I 19 l’ tete-te 115,59 Totaal f 47.768,81 H 14 702,44 7,51 282,63 454,26 dienst van hoofdstuk XV volgno. bracht. Personeelsuitgaven Huur perceel Lange Voorhout 50 Kosten van inrichting Bureaubehoeften, drukwerken enz. Tram-, reis- en autokosten Telefoonkosten Verlichting, verwarming, water enz. Onderhoud gebouw en meubilair Abonnementen, tijdschriften enz. Verzending van dienststukken Verschillende kleine onvoorziene uitgaven KOSTEN VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR DE WEDEROPBOUW TE 'S-GRAVEN- HAGE. Samenvatting van de kosten van de Gemeen telijke Dienst voor de Wederopbouw over het dienstjaar 1946, welke ten laste van de gewone 1065 zijn ge- f 32.754,81 2.460,— 1.466,35 1.736,97 7.169,25 619,— EXTRA KOSTEN TEWERKSTELLING VREEMDE ARBEIDERS. Overeenkomstig de regelingen vervat in de circulaires van het College van Algemene Com missarissen voor de Wederopbouw van 5 No vember en 13 December 1945, nos. 24658 en 33222, konden de aannemers de extra kosten als gevolg van de inschakeling van vreemde arbeiders bij de uitvoering van in het kader van de weder opbouw te verrichten sloop-, puinruimings-, herbouw- en herstelwerkzaamheden afzonderlijk aan het Rijk in rekening brengen. De daarop betrekking hebbende declaraties moesten wekelijks bjj het Bureau voor de Weder opbouw, waaronder de plaats van tewerkstelling ressorteert, worden ingediend. Voor de gemeente ’s-Gravenhage was dit de Gemeentelijke Dienst voor de Wederopbouw, die de betreffende decla raties na controle ter betaling doorzond naar de afdeling Sociale Aangelegenheden van het Col lege van Algemene Commissarissen voor de Wederopbouw. Bij de uitvoering van die taak heeft de Dienst voor de Wederopbouw er steeds nauwlettend op toegezien, dat uitsluitend extra kosten gedecla reerd werden voor de uitvoering van wederop- bouwwerken. Ten einde onnodig heen en weer reizen van arbeidskrachten te voorkomen en de daaruit voortvloeiende kosten zoveel mogelijk te beper ken, bepaalde het College van Algemene Com missarissen bij zijn circulaire van 8 Juli 1946 no. 37009, dat vreemde arbeiders slechts te werk gesteld mochten worden na goedkeuring van de directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau, waaronder het werk ressorteert. Ten slotte werd bij circulaire van 17 October 1946 no. 69342 beslist, dat bij komende aanbeste dingen aan aannemers geen extra kosten mogen worden vergoed voor het te werk stellen van vreemde arbeiders. Het College achtte dit besluit uit een oogpunt van bezuiniging noodzakelijk, terwijl door deze maatregel tevens een stap werd gedaan in de richting van normale aanneming. Van deze beslissingen is de aannemers van wederopbouwwerken schriftelijk mededeling ge daan; na 1 Januari 1947 werden geen declaraties van vreemde arbeiders in behandeling genomen. Over het tijdvak 29 October 1945 tot en met 31 December 1946 werden 305 declaraties behan deld tot een totaalbedrag aan extra kosten van f 71.893,15. BIJLAGE II. BIJLAGE I. I ff ff ff ff ff VERSLAG GEMEENTELIJKE DIENST VOOR DE WEDEROPBOUW. 1) Ten aanzien van bovengenoemde kosten zal getracht worden een Rijksbudrage te verkrijgen, doch het ontbreken van een wettel öke regeling met betrekking tot de financiering van de Wederopbouw Publiekrechtelijke Lichamen is oorzaak, dat de betreffende Rtjksinstanties in deze aangelegenheid geen beslis sing hebben genomen in hoeverre en op welke wijze deze kosten met het Rijk verrekend kunnen worden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 239