36 L 210 (233) 101 109 14 20 10) 20 1 7) 0 1 60 56 40 23) 30 10 10 14) 7 3 30 Verder waren er zonder werk op een school voor b.l.o. niet tot werken in staat 180 (177) 63 (58) 51 97) 110 (114) 83 (249) 43 33) 120 78) 36 29) 32 43) 18 6) 11 10) 29 27) 29 0) 24 30) 23 12) 22 30) 21 31) 19 13) 18 2) 17 11) 15 9) 12 6) 12 11) 10 4) 10 3) 39 45) 36 21) 5) 0) 2 5 17 31 29 16 14 9 0 9 10 4 0 4 7 60 75 10 71 7 11 14 8 5 7 1 0 10 4 4 0 8 9 13 21 10 8 IS IS— 8 5 22 5 50 8 33 44 136 63— 0 9—42 17 24) 5( 4( 49 29 21 4 8— 3 15 werkzaamheden waardige leden der maatschapij tonen. Wegens hun karakterdefecten, aanleg en tem perament, kortom hun gehele psychische toe stand, zullen zij geleid moeten worden door per sonen, die de zwakzinnigen door en door kennen en zich kunnen verplaatsen in de zielstoestan den van deze geestelijk-misdeelden. Het gelukte in 1946 een aantal van 752 zwak zinnigen in betaalde loondienst te plaatsen. In 1945 werden 602 zwakzinnigen geplaatst. Het aantal werkzoekenden op 1 Januari 1946 bedroeg 183. In de loop van het jaar werden in geschreven 1325 zwakzinnigen. Behalve door tewerkstelling werden nog om allerlei redenen 542 personen af gevoerd, zodat de stand van de werkzoekenden aan het einde van het verslag jaar bedroeg 214, een toeneming van 31 werk zoekenden. Tegenover deze toeneming, een alge meen verschijnsel in de na-oorlogse tijd, staat een vermeerdering van het aantal plaatsingen van 150. Een groot aantal van de werkzoekenden ont vangt zg. overbruggingssteun, gemiddeld f 24,47 per week. Ten overvloede moge ook in dit verslagjaar worden vermeld, dat de arbeidsvoorwaarden van de in loondienst te werk gestelden zullen moeten overeenkomen met arbeidsprestaties. Met nadruk wordt er op gewezen, dat het ver diende weekloon in bijna alle gevallen gelijk staat met hetgeen de geestelijk meer bedeelden ontvangen. Het is begrijpelijk, dat voor het verkrijgen van dit resultaat menige bespreking met direc ties c.q. werkgevers noodzakelijk is. Om deze redenen en om bijv, conflicten op te lossen of te vermijden, bracht de ambtenaar voor sociale arbeid 595 keer een bezoek aan werkgevers. Hij bracht bij de pupillen 1 506 huisbezoeken. Bij die gelegenheden werden moeilijkheden van allerlei aard besproken. Zijn spreekuur werd door 5 607 personen be zocht. Bovendien bracht hij 136 keer een bezoek aan een of ander bureau voor sociale zorg, waar hij door de loyale medewerking van de onder scheidene instanties zeer veel voor de ingeschre ven pupillen wist te bereiken. Geregeld, en wel 42 keer, bezocht hij de pleeg gezinnen, 33 keer kwam hij in de 'werkinrich tingen, bezocht 17 keer een vergadering, kwam 12 keer ter kennismaking op school, maakte 11 dienstreizen en ontving 21 pupillen aan huis. Van de vrouwen en meisjes waren op 31 De cember 1946 werkzaam x): 418 (407) 223 195 116 81) als dienstbode of werkster in huishouding van eigen gezin op atelier of winkel in fabrieken op wasserijen als inpakster niet tot werken in staat nog op een school voor b.l.o wegens gering intellect, on handigheid, karakterfou ten of een combinatie dezer defecten werden op de nazorgwerkinrichting voor vrouwen en meisjes der ’s-Gravenhaagse Ver eniging „Dr. Schroeder van der Kolk” verzorgd zonder werk nog niet leerplichtig in een inrichting, sanato rium of ziekenhuis Van de mannen en jongens waren op 31 Decem ber’ 1946 werkzaam: in fabrieken of werk plaatsen als expeditieknecht als tuinder, bloemist o! boerenknecht als grondwerker als bakker als meubelmaker - timmer man thuis bij ouders in bedrijl of werkplaats als koopman of venter bij de Dienst Uitvoering Werken als transportarbeider in militaire dienst als schilder op een vakschool in het restaurantbedrijf als varensgezel als monteur in schoonmaakbedrijven als boekbinder als huisknecht of liftboy als hulpvakarbeider druk kerij als metselaar, stucadoor, opperman en als schoenmaker VERSLAG VAN DE GEM GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST. i) In de nevenstaande statistieken is het eerste cijfer het totaal cijfer van het jaar 1946, het tussen geplaatste, het totaal cijfer over 1945, het derde cijfer, dat der minderjarige vrouwen of mannen en het laatste cijfer dat der meerderjarige vrouwen of mannen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 457