27
19
Totaal
13 659
4
Bij het begin van het verslagjaar waren 155
gezinnen (in totaal 766 personen) in de zelfver-
naar
b. Verstrekking rantsoenbonnen zeep voor vuile
arbeid.
(175
(308
45
51
4 922
2 863
2 547
845
938
1164
162
48
102
68
Deze werkwijze werd voor het eerst toegepast
ten aanzien van de afdeling Textiel, Keramiek
en Keukengerei, en de afdeling Schoenen, Rij
wielen, Rijwielbanden en Klompen.
Ofschoon ook hierbij de „kinderziekten” moes
ten worden overwonnen, voldeed de invoering
van het nieuwe systeem in de praktijk dermate
goed, dat de onderhavige werkwijze, waarvan een
zover mogelijke doorvoering inmiddels ook door
het Centraal Distributiekantoor was voorge
schreven, eind December ook werd toegepast
t.a.v. de verstrekking van rantsoenbonnen ten
behoeve van zieken en aanstaande en jonge
moeders. Het aantal kassen, ondergebracht in
het Centrale Uitreikingslokaal, kon tot een
tweetal van één man worden teruggebracht, ter
wijl de administratie van de afdeling Zieken
rantsoenen bleef gevestigd in het voorheen als
cantine in gebruik zijnde lokaal van het Cen
trale Uitreikingskantoor. Aan het einde van
het verslagjaar was een verder doorgevoerde
reorganisatie nog in voorbereiding.
Gedurende 1946 bedroeg het aantal aangiften
van vermissing van distributiebescheiden 13 659,
hetgeen een zeer geringe daling betekende t.o.v.
het aantal vermissingen in 1945. De specificatie
van de vermissingsaangiften is als volgt.
Stamkaarten en/of inlegvellen
Inlegvelbonnen
Levensmiddelenkaarten
Tabaks- en/of versnaperingenkaarten
Textielkaarten
Brandstoffenkaarten
Groen tekaar ten
Talrijke andere kaarten
Talrijke rantsoenbonnen
Bewijzen van ondertrouw
Ten aanzien van de werkzaamheden van de
verschillende (gereorganiseerde) afdelingen
kunnen over het jaar 1946 nog de volgende bij
zonderheden worden verstrekt.
In de eerste maanden van het verslagjaar
steeg het aantal te verstrekken toeslagkaarten
in verband met het grotere aantal arbeiders,
dat wegens opvoering van de productie in ver
schillende bedrijven werd te werk gesteld. Ook
de verhoogde activiteit, welke aan de dag werd
gelegd bij het herstellen van door oorlogshan
delingen beschadigde woningen, gebouwen enz.
en bij het afbreken van bunkers en andere oor-
logsobjecten, deed haar invloed t.a.v. de ver
strekking van toeslagkaarten gelden. Voorts
kwamen ook de schilders en loodgieters met
ingang van de eerste periode 1946 in aanmerking
voor toeslagkaarten.
Gedurende de maandenApril en Mei 1946 is
een lichte daling in het aantal te verstrekken
toeslagkaarten waargenomen als gevolg van
een verscherpte controle van de zijde, van de
inspectie van het Centraal Distributiekantoor,
bijgestaan door ambtenaren van de Dienst. Op
grond van de bij deze controle verkregen ge
gevens werden in vele gevallen o.a. aan druk
kers geen toeslagkaarten meer verstrekt.
Gedurende het verslagjaar vertoonde het
aantal arbeiders, dat voor deze voorziening in
aanmerking kwam, een regelmatige stijging.
Begin 1946 bedroeg dit aantal 11 936, doch aan
het einde van het jaar was het meer dan ver
dubbeld en opgelopen tot 24 313. Tot en met
November werden per persoon 2 rantsoenen
huishoudzeep per periode uitgereikt, terwijl
daarna de verstrekking werd gewijzigd in 1
rantsoen zachte zeep en 1 rantsoen waspoeder.
De uitreiking geschiedde voor 3 perioden (12
weken) tegelijk.
84 gezinnen
20
zorgingsregeling opgenomen. De indeling
de verschillende artikelen was als volgt:
48 gezinnen (213 personen) voor melk;
vlees
melk en
vlees;
melk, vlees
en aardap
pelen
aardappelen.
Met ingang van 1 September 1946 verviel de
zelfverzorgingsregeling voor aardappelen in
verband met het vrijkomen van dit artikel.
Eind 1946 waren 122 gezinnen in de regeling
opgenomen, t.w.:
(421 personen) voor melk;
(92 vlees;
(96 melk en
vlees.
a. Verstrekking toeslagkaarten levensmiddelen
voor bijzondere arbeid.
VERSLAG VAN DE CRISIS- EN DISTRIBCTIEDIENST.
Afdelingsverslagen.
51
4
Bijzondere Arbeidsvormen.
Zelfverzorging.
Vermissingen.
18