32 IV. A. KOSTEN VAN HET BUREAU. III. 2 De organisatie van deze afdeling bleef in 1946 ongewijzigd. Zie hiervoor het verslag over 1945. VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN DER AFDELING WERKLOZENZORG. De kosten van het Bureau zijn in bijlage I van het verslag opgenomen. arbeid verricht door het Centraal Bureau Ver goedingen Militaire Vorderingen van het Mini sterie van Financiën (zie blz. 11). Tevens wordt door haar het rapportenarchief verzorgd. De onderafdeling Cultureel Werk is belast met het ontwikkelingswerk ten behoeve van de werklozen. De onderafdeling Kas is belast met: de uitbe taling van de overbruggingsuitkeringen en de lonen van de arbeiders, die voor de geallieerde strijdkrachten werken; het kasbeheer der werk verschaffing; de betalingen, die voor de interne dienst vereist zijn; de incassering van de afbe talingen op voorschotten voor kleding en schoei sel en van terugbetalingen van ten onrechte ge noten overbruggingsuitkering. Door de onderafdeling Boekhouding wordt de boekhouding van de werklozenzorg bijgehouden, benevens die van de huishoudelijke dienst. Tevens worden door haar de declaraties voor het Rijk gereed gemaakt. De onderafdeling Werkverschaffing is belast met het plaatsen op de onderscheidene werk- objecten van door de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen ondersteunde armlastige ar beiders. Tot haar taak behoort voorts het behandelen van eventuele klachten over de tewerkstelling en de aangifte van ziekte en ongevallen. De onderafdeling Particuliere Wachtgeldrege lingen was tot 1 April 1946 belast met de uit voering van de Beschikking van 21 December 1944, no. 27430 W.G.R., afdeling R.A.B. van het Departement van Sociale Zaken, voor zover het de gemeente ’s-Gravenhage betrof. De onderafdeling Personeelszaken, Correspon dentie en Registratuur is belast met de perso neelsadministratie, de correspondentie, de regi stratie van ingekomen en verzonden brieven, de expeditie, het archief en het verzamelen en verwerken van statistische en documentaire ge gevens. Tevens verzorgt deze afdeling de admi nistratie ten behoeve van het secretariaat der Commissie Zedelijk Gedrag. De verordening „Regeling Overbruggingsuit kering” werd volledig opgenomen in het jaar verslag over 1945. Aangezien de verordeningen van het Militair Gezag met ingang van 4 Maart 1946 hun rechts kracht verloren, kwam ook bovengenoemde ver ordening te vervallen. Door de Minister van Sociale Zaken werd echter bepaald, dat de in deze verordening ver vatte bepalingen inzake uitkeringen aan werk lozen voorlopig onverminderd van kracht bleven. In de loop van het verslagjaar kwamen ver schillende wijzigingen in en aanvullingen op de regeling. De belangrijkste hiervan waren de volgende. Bij circulaire van het Ministerie van Sociale Zaken d.d. 5 Maart 1946 no. 3681 afd. S.B., werd bepaald, dat werknemers van andere dan de Nederlandse nationaliteit en de staatlozen niet in de overbruggingsregeling mogen worden opgenomen. Een uitzondering werd gemaakt voor de vreemdelingen, die rei s voor 1(1 Mei 1940 in Nederland woonachtig waren, voor zover zij hier toen in loondienst waren en geen onder daan zijn van een vijandige staat. Overigens geldt voor hen, die aan deze en de andere gestelde voorwaarden voldoen, dat zij na de bevrijding tenminste 13 weken in het vrije bedrijf bij een bonafide werkgever moeten heb ben gewerkt. Voorts werd in deze circulaire medegedeeld, dat de kinderbijslag, die inge volge de kinderbijslagwet kan worden verstrekt, mag worden uitgekeerd boven de absolute maximumbedragen. De steunverlening aan politiek-onbetrouw- bare personen werd nader geregeld in circulaire no. C 4836 d.d. 19 Maart 1946. De tot deze cate gorie behorende personen konden met ingang van 18 Maart 1946 ondersteund worden aan de hand van de normen van de oude steunregeling (zoals die is aangevuld en gewijzigd) met dien verstande, dat als minimum uitkeringen dien den te worden aangehouden de ter plaatse gel dende steunnormen van armenzorguitkeringen. Na tenminste 13 weken loonarbeid kunnen de hier bedoelde personen bij werkloosheid op dezelfde voet als anderen in de overbruggings regeling worden opgenomen. Ook voor oud militairen, die er na hun demo bilisatie niet onmiddellijk in slaagden een burgerbetrekking te vinden, is een speciale regeling getroffen. In deze regeling, die aan de VERSLAG VAN HET BUREAU VOOR WERKLOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING. b. Afdeling Personeelsvoorziening. Overbruggingsuitkering.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 378