36 Diphterie. 11 Het aantal aangegeven gevallen bedroeg 282; in werkelijkheid ligt het aantal zeker hoger. Het is opvallend, dat verreweg de meeste gevallen zeer licht verlopen, zo licht, dat eigenlijk pas naderhand blijkt door de optredende veelal zeer Er werden 28 gevallen aangegeven. Ook dit jaar werden alle gevallen, voor zover zij bekend waren, nagegaan om te onderzoeken, of er al of niet blijvende afw'ijkingen, en zo ja welke, waren achtergebleven. De resultaten van het onder zoek worden doorgegeven aan de geneeskundig- inspecteur van de Volksgezondheid. Wat de typheuze vorm betreft nog het vol gende. In één gezin kwamen 3 gevallen voor; in twee gezinnen kwamen 2 gevallen voor; in 5 geval len, niet in gezinsverband, waren de patiënten familieleden van elkaar. Eén geval was afkomstig uit Parijs; één geval vermoedelijk door gerookte paling ontstaan; in 5 gevallen kon geen bron worden opgespoord. Met enige zekerheid kan wel gezegd worden dat, gezien de gevallen die zijn voorgekomen in één gezin en onder familieleden, in 12 gevallen de infectie direct van de een op de ander is over gegaan. Wat de gastro-enteritische vorm van de para- typhus B gevallen betreft, valt het getal 53 op. Hiervan hadden 49 personen de infectie opge lopen in eenzelfde restaurant tijdens 4 feest maaltijden in één week. Een uitgebreid onder zoek in dit restaurant, zowel van het personeel als van het voedsel, wees uit dat „adellijk” wild de vermoedelijke infeetiebron was. Van het per soneel bleek alleen de aardappelsehilster draag ster te zijn van een Salmonellastam. Zij kreeg elders een betrekking; nadien was zij bij onder zoek enige malen negatief. Van febris typhoidea werden 30 gevallen aan gegeven, welk aantal belangrijk minder is dan in 1945, toen het 119 bedroeg. Bij het zoeken naar de infeetiebron is geble ken, dat in 11 van de 30 gevallen de typhus is opgelopen door direct contact met patiënten of bacillendragers. In 3 gezinnen deden zich 2 gevallen voor; 2 patiënten waren op bezoek geweest bij zieke familieleden; 3 patiënten zijn met grote waar schijnlijkheid besmet door bacillendragers. Voorts waren 2 patiënten afkomstig uit een interneringskamp; 2 patiënten hadden onge kookte melk gedronken bij boeren; 1 patiënt was uit Suez in Nederland teruggekeerd; 1 patiënt liep de infectie op in een laboratorium; 2 patiënten kregen de infectie waarschijnlijk door zwemmen. In de overige gevallen was er geen aankno pingspunt te vinden, dat eventueel tot het op sporen van de infeetiebron zou kunnen leiden. Van de bacillendragers zijn er in de Gemeente 15 bekend. Zij blijven onder geregeld toezicht; 2 nieuwe gevallen werden bekend. Er werden 44 gevallen van bacillaire dysen terie aangegeven (belangrijk minder dan de voorafgaande jaren). De indruk is aanwezig, dat het werkelijke aantal gevallen veel hoger moet zijn, maar dat zij door het lichte verloop der ziekte niet als zodanig worden herkend en dus ook niet worden aangegeven. Het aantal diphtheriegevallen bedroeg 1999. In vergelijking met het vorige jaar (3 256 ge vallen) valt hier dus een sterke vermindering waar te nemen. Het ligt voor de hand, deze ver mindering in verband te brengen met de stelsel matige inentingen door de afdeling Kinderbe scherming. De genezen schoolkinderen, benevens de schoolgaande contacten en zonodig ook vol wassenen (onderwijzers, kinderverzorgsters e.d.) worden geregeld onderzocht en moeten tweemaal negatief geweest zijn, alvorens zij de school weer mogen bezoeken of het werk kunnen hervatten. Oii een daartoe ingerieht kaartsysteem wordt aangetekend, op welke school het diphtheriege- val zich heeft voorgedaan. Komen er in korte tijd meer gevallen voor in eenzelfde klas, dan worden alle kinderen en de onderwijzer (es) onderzocht. Kinderen, in aanmerking komende voor opneming in een kindertehuis of uitzen ding naar een koloniehuis, worden eveneens op diphtheriebacillen onderzocht. lichte vervelling, dat roodvonk in het spel is geweest. Zulke gevallen worden dan niet meer gerapporteerd. Het aantal gevallen bedroeg 41, hetgeen t.o.v. de drie voorafgaande jaren een grote toeneming betekent. Een verklaring hieromtrent kan niet worden gegeven. Van de contacten worden keel- uitstrijksels gemaakt, die bacteriologisch wor den onderzocht op het laboratorium van de Gemeenteziekenhuizen, eventueel op dat van het Ziekenhuis van de H. Joannes de Deo. VERSLXG-VAJTDE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST. Meningitis cerebrospinalis epidemica. Poliomyelitis anterior acuta. Dysenterie. Roodvonk.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 438