1 GEMEENTELIJKE CRISIS- EN DISTRIBUTIEDIENST VAN 'S-GRAVENHAGE. VERSLAG OVER HET JAAR 1946. Op 31 December 1946 waren bij de Dienst werkzaam 657 personen, welk aantal als volgt was samengesteld: 16 in vaste Gemeentedienst, 431 tijdelijke mannelijke ambtenaren, 169 tijde- Gedurende het verslagjaar trad als directeur van de Distributiedienst op de referendaris C, hoofd van de afdeling „Bevolking, Verkiezin gen en Burgerlijke Stand” der Gemeentesecre tarie, P. C. Wesseling. Adjunct-directeur was de heer J. B. G. M. van Pelt, referendaris A in algemene dienst der Gemeentesecretarie. De tweede adjunct-directeur, de heer C. A. Taselaar, werd met ingang van 27 Maart 1946 tijdelijk belast met het waarnemen van de lei ding van het Centraal Bureau vooi- Huisvesting voor ’s-Gravenhage en Omgeving, waarna hij op 15 October 1946 werd benoemd tot directeur van het Gemeentelijk Bureau voor de Huisves ting, in verband waarmede hij de Dienst verliet. De hierdoor ontstane vacature werd niet ver vuld. De werkzaamheden gedurende het verslagjaar stonden in het teken van een steeds verder door gevoerde reorganisatie, als gevolg waarvan o.a. verscheidene gebouwen werden ontruimd, een meer efficiënte werkwijze werd verkregen en een vermindering van het aantal ambtenaren mogelijk werd. De volgende artikelen werden met ingang van de daarachter vermelde datum wederom vrij in de handel verkrijgbaar gesteld: Zout, beschuit, gort, havermout, maizena, ont bijtkoek, peulvruchten, vermicelli (1 Januari 1946); vis (1 Februari 1946); groente (1 April 1946); lucifers (26 Mei 1946); benzine, smeerolie, kunstterpentijn, thee- en koffiepotten, rubber laarzen (1 Juni 1946); houten meubelen (10 Juli 1946); USA-schoenen (5 September 1946)schoen- reparatieleder (14 September 1946); aardappelen (23 September 1946); klompen (13 December 1946). In de nacht van 16 op 17 October brak brand uit in het gedeelte van het bijkantoor Scheve- ningen, dat in gebruik is ten behoeve van het jeugdwerk. Hoewel de schade aanvankelijk zeer aanzienlijk scheen, bleek deze niet van een zo ernstige aard, dat hierdoor de werkzaamheden stagnatie van betekenis ondervonden. lijke vrouwelijke ambtenaren en 41 tijdelijke werklieden. Afwezig wegens militaire dienst, langdurige ziekte, buitengewoon verlof enz. waren 61 per sonen. De feitelijke personeelsbezetting bedroeg aan het einde van het verslagjaar derhalve 718 ambtenaren en werklieden. In vergelijking met de personeelsterkte op 1 Januari 1946 (1516), blijkt een daling te zijn ont staan van 798 personen gedurende het verslag jaar. Onder het hoofd „Reorganisatie” wordt nader op de oorzaken hiervan ingegaan. Gedurende het verslagjaar werden 878 per sonen (648 mannen en 230 vrouwen) ontslagen, terwijl 5 personen overleden of wegens vermis sing (ramp Bezuidenhout, tewerkstelling Duits land) als zodanig moesten worden beschouwd. Aangesteld werden 81 personen (52 mannen en 29 vrouwen). Evenals in 1945 was het aantal ontslagaan vragen, in verband met terugkeer naar vroegere werkkring of beroep, groot. Ook vrees voor ont slag wegens te verwachten inkrimping van de Dienst was hieraan uiteraard niet vreemd. Aan twee ambenaren, in vaste dienst der Gemeente, werd wegens tewerkstelling elders door Burgemeester en Wethouders buitenge woon verlof met inhouding van wedde verleend. 46 ambtenaren waren met buitengewoon ver lof ingevolge artikel 28 of 30 van het Ambte narenreglement (militaire dienst). Het aantal gevallen van ontslag wegens fraude of niet naleven van de voorschriften was, hoewel nog vrij aanzienlijk, belangrijk minder dan in 1945 en voorafgaande jaren. Als voornaamste oorzaken hiervan moeten worden aangemerkt een meer intensieve controle en de verbetering van de algemene voedselvoorziening. Van de 43 ambtenaren, die om deze reden wer den ontslagen, was zulks voor 36 het geval in de eerste helft van het jaar en voor slechts 7 in de tweede helft van 1946. Ten gevolge van de vele mutaties in de per soneelsbezetting en de veranderingen in de indeling van de Dienst was een groot aantal voorstellen aan de directie van het Centraal Distributiekantoor tot wijziging van het salaris van de desbetreffende ambtenaren noodzakelijk. In de grondslagen van de salarisregeling van het distributiepersoneel kwam in 1946 geen wijziging. Voor de ambtenaren en werklieden, werk zaam bjj de Gemeentelijke Crisis- en Distribu- Algemeen. Personeel en salariëring. BIJLAGE 27

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 329