22 c. i 7 nige moeilijkheden op, dat vele pogingen schip breuk leden. Op grond van een oude, door het toenmalige Gemeentelijke Evacuatiebureau met het Bureau Af voer Burgerbevolking getroffen regeling, werd op basis van de rondzendbrief van het B.A.B. d.d. 16 December 1942, nr. 2467 afd. B.B. aan de inwonenden, die voldoende inkomen had den, een kwartiergeld berekend van onderschei denlijk f 1,50, f 1,25 en f 1,per dag voor de eerste, de tweede en volgende personen van een gezin. Voor kinderen beneden de leeftijd van 18 jaar bedroeg het kwartiergeld eveneens f 1, per dag. Bij de berekening van dit door de inwonenden verschuldigde kwartiergeld werd, ten aanzien b. In aansluiting op de reeds eerder onder nomen pogingen om de ouden van dagen en de in het noodziekenhuis verblijvende personen in de Gemeentelijke Verzorgingshuizen te doen op nemen werd voortdurend overleg gepleegd met het Evacuatie-, later Vestigingsbureau, ten einde woonruimte voor de opgenomen personen te vinden. Behalve de grote woningnood leverde echter het probleem van meubilair en inrich ting, maar ook dat van werk en inkomen, zoda- in aanmerking te doen komen voor overbrug- gingsuitkering; regeling met het Gewestelijk Arbeidsbureau, opdat de in de noodtehuizen opgenomen per sonen van 18 jaar en ouder zich bij werkloos heid wekelijks moesten melden bij het Gewes telijk Arbeidsbureau, ten einde aan de bij sommige inwonenden aanwezige arbeids- sehuwheid een einde te maken; g. regeling met de Gemeentelijke Geneeskun dige en Gezondheidsdienst en de Distributie- dienst inzake de verstrekking van zieken- voedsel enz. d. Doordat aanvankelijk geen en later mede als gevolg van de omstandigheden een te weinig doeltreffende controle was uitgeoefend op de inkomsten van de in de tehuizen opge nomen personen, ontstond de onbevredigende toestand, dat minder verantwoordelijke elemen ten zich onttrokken aan de verplichting tot betaling van de bijdragen voor huisvesting, voeding en zakgeld. Dit gaf bovendien aanlei ding tot verslapping van hun energie om door eigen inkomsten weder in eigen onderhoud te voorzien. In begin 1946 zijn dan ook maatregelen genomen tot het wekelijks doen invullen en con troleren van inkomstenbriefjes, aan de hand waarvan de bovenbedoelde door de inwonenden te betalen bijdragen, werden berekend en inge vorderd. Deze verplichting tot betaling van zg. kwartier gelden vormde tevens een onderdeel van de door het Rijk ten aanzien van de oor logsslachtoffers gegeven voorschriften, in ver band met de verstrekking van overheidswege van huisvesting, voeding, kleding, zakgeld en, indien noodzakelijk, medische hulp enz., waar van de kosten voor een belangrijk gedeelte op het Rijk verhaald konden worden. c. Zoals hierboven reeds is vermeld zijn, in overleg met het Gewestelijk Arbeidsbureau, maatregelen getroffen, dat personen van 18 jaar en ouder zich bij werkloosheid wekelijks zouden melden bij het Arbeidsbureau. Ter aanmoedi ging hiervan werd de uitbetaling van zakgeld van deze aanmelding afhankelijk gesteld. Hoewel deze maatregel op zichzelf niet sym pathiek aandoet, was hij niettemin noodzakelijk, omdat arbeid en het daarmee verkregen inko men de inwonenden minder afhankelijk maak ten, hetgeen weer in belangrijke mate bijdroeg tot de mogelijkheid om de noodtehuizen te kun nen verlaten en in eigen huisvesting te voorzien. a. Met betrekking tot beperking van de op neming heeft het Gemeentebestuur zich, bij schrijven van 27 Maart 1946, no. 160110 afd. S.Z., tot het Ministerie van Justitie, Directoraat- Generaal voor de Bijzondere Rechtspleging, ge wend om de in vrijheid te stellen zg. lichte gevallen voorlopig in doorgangskampen op te nemen, waar zij enerzijds een grotere mate van vrijheid zouden genieten en anderzijds in af wachting van hun huisvesting en opneming in het arbeidsproces op hun terugkeer in de maatschappij zouden worden voorbereid. Om streeks die tijd toch verbleven ruim 800 per sonen, waarvan circa 400 zg. politieke delin quenten (gezinnen en gezinsleden), in de door de Gemeente geëxploiteerde noodtehuizen en niettegenstaande alle pogingen om voor deze mensen huisvesting te verkrijgen nam het aan tal inwonenden nog voortdurend toe. Bovendien was uitbreiding van het aantal noodtehuizen, waartoe nog meer schoolgebouwen aan het onderwijs zouden zijn onttrokken, ontoelaatbaar. Naast de voorzieningen voor een betere sociale verzorging waren echter ook maatregelen nood zakelijk: a. om verdere opneming in de inrichtingen te beperken; b. om vertrek en afvoer uit de noodtehuizen te bevorderen; opdat de inwonenden, indien mogelijk, weer in het arbeidsproces werden opgenomen; d. opdat de inwonenden voldeden aan hun financiële verplichtingen. VERSLAG TIJD. GEM. DIENST V. H. ONDERBRENGEN VAN OORLOGSSLACHTOFFERS IN NOODTEHUIZEN. I 1) Bureau Afvoer Burgerbevolking.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 257