16
Voor de samenstelling van het Brandweer
personeel zie blz. 27.
Het Gemeentelijk Scheidsgerecht werd met
ingang van 1 September 1946 opnieuw’ ingesteld.
Op beperkte schaal v’erden aan ambtenaren,
die in verband met de bezetting inkomsten uit
hun Gemeentebetrekking hadden gederfd, voor
schotten verstrekt op in het kader van het
rechtsherstel te verwachten uitkeringen.
De reglementaire maximumvergoeding in
kosten van verplichte verhuizing werd tijdelijk
verhoogd van 10 tot 15 pCt. van de jaarwedde.
Het in de maand September 1944 aan het
personeel verstrekte „invasie-voorschot” ten
bedrage van een maand salaris w'erd kwijtge
scholden, terwijl aan een kleine groep alsnog
een overeenkomstige uitkering werd verstrekt.
De Commissie van advies aan Burgemeester
en Wethouders inzake de Verordening betreffen
de het in Gemeentedienst nemen van minder-
validen, w’erd met ingang van 1 Januari 1946
opnieuw ingesteld.
De Commissie van advies met betrekking tot
de dienstkledingverstrekking werd op 6 Decem
ber 1946 in gew'ijzigde vorm opnieuw’ samen
gesteld.
Besloten werd het gehele Gemeentepersoneel
op de aanwezigheid van tuberculose te doen
doorlichten; de doorlichting werd goeddeels in
het verslagjaar ten uitvoer gelegd.
Op 30 Juli 1946 werd ingesteld een tijdelijke
Commissie van advies met betrekking tot aan
gelegenheden van rechtsherstel.
Ingetrokken w’erd de huwelijksuitkering van
f 360,w’aarop mannelijke leden van het per
soneel beneden een zekere bezoldigingsgrens
aanspraak hadden, met ingang van 1 Maart 1946.
In verband hiermede en met andere w’ijzigingen
werd de Toelagenverordening 1945 in 1946 op
nieuw vastgesteld.
Herzien werd het loon der jeugdige werklie
den jonger dan 23 jaar, met ingang van 1 Juli
1946, in verband waarmede de loonregeling voor
de Gemeentew’erklieden werd gew’ijzigd.
Herzien w’erd de vermindering van de bezol
diging van jeugdige ambtenaren beneden de 23
jaar, met ingang van 1 Juli 1946, in verband
w'aarmede de Algemene Salarisverordening 1936
wijziging onderging.
De voorschriften betreffende vermindering
der bezoldiging van jeugdige vrouwelijke werk
lieden beneden de 23-jarige leeftijd w’erden met
ingang van 1 November 1946 voorlopig buiten
werking gesteld.
Vermelding verdient voorts het volgende.
Aan leden van het Gemeentepersoneel, die een
opleidingscursus gingen volgen voor jeugdleider
of die als leider van een jeugdkamp optraden,
werd in het raam van de hulpverlening aan de
jeugdorganisaties voor de benodigde tijd buiten
gewoon verlof met behoud van wedde toegestaan.
In 1946 werden ten aanzien van het Gemeente
personeel o.a. de volgende maatregelen ge
troffen.
Herzien werd de kinderbijslag (verhoging van
het bedrag van f 150,tot f 200,per jaar voor
kinderen, waarvoor op 1 September 1945 reeds
bijslag werd ontvangen, en uitbreiding van de
bijslag voor de categorie der losse werklieden,
die kinderbijslag ontvangen op de voet der Kin
derbijslagwet; de eerstbedoelde wijziging werd
van kracht op 1 Mei 1946, de laatstbedoelde op
1 October 1946). (De herziening kwam in beide
gevallen tot stand bij bijzondere maatregel,
zonder w’ijziging der Kinderbijslagverordening.)
Gewijzigd w’erd de Algemene Salarisverorde
ning 1936 (artikel 5, regelende de bezoldiging
van gepensionneerden).
Toegekend werd met ingang van 1 October
1946 een gratificatie op basis van 5 pCt. der
grondw’edde, in het voetspoor van maatregelen
tot verbetering der bezoldiging van het burger
lijk Rijkspersoneel (kw’am in 1947 tot stand).
Om stagnatie in de werkzaamheden van we
deropbouw en herstel te voorkomen w’erd, op
verzoek van het Rijk, op Goede Vrijdag en de
Nationale Feestdag (5 Mei) doorgewerkt.
Voor de samenstelling van het personeel der
Politie zie blz. 24.
Hoofden van afdelingen der Secretarie op 1
Januari 1947: Algemene Zaken en Archief
(A.Z.A.): D. E. Nieborg; Bureau Gemeentebelas
tingen (B): W. Kleijn Molekamp; Bureau voor
Statistiek en Voorlichting (B.S.V.): J. Rensen;
Bevolking, Verkiezingen en Burgerlijke Stand
(B.V.B.):P. C. Wesseling; Crisis- en Distributie-
dienst (C. en D.): P. C. Wesseling; Financiën
(F.): W. F. Wijthoff; Kabinetszaken (K.Z.):
Jhr. Mr. W. C. Six; Militaire Zaken (M.Z.) S.
Tadema; Onderwijs (O): Dr. Mr. A. Buriks;
Openbare Werken en Bedrijven (O.W.B.): Mr.
W. F. K. Cost Budde; Sociale Zaken (S.Z.): Mr.
W. Nieuwhoff; Stadsuitbreiding en Bouwtoe
zicht (S. en B.): Mr. M. van der Feen; Afwikke
ling, Inkwartieringen en Vorderingen (A.I.V.):
Reynhout.
Het aantal ambtenaren der Secretarie bedroeg
op 1 Januari:
1910 180 1925 315 1940 5831) 1945 590
1915 237 1930 328 1943 523 1946 705
1920 406 1935 336 1944 571 1947 608
Personeel der Brandweer.
Regelingen met betrekking tot het Gemeente
personeel.
Personeel der Politie.