I I I I 36 I 11 L 20 ka s a Op 31 December 1946 waren in de drie klinie ken 94 (100), in de andere aangewezen inrich tingen 495 (463) en in de krankzinnigengestich ten 1 150 (1 137), derhalve te zamen 1 739 (1 700) geesteszieke patiënten in verpleging voor reke ning van de Gemeente. Bij een aantal inwoners van 523 650 (476 317) is dit 3,32092 (3,56912) pro mille. De wekelijkse bezoeken aan de Ramaerkliniek werden gedurende het gehele jaar voortgezet. Aan verpleeginrichtingen buiten de Gemeente werden 45 bezoeken gebracht, waartoe 39 dienst reizen werden gemaakt. van de patiënt tot bewuste keuze van het wettig domicilie, terwijl zij als van Rijkswege aange wezen deskundigen op verzoek van de Burge meester in 93 (41) gevallen, na specialistisch onderzoek, een verklaring opmaakten als be doeld in art. 39, 4e lid van de Armenwet. In 1946 werden behandeld 796 (989) aanvragen voor opneming in een psychiatrische kliniek. Hiervan zijn opgenomen in de Ramaerkliniek 647 (461), in de St.-Jacobusstichting 69 (60) en in de Kliniek Ockenburgh 0 (0) patiënten, te zamen 716 (521) patiënten (waaronder 138 (129) recidieven, van wie 0 (0) uit het Gemeentezie kenhuis), terwijl in 80 368) gevallen, zijnde 10,05 (37,2) pCt. geen voldoende termen voor opne ming aanwezig warén. Buitendien werden 65 Bij de nazorg stonden op 1 Januari 1946 inge schreven 2 902 (2 700) patiënten. In de loop van 1946 werden 1023 (867) nieuwe patiënten inge schreven, te weten 619 (696) mannen en 404 (171) vrouwen, zodat de nazorg in 1946 in totaal be moeiing had met 3925 (3 567) patiënten. In de loop van het jaar werden afgevoerd 930 (665) patiënten, te weten 675 (397) mannen en 255 (268) vrouwen, zodat op het einde van het jaar nog 2 995 (2 902) personen onder nazorg- toezicht stonden. De redenen, waarom de patiënten werden af gevoerd waren de navolgende: herstel 367 (99); opneming 243 (117); mislukt proefverlof 8 (2); opneming in ziekenhuis 11 (0); overlijden 34 (187); plaatsing in een inrichting voor maat schappelijk onvolwaardigen 17 (20); houding zoek tot opneming van patiënten in psychia trische klinieken. Dank zij de medewerking van de directeuren kan ook dit jaar weer een tame lijk objectieve indruk worden gegeven van de invloed van de voor- en nazorgwerkzaamheden op het ontslag van de patiënten uit de psychia trische inrichtingen. In 1946 kwamen 398 (155) patiënten onder de nazorg na hun ontslag uit psychiatrische inrich tingen, klinieken, gestichten en sanatoria. In 226 (108) van deze gevallen werd naar het in zicht van de behandelende psychiaters het ont slag (onderscheidenlijk proefverlof) uit de in richting bespoedigd door de bemoeiingen van de afdeling Geestelijke Volksgezondheid van de Dienst. t laan 56. In 1 (9) geval(len) werd(en) daartoe voldoende termen aanwezig geacht. Voorts werden 62 (11) kinderen naar het Medisch-Paedagogisch Bureau verwezen met verzoek aan dat Bureau om over hen, na spe cialistisch onderzoek, een voorlichtingsrapport uit te brengen. Bij geschillen gerezen tussen overheidsinstan ties over de verplichting tot betaling van ver- pleegkosten in psychiatrische inrichtingen, stelden de psychiaters in 155 (34) gevallen een specialistisch onderzoek in naar het vermogen patiënt of familie 23 (3); vertrek uit de Ge- Zoals reeds tevoren werd vermeld, werd in 80 (13) patiënten in een gesticht in bewaring ge- (368) gevallen afwijzend beschikt op een ver steld, zijnde gevallen, waarin een bevelschrift niet kon worden vermeden. Voor de psy chiatrische klinieken bedroeg het aantal ver- pleegdagen: in de Ramaerkliniek 25 468 (32 030), in de St.-Jacobusstichting 4 390 (10 938) en in de Kliniek Ockenburgh 786 (1 095), te zamen 30 644 (44 063) verpleegdagen, hetgeen een ge middelde dagbezetting geeft voor de Ramaer- kliniek van 68 (88), de St.-Jacobusstichting van 12 (30) en de Kliniek Ockenburgh van 2 (3), der halve een gemiddelde van 84 (121) patiënten. De gemiddelde verpleegduur bedroeg voor de patiënten in de Ramaerkliniek verpleegd 48,57 (70,7), in de St. Jacobusstiehting 48,8 (113,9) en in dé Kliniek Ockenburgh 262 (36,5) dagen, het geen in totaal voor de klinieken een gemid delde verpleegduur geeft van 49,6 (79,8) dagen. K Klinische behandeling de nazorg op de asylering. de nazorg. Aantal geasyleerde geesteszieken. Domiciliekwesties. 1 Toezicht op de in aangewezen inrichtingen en krankzinnigengestichten verpleegde patiënten. van geesteszieken. Invloed van Omvang van VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 447