werklieden.
1
29
488
GEMEENTELIJK ELECTRICITEITS-BEDRIJF VAN ’S-GRAVENHAGE
VERSLAG OVER HET JAAR 1946
Directie
Centrale
Kabelnet
Installatieafdeling
Openbare verlichting
Tekenkamer
Administratie
Correspondentie
Huishoudelijke dienst
156
104
89
77
19
14
van de nabestaanden der slachtoffers en van de
Wethouder Ir. L. J. M. Feber, als vertegenwoor
diger van het Gemeentebestuur, met een toe
spraak door de directeur plechtig onthuld.
De zuivering van het personeel kreeg dit jaar
haar beslag. De bij het Bedrijf ingestelde Zuive
ringscommissie hield op 7 Februari 1946 haar
laatste zitting. Uiteindelijk werden 22 personeels
leden wegens hun houding tijdens de bezetting
uit de Gemeentedienst ontslagen, terwijl aan 36
personeelsleden een disciplinaire straf werd op
gelegd.
Het verkrijgen van geschikte krachten, met
name van goede vaklieden, ging in het verslag
jaar met verschillende moeilijkheden gepaard,
welke niet altijd op bevredigende wijze konden
worden opgelost. De omstandigheid, dat de Ge
meentelijke beloningen beduidend blijven onder
die, welke in het particuliere bedrijf worden be
taald, vergroot voor het Gemeentebedrijf de op
dit punt algemeen voorkomende moeilijkheden
in aanzienlijke mate.
Het Bedrijf wordt beheerd door Burgemeester
en Wethouders, bijgestaan door de Commissie
voor het Gemeentelijk Electriciteits-Bedrijf en
het Gemeentelijk Gasbedrijf, benoemd uit de
Gemeenteraad. Deze Commissie bestond tot 9
September uit de heren J. R. Bergsma, Mr. P. A.
Blaisse, Dr. Ir. B. Bölger en Drs. J. Middelburg,
terwijl met ingang van 9 September als lid van
deze Commissie deel uitmaakten de heren Mr.
J. A. M. Borghols, P. P. J. Metscher, Dr. F. L.
van Muiswinkel en Dr. E. J. Tobi. Als voorzitter
fungeerde de Wethouder van Economische Za
ken en Kunstaangelegenheden, de heer Dr. B.
van den Tempel.
In verband met langdurige ziekte van de Wet
houder werd in de Raadsvergadering van 16 De
cember de heer C. P. Damme benoemd tot tijde
lijk Wethouder, waardoor hij tevens tijdelijk
voorzitter werd van genoemde Commissie.
Het personeel was op 31 December 1946 aldus
samengesteld:
De brandstoffenvoorziening was gedurende
het afgelopen jaar nog dusdanig precair, dat de
rantsoeneringsmaatregelen gehandhaafd moes
ten blijven. Intussen heeft de afgifte zich reeds
in belangrijke mate hersteld. Over 1946 werden
af gegeven 143 735 968 kWh tegen 174 035 000 kWh
in het jaar 1938, het laatste normale jaar voor
de oorlog, onderscheidenlijk tegen 185 427 000
kWh in 1939, het jaar, waarin de afgifte het
hoogste aantal eenheden bereikte, dat ooit door
het Bedrijf werd af geleverd.
De beperkte afneming door de Ned. Spoor
wegen in verband met de omstandigheid, dat de
lijn Den HaagGouda nog niet met electrisch
materieel kon worden bereden, en de nog geens
zins volledige dienst op de lijnen der Haagse
Tramweg Maatschappij, hebben uiteraard hun
invloed op de stroomafgifte doen gevoelen. Ter
wijl het vooroorlogse jaarverbruik van de Ned.
Spoorwegen en de H.T.M. onderscheidenlijk ca
30 000 000 en 10 500 000 kWh bedroeg, werden
over 1946 door beide bedrijven onderscheidenlijk
ca 18 000 000 kWh en 8 000 000 kWh afgenomen.
In de gecombineerde Zuidhollandse stroom-
productie, welke geschiedt volgens de aanwij
zingen van de N.V. Electriciteitsbedrijf Zuid-
Holland, werd geregeld door de Haagse centrale
deelgenomen. Tegenover 143 735 968 kWh, welke
ten behoeve van het Haagse stroomleveringsge-
ambtenaren.
1
48
45
40
8
19
345
14
11
531
Van bovenvermelde ambtenaren waren er 15
in militaire dienst, 1 gedetacheerd bij het Ge
meentelijk Huisvestingsbureau, 1 van de Ge
meenteontvanger en 1 van Gemeenteplantsoe-
nen.
Van de werklieden waren er 9 in militaire
dienst, 1 gedetacheerd van Gem. Ziekenhuizen,
1 gedetacheerd van de Personeelsreserve en 1
geschorst.
Ter nagedachtenis van de personeelsleden, die
als slachtoffer van de Duitse bezetting aan het
Bedrijf ontvielen, werd een bronzen plaat, ver
vaardigd naar een ontwerp van de beeldhouw
ster mejuffrouw G. J. W. Rueb en bekostigd uit
vrijwillige bijdragen van het personeel, in het
hoofdgebouw aangebracht. Dit gedenkteken
werd op 7 December 1946 in tegenwoordigheid
-
Beheer van het bedrijf.
Personeel.
Algemene beschouwingen.
BULAGE 29