L I 19 i plaatsvinden in overeenstemming met de wen sen van deze instanties. Dat deze overeenstem ming tot stand kwam was van bijzonder belang aangezien duidelijk was gebleken, dat deze als noodzakelijke voorwaarde voor financiële mede werking werd gesteld. Zulks gold uiteraard eveneens voor alle door de Dienst der Gemeenteplantsoenen uit te voeren werken. Gedurende het gehele jaar 1946 heeft dit on derdeel van het wederopbouwwerk bijzondere moeilijkheden opgeleverd, waarbij o.a. het ont breken van duidelijke voorschriften van Rijks wege met betrekking tot de schaderegeling een rol speelde. Voor de vordering der werkzaamheden aan parken en plantsoenen moge worden volstaan met verwijzing naar het jaarverslag van de Dienst der Gemeenteplantsoenen. Evenals in 1945 werden ook in 1946 van Ge meentewege op grote schaal noodvoorzieningen getroffen aan leegstaande beschadigde particu liere percelen, zulks ter voorkoming van voort gezette beschadiging, ten gevolge van weersin vloeden en opzettelijke vernieling en diefstal. In de loop van 1946 werden te ’s-Gravenhage in totaal 8 732 percelen, bevattende 11826 wo ningen hersteld; in totaal van de bevrijding af tot en met 31 December 1946 12 602 percelen be vattende 16 660 woningen. In dit verband verdient vermelding de werk zaamheid van de Dienst gedurende 1946 ter be vordering van het particulier woningherstel. Een groot aantal huiseigenaren ontving een schriftelijke mededeling van de voorschriften, t.b.v. het spoedig herstellen van de aan hun eigendommen toegebrachte oorlogsschade. Voor de lichte schadegevallen gold een zeer gunstige financiële regeling (beschikking van de Minister van Financiën d.d. 18 Juni 1945), welke zeer stimulerend heeft gewerkt. In een aantal gevallen bleek het echter nood zakelijk, dat van Gemeentewege werd ingegre pen. Na te dezer zake gepleegd overleg met het College van Algemene Commissarissen voor de Wederopbouw werd een aantal woningen uit voormalig Joods bezit, waarover beheerders waren aangesteld, die niet beschikten over de voor het herstel nodige middelen, van Gemeente wege hersteld. Aangezien werd gevreesd voor moeilijkheden, indien na het vrijgeven van Duindorp (dat in gebruik wras als kamp voor politieke delinquen ten) plotseling enige honderden eigenaren met hun aannemers op het vrijgegeven deel van Duindorp zouden neerstrijken, zijn niet alleen de a. de goedkeuring van werken tot herstel van oorlogsschade; b. de afwikkeling van de kosten voor puinrui ming, welke aanvankelijk door de Gemeente werd gefinancierd en waarvoor gedurende het verslagjaar de rekeningen bij genoemd College moesten worden aangeboden; c. opneming in de puinonteigening van door oorlogsschade getroffen onherstelbare parti culiere percelen; (Deze puinonteigeningen waren noodzakelijk Gemeentew’oningen, maar ook de particuliere w oningen aldaar van Gemeentewege hersteld in dier voege, dat bloksgewijze het herstel der w oningen na volledige voorbereiding werd aan besteed. Dit systeem heeft zeer goed voldaan en per 31 December 1946 waren 395 dergelijke parti culiere w’oningen hersteld. Op dezelfde wijze zijn de herstelbare huizen te Kijkduin voor het grootste gedeelte van Ge- meentew'ege hersteld. De Dienst trad eveneens bemiddelend op ten aanzien van woningen, waarvan de eigenaar onw'illig of financieel niet bij machte was het herstel ter hand te nemen; verder t.a.v. wmningen, waarvan de eigenaren onvindbaar bleken en van percelen, welke oor logsschade hadden geleden, maar niettemin wer den bewoond en waarvan de eigenaar niet bereid bleek een spoedig herstel te doen plaatsvinden. De resultaten van het bemiddelend optreden van de Dienst zouden nog gunstiger zijn geweest, indien niet in de laatste maanden van 1946 in de materiaaltoewijzingen aan ’s-Gravenhage plotseling een zeer bedenkelijke stagnatie ware ingetreden, in het bijzonder wat betreft glas en hout. Het herstel van de zwaar beschadigde percelen (herstelkosten boven f 3.000,ondervond be langrijk meer moeilijkheden, ten gevolge van het ontbreken van een bevredigende schadever goedingsregeling, terwijl ook het materiaalge brek hierbij een grote rol speelde. Gedurende het gehele jaar 1946 was de goed keuring van werken (ter uitvoering van het K.B. van 7 Mei 1945, Stbl. F 67) alsmede de toewijzing van materialen volledig Rijkstaak, waarmede de Dienst derhalve geen bemoeienis heeft gehad. De behandeling van deze aangelegenheden vond plaats door het Plaatselijk Bureau Goed keuring Werken. Gedurende het jaar 1946 werd zeer nauw sa mengewerkt met het College van Algemene Commissarissen voor de Wederopbouw7. De voor naamste aangelegenheden, welke regelmatig met dit College werden opgenomen waren: VERSLAG GEMEENTELIJKE DIENST VOOR DE WEDEROPBOUW. Particulier woningherstel. 6 I i Samenwerking met andere dan Gemeentelijke organen. 4 1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 231