken enz. Naast het hiervoren besproken overleg tussen de hoofden van de technische diensten, vereiste de taak van de Dienst een uitgebreide samen werking met de bij de wederopbouw betrokken technische diensten. In dit verband wordt de aandacht gevestigd op de van Rijkswege gestelde eis, dat vooraleer door de Gemeente tot uitvoering van enige we deropbouwwerkzaamheid, waarvoor subsidie VERSLAG GEMEENTELIJKE DIENST VOOR DE WEDEROPBOUW. I Alhoewel herhaaldelijk de reden van de minder snelle be handeling ener zaak werd gezocht in de inschakeling van de Gemeentelijke Dienst voor de Wederopbouw (welke overleg met diverse Rijksinstanties moest doen plaats vinden), staat vast, dat practisch zonder uitzondering in het geheel geen vertraging uit de inschakeling van de Dienst voortvloeide aangezien deze het overleg met Rijksinstanties steeds voltooid had, als de admi nistratieve behandeling bij de Gemeente zelve nog niet haar be slag had gekregen. Samenwerking met Gemeentelijke diensten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 227