19
7
’s-Gravenhage, 15 April 1948.
13
Voor door de Dienst der Gemeenteplantsoenen
uitgevoerde herstelwerkzaamheden waren in Ja
nuari 11147 slechts voorschotaanvragen bij het
Rijk ingezonden voor de tot en met September
1946 gemaakte kosten. De einddeclaratie over
1946 groot f 957.144,27 is eerst in December 1947,
na het gereedkomen van de kostensplitsingen,
bij het Bureau Financiering Wederopbouw Pu
bliekrechtelijke Lichamen ingezonden.
De directeur,
P. BAKKER SCHUT.
i
Voor de kosten van herstel van aan de Ge
meente en woningbouwverenigingen toebehoren
de woningcomplexen, waarvoor de Gemeente in
1945 en 1946 belangrijke bedragen heeft uitge
geven, zijn tot dusver aan het Rijk geen positieve
voorstellen gedaan tot vergoeding van deze uit
gaven.
Dit is een gevolg van de omstandigheid, dat
het Rijk in de geest van de met Rijkssteun
gestichte woningwetwoningen ook Rijksvoor-
schotten kan verstrekken tot herstel van oorlogs
schade. Echter bepaalt de Centrale Directie voor
de Volkshuisvesting welk bedrag van het nog
op de woningen rustende schuldrestant der
vroeger verleende Rijksvoorschotten door de
Gemeente dient te worden afgelost. De door het
Rijk voor herstel van oorlogsschade te verlenen
voorschotten worden vervolgens opnieuw aan de
leningsschulden toegevoegd, terwijl het door de
Gemeente aan het Rijk af te lossen gedeelte van
de oude schuld, als oorlogsschade is aan te mer
ken, waarvoor de Gemeente een Rijksbijdrage
kan vragen aan het Bureau Financiering We
deropbouw Publiekrechtelijke Lichamen.
Daar het om practisehe redenen niet mogelijk
is de uitgaven tot herstel van oorlogsschade
periodiek aan het Rijk te declareren en bedoelde
voorschotaanvragen en de aflossing van schuld-
restanten steeds verbonden zijn aan bepaalde
woningcomplexen, zullen na afsluiting van de
dienst 1946 en na het gereedkomen van de her-
stelwerken de benodigde gegevens worden ver
zameld, ten einde ook voor de financiële
verrekening van deze schadegevallen een rege
ling te treffen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE DIENST VOOR DE WEDEROPBOUW.
Voorschotten op de door de Gemeente gemaakte
kosten tot herstel van de oorlogsschade aan woning
wetwoningen.