e I A. HAVENDIENST. 1 ii I GEMEENTELIJKE DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN TE 'S-GRAVENHAGE. VERSLAG OVER HET JAAR 1946. Treil vaart. Aan de treilvisserij namen 2 stoomloggers en 41 motorloggers deel, die in totaal 384 reizen op deze haven maakten. Ook kwamen enkele malen Katwijkse en IJmuider loggers aan de Scheve- ningse visafslag om tevens van de sleephelling gebruik te maken. De stoom- en motorloggers maakten gemiddeld ieder 9 reizen. De Poolse logger GDY 115 maakte in het verslagjaar geen reizen ter treilvisserij. Vrachtvaart. Slechts 1 motorkustvaartuig van 246 ni3 netto inhoud liep gedurende het verslagjaar de Sche- veningse haven binnen met een lading lege vaten; het vertrok weer in ballast. I. VISSERSHAVEN. Scheepvaart. Op 1 Januari 1946 lagen in de haven de vol gende vaartuigen: 1 stoomlogger, 34 motorlog gers, 14 motorkotters en -schokkers, 95 motor- kustvissers zijnde sloepen en vletten 1 baggermolen, 1 zandzuiger, 2 onderlossers, 1 sleepboot, 1 werkschip met zandstraalinrich- ting, 1 reddingboot, 1 jachtje, in totaal 152 vaar tuigen. Tot de Scheveniugse vloot behoorden: 1 stoom logger, 34 motorloggers, 13 motorkotters en -schokkers, 61 kleine motorkustvissers, in totaal 109 vaartuigen. De andere schepen bestonden uit 34 Katwijkse motorkustvaartuigen en 1 Rot terdamse schokker. In het geheel kwamen hier in 1946 binnen 7 858 vaartuigen met een inhoud van 809 612 m3 tegen 5 716 schepen met een inhoud van 292 544 m3 in 1945. Op 31 December 1946 lagen in de haven: 2 stoomloggers, 76 motorloggers, 25 motorkotters of -schokkers, 29 motorkustvissers, 2 onderlos sers, 1 baggermolen, 1 zandzuiger, 1 redding boot en 1 sleepboot, in totaal 138 vaartuigen. Behalve de 2 onderlossers, 1 baggermolen, 1 sleepboot, 1 zandzuiger, 1 reddingboot, 8 Kat wijkse motorkustvissers, de NW 2, de RO 40 en de OD 18, behoorden alle binnenliggende sche pen tot de Scheveniugse vloot. De toeneming van het aantal Scheveniugse vaartuigen was een gevolg van de terugkeer uit Duitsland van 2 stoomloggers en 59 motorlog gers en van aankoop van 11 motorschokkers. Door aankoop en verkoop verminderde het aan tal kustvissersvaartuigen met 36. Aan het eind van het verslagjaar bestond de Scheveningse vissersvloot uit 3 stoomloggers, 93 motorloggers, 24 motorkotters en -schokkers en 25 motorkustvissers (sloepen en vletten). Van de ultimo 1946 tot de vloot behorende schepen was 1 motorlogger in zee ter haringvisserij, terwijl 1 stoomlogger, 16 motorloggers en 5 motorkust vissers in andere havens lagen. Personeel. Aan het einde van het verslagjaar waren 105 personen aan het Haven- ^n Marktwezen ver bonden, t.w.: 39 ambtenaren in vaste dienst, 17 werklieden in vaste dienst, 14 ambtenaren in tijdelijke dienst, 16 werklieden in tijdelijke dienst, 3 amb tenaren op arbeidsovereenkomst, 13 werklieden op arbeidsovereenkomst (onder wie 3 vrouwen), terwijl 3 tijdelijke ambtenaren in militaire dienst waren. Kustvisserij. De kustvisserij werd uitgeoefend door motor schokkers, motorkotters, sloepen en vletten. Deze laatste deden eind 1946 enige reizen ter garnalenvangst. Ook brachten vele schokkers uit andere plaatsen hun vis hier aan de markt. r Commissie van Bijstand. De Commissie van Bijstand voor het Haven- en Marktwezen, benoemd uit en door de Gemeente raad, bestond tot 9 September uit de heren C. P. Damme, W. den Duik Jaezn., P. P. J. Metscher, L. H. J. Klinkenbergh, Dr. E. J. Tobi en H. Neu- teboom, terwijl met ingang van 9 September als lid van deze Commissie deel uitmaakten de heren C. P. Damme, W. den Duik Jaezn., G. W. Hijlkema, P. P. J. Metscher, Dr. F. L. van Muis winkel en K. J. Nieukerke. Als voorzitter fun geerde de Wethouder van Economische Zaken en Kunstaangelegenheden, de heer Dr. B. van den Tempel. In verband met langdurige ziekte van de Wethouder werd in de Raadsvergadering van 16 December de heer C. P. Damme benoemd tot tijdelijk Wethouder, waardoor hij tevens tijdelijk voorzitter werd van genoemde Com missie. I A BIJLAGE 26

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 318