27
Bovendien werden in verband hiermede 25
onderzoeken ingesteld en preventieve maatrege
len genomen.
Door de Burgemeester werd op voorstel van
de Politie aan een twaalftal bioscoopexploitan
ten een waarschuwing uitgereikt, als bedoeld in
artikel 10 der Bioscoopwet (het toelaten in een
bioscoopinrichting van kinderen, die voor het
bijwonen van een bepaalde film niet de vereiste
leeftijd hadden). Voorts werd tegen een tweetal
bioscoopexploitanten rapport opgemaakt ter
zake van het couperen van de hoofdfilm. De
films werden in beslag genomen en ter beschik
king gesteld van de Burgemeester.
Arbeidswet.
In 1946 zijn 1560 controles uitgevoerd betref
fende de Arbeidswet en 520 processen-verbaal
opgemaakt terzake van overtreding van die wet.
Hotels, logementen en tapperijen.
Op 31 December 1946 bedroeg het aantal hotels
en logementen onderscheidenlijk 17 en 41, ter
wijl 10 volkslogementen (bedrijven, waarvoor
een vergunning van de Burgemeester is vereist)
en 11 pensions (met toestemming om per nacht
te mogen verhuren) in gebruik waren.
Door vergelijking van de namen der gasten,
die op de daarvoor vastgestelde formulieren
moeten worden aangemeld, met die in het ge-
signaleerdensysteem, alsmede door controle in
hotels en logementen werden 103 gesignaleerden
gearresteerd en 17 minderjarigen aangehouden,
wier terugbrenging was gevraagd.
Aan 7 verzoeken tot opsporing van de ver
blijfplaats kon worden voldaan.
Het aantal restaurants in de Gemeente be
droeg bij de telling op 24 September 1946 219.
Openbare zedelijkheid.
Ingekomen aangiften van strafbare feiten 557.
De door de secretaris-generaal van het Depar
tement van Sociale Zaken d.d. 1 Oct. 1940 inge
voerde „Controle geslachtsziekten” is nog steeds
van kracht, maar werd na 5 Mei 1945 niet meer
uitgeoefend. Bij gehouden controles in op zede
lijk gebied verdachte percelen werd aan daar
voor in aanmerking komende vrouwen en meis
jes een briefje uitgereikt, waarbij zij werden
verwezen naar het Adviesbureau voor geslachts-
ziektebestrijding van het Groene Kruis, Van-
Speykstraat 31. In het algemeen werd hieraan
voldaan; dwangmaatregelen konden echter niet
worden toegepast. De geneeskundig-inspeeteur
voor de Volksgezondheid verzocht 81 maal de
medewerking van de Zedenpolitie; 77 vrouwen
en meisjes werden overgebracht naar het hulp-
ziekenhuis aan de Bezemstraat.
Terzake van overtreding van artikel 299 der
Algemene Politieverordening werd 105 maal
proces-verbaal opgemaakt. Er bleken minder zg.
straat-prostituees te zijn dan vóór de Duitse be
zetting. Ook het aantal percelen, waar deze
vrouw'en wonen, was minder. Door strenge con
trole vertrokken verscheidene publieke vrouwen
naar elders; 13 maal werd proces-verbaal opge
maakt terzake van beroving, terwijl eveneens
13 maal proces-verbaal werd opgemaakt terzake
van het gelegenheid geven tot het plegen van
ontucht; twee percelen werden in verband hier
mede gesloten.
Terzake van overtreding van artikel 18b der
Algemene Politieverordening wTerden 49 proces
sen-verbaal opgemaakt.
Vreemdelingen.
In 1946 werden bij de Vreemdelingendienst
3 954 vreemdelingen ingeschreven, 1472 afge-
schreven en 93 uitgeleid.
V uur wapenwet.
In het verslagjaar werden terzake van over
treding der Vuurwapenwet 1919 door de Politie
26 processen-verbaal opgemaakt.
Verder werd in 1946 door bemiddeling van
de Politie per week ongeveer een halve m3
springstoffen, munitie en vuurwapenen vernie
tigd, welke waren gevonden, in beslag genomen
of gedeponeerd.
Brandweer.
Het personeel van de Brandweer was op 1
Januari 1947 als volgt samengesteld.
1 Commandant, 1 commandeur, 2 adjunct-
hoofdbrandmeesters 1ste klasse, 1 adjunct-
hoofdbrandmeester 2de klasse, 10 brandmees
ters, 20 onderbrandmeesters, 35 hoofdbrand-
wachts, 155 brandwachts, 1 leerling kleermaker
en 10 typisten. In totaal 236 personeelsleden.
Aan het verslag van de Commandant zijn de
volgende gegevens ontleend.
Het aantal brandkranen in de openbare straat
bedroeg op 31 December 6 312. Het aantal toe-
gangskokers, welke in verbinding staan met
open water en brandputtensysteem „Stang”, als
mede dat der gepulste putten bedroeg onder
scheidenlijk 56 en 34.
In 1946 kwamen voor 94 schoorsteenbranden,
299 kleine binnenbranden, 6 grote binnenbran
den, 14 uitslaande branden, 10 scheepsbranden
en 217 buitenbranden, in totaal 640 branden.
Het totaal aantal alarmeringen bedroeg 752,
waarvan 83 voor geruchten van brand en 29 uit
baldadigheid. Door baldadigheid is 23,1 pCt.,
door vuile schoorsteen 14,7 pCt., door onacht
zaamheid (brandende sigaar enz., lucifers, spe
len met vuur) 11,9 pCt., door gas en electriciteit
onderscheidenlijk 1,7 en 7,0 pCt., door benzine en
petroleum 11,3 pCt. en door het niet brandvrij
plaatsen van haard of kachel 5,6 pCt. der bran-