36 Aantal ingeschrevenen. I IV. 25 keuring moesten worden opgeroepen, werden aan de keurende medici opgegeven met vermel ding van hun defect of defecten. In het jaarverslag over 1945 werd opgemerkt, dat door de heersende werkloosheid een groot aantal zwakzinnigen door het Gewestelijk Ar beidsbureau te ’s-Gravenhage naar de onderafde ling Nazorg b.l.o. werd verwezen, maar dat in de toekomst de school als herkomst de eerste plaats zou gaan innemen. Reeds thans blijkt, dat de school de wedloop met het Gewestelijk Arbeidsbureau heeft gewonnen. Hierbij kan worden opgemerkt, dat het Gewestelijk Arbeids bureau uiteindelijk als bron van herkomst slechts in uitzonderlijke gevallen zal fungeren. Afgeschreven werden 640 (206) zwakzinnigen, nl. 540 (173) mannelijke en 100 (33) vrouwelijke. Mede begrepen onder de totaalcijfers van de afdeling Geestelijke Volksgezondheid, de nazorg betreffende, zijn de oud-leerlingen van het buitengewoon lager onderwijs, benevens de ont slagen patiënten uit de inrichtingen voor zwak zinnigen. Zij worden echter als afzonderlijke groep behandeld en staan onder directe leiding en toezicht van de hoofdambtenaar voor sociale arbeid, die speciaal belast is met de nazorg. Op 1 Januari 1946 waren bij de nazorg inge schreven: 2 186 (1677) zwakzinnigen, nl. 1701 (1 249) mannelijke en 485 (428) vrouwelijke. In het jaar 1946 werden ingeschreven 574 (715) personen, 437 (625) mannen en jongens, 137 (90) vrouwen en meisjes. Naar de herkomst kunnen zij als volgt wor den verdeeld. Deze afvoeringen hadden plaats om de vol gende redenen: I. Opgenomen in een inrichting voor geestes zieken of zwakzinnigen: 93 (41) pupillen, te weten 62 (25) mannen, onderscheidenlijk 18 (4) wegens lijden aan een geestesziekte; 17 (7) we gens huiselijke omstandigheden, incontinentie, aggressiviteit enz.; 17 (6) wegens karakterdefec- ten; 10 (8) wegens criminele inslag; 31 (16) vrouwen, onderscheidenlijk: 12 (3) wegens sexuele ongeremdheid; 10 (5) wegens huiselijke omstandigheden, incontinentie, aggressiviteit enz.; 5 (1) wegens lijden aan een geestesziekte; 4 (5) wegens karakterdefecten; 0 (2) wegens criminele inslag. II. Opgenomen in een inrichting voor maat schappelijk ongeschikten (Gevangenis of Huis van Bewaring enz): 35 (10) pupillen, te weten: 34 (10) mannelijke en 1 (0) vrouwelijke. III. Vertrek uit de gemeente: 162 (111) pupillen, te weten: 134 (100) mannelijke. Hier van waren er 82 (2) in militaire dienst (voor het merendeel oorlogsvrijwilligers). Van deze 82 waren er 34 in Indonesië; 28 (11) vrouwelijke. Wegens de houding van de familie: 14 (3) pupillen, te weten: 8 (0) mannelijke en 6 (3) vrouwelijke. V. Wegens lichamelijke ziekte: 1 (0) vrou welijke pupil. VI. Overleden: 20 (41) pupillen, te weten: 17 (38) mannelijke en 3 (3) vrouwelijke. VIL Sociaal hersteld: 315 (0) pupillen, te weten: 285 (0) mannelijke en 30 (0) vrouwelijke. Op 31 December 1946 stonden bij de nazorg b.l.o. ingeschreven: 2120 (2 186) zwakzinnigen, nl.: 1598 (1701) mannen en 222 (485) vrouwen.' In 1946 was er dus een teruggang van het aantal ingeschrevenen van 66. VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKÜNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST. 58 47 35 15 10 7 1 2 1 0 3 6 10 7 1 0 1 0 (5) (6) (18) (3) (0) (0) (1) 46 (20) vr 13 (27) vr., 24 (22) vr., 26 (15) vr., (2) vr., (0) vr., (2) vr., (2) vr., (0) vr., (0) vr., (0) vr., (0) vr. Van de b.l.o. scholen Van het Gewestelijk Arbeidsbureau Van de familie Van de inrichtingen Van de politie en justitie Van de Voogdijraad Van de Gem. Dienst voor Sociale Belangen Van de artsen Van Ned. Volksherstel Van de Haagse Vereniging voor Arbeid van Onvolw. Van het Med. Paedagogisch Bureau Van het Gem. Bureau voor Beroepskeuze 179 (94) 141 (448) 82 (74) 73 (49) 38 (17) 21 20 14 2 2 2 0 133 (74) m., 128 (421) m., (52) m., (34) m., (15) m., (5) m., (4) m., (16) m., (3) m., (0) m., (0) m., (1) m.,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 452