1 26 Nachtverblijf. In 1946 werd door de Politie aan 309 personen nachtverblijf verschaft. Parkeerregeling automobielen. Aantal autobewakers Aantal parkeerplaatsen Aantal geparkeerde automobielen Bruto opbrengst voor de Gemeente .8'tationnerende voertuigen Taxi’s Rijtuigen, zg. aapjes 173 4 Politieverordening voor ’s-Gravenhage; 942 ter zake van overtredingen opgenomen in het Wet boek van Strafrecht, o.a. 41 wegens straatschen derij, 3 wegens bedelarij en landloperij en 346 wegens openbare dronkenschap; 344 wegens overtreding der Provinciale en Waterschaps- verordeningen; rond 32 000 terzake van overtre ding van de bijzondere administratieve wétten en besluiten. j Bewaking rijwielen. Aantal rijwielbewakers Aantal bewaakte rijwielen Bruto opbrengst voor de Gemeente 24 9 264 400 f 11.898,— 87 1517 400 f 26.232,— Toezicht op bioscoop- en toneelvoorstellingen. In 1946 werden ruim 250 speciale controles ge houden op bioscoop- en toneelvoorstellingen. In verband met de Wet van 5 April 1946, be treffende zuivering van de kunstenaars (G. 84), werden twee processen-verbaal opgemaakt ter zake van overtreding van die wet, alsmede zes rapporten. gen, inzage van de desbetreffende dossiers van de Kinderpolitie verleend. In totaal 5000 maal werd op de één of andere wijze bemiddeling ver leend, inlichting of advies gegeven aan offi ciële organen en particulieren in zaken betref fende minderjarigen. In verband met de Verordening betreffende het oprichten en onderhouden van kinderbe- waarplaatsen, alsmede het opnemen van pleeg kinderen werden o.a. 475 controlebezoeken ge bracht. Eenmaal werd een verzoek aan Burgemeester en Wethouders om vergunning tot het oprichten van een Kinderbewaarplaats behandeld. Op voorstel van de Kinderpolitie werd één pleeggezin door Burgemeester en Wethouders ongeschikt verklaard tot het hebben van pleeg kinderen. Naar de antecedenten van adspirant- pleegouders werd 751 maal een onderzoek inge steld, voornamelijk op verzoek van de Commis sie voor Tijdelijke Gezinspleging van de Sociale Raad, het Bureau Bijzondere Jeugdzorg en de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen. Het grootste gedeelte van deze onderzoekingen geschiedde gedurende het eerste halfjaar van 1946, in verband met de hier ter stede gevoerde actie tot het verkrijgen van pleeggezinnen voor het opnemen van kinderen van om politieke redenen geïnterneerden. Kinderpolitie. In 1946 werden door de Kinderpolitie onder meer behandeld, onderscheidenlijk geregistreerd, 4 256 gevallen van minderjarigen, die zich op verschillende wijze misdroegen (waaronder 706 gevallen van wangedrag, bijv, onzedelijk ge drag van meisjes, onhandelbaarheid, 1031 ge vallen van vermogens- en andere misdrijven, waarvan geen proces-verbaal werd opgemaakt, 861 klachten over schoolverzuim, 461 gevallen van andere misdragingen, bijv, wegens zich ’s nachts op straat bevinden, bedelen, dobbelen, dronkenschap van oudere jongens, 1197 geval len van baldadigheid). Bovendien passeerden de Kinderpolitie pro cessen-verbaal terzake van misdrijf, opgemaakt door andere politieafdelingen, tegen 989 minder jarigen, waarbij aan de Officier van Justitie werd gerapporteerd hetgeen bij de Kinderpolitie omtrent de delinquenten bekend was; 470 ver zoeken tot opsporing van minderjarigen warden door de Kinderpolitie behandeld. Hierbij zij op gemerkt, dat deze werkzaamheden met ingang van 1 Juli 1946 aan de Kinderpolitie werden op gedragen; voordien geschiedden deze door andere politieafdelingen. Op transport gesteld naar de plaats hunner in woning werden 223 minderjarigen, die van huis of uit inrichtingen waren weggelopen. Ook dit jaar geschiedde het transport door de zg. transportbrigade van de Politie, terwijl het vooronderzoek en de verdere voorbereidingen in handen bleven van de Kinderpolitie. Terzake van overtreding van de Verordening Jeugdbescherming werden 304 minderjarigen aangebracht. Door de Kinderpolitie werden op last van de Justitie 62 minderjarigen aangehouden; 574 klachten van kinderverwaarlozing in verschil lende vormen werden behandeld; Op aanvraag van autoriteiten (o.a. Justitie en Voogdijraden) en particulieren werden 974 on derzoekingen ingesteld. Hierbij zij opgemerkt, dat de onderzoekingen voor de Voogdijraad te ’s-Gravenhage sterk verminderden; deze werden in toenemende mate door de Voogdijraad zelve verricht. Ter ondervanging van de daarbij naar voren gekomen bezwaren werd aan de amb tenaren, die belast waren met de onderzoekin- I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 33