39 I 11 c. Buitengewoon lager onderwijs. 36 1 10 b. Vervolgonderwijs. In 1946 werd aan 1 bijzondere school vervolg onderwijs gegeven, als bedoeld in artikel 3, 3e lid van de Lager-onderwijswet 1920. De school telde op 31 December 1946 33 leer lingen. 4 9 Een opgave omtrent het aantal leerlingen dezer scholen op 31 December 1946 is opgenomen, in de aan dit verslag toegevoegde bijlage I. In het aantal en de plaats van vestiging van de scholen voor buitengewoon lager onderwijs ontstond geen verandering. Een opgave omtrent de aantallen leerlingen dezer scholen op 31 December 1946 is opgenomen in de aan dit verslag toegevoegde bijlage I. >3 g In het aantal niet-gesubsidieerde voorberei dende scholen zijn alsnog opgenomen die aan de Van-Beverningkstraat 29/31, Mient 463 en Westeinde 68a, zodat het totaal aantal 7 be draagt. Het aantal gesubsidieerde scholen bleef ongewijzigd en bedroeg 54. 8 Over de schooljaren 1942/1943, 1943/1944 en 1944/1945 is ingevolge artikel 23 van het „Tijde lijk Besluit schoolgeld lager onderwijs 1945”, geen schoolgeld geheven voor het openbaar- en het bijzonder gew’oon, voortgezet gewoon en uitgebreid lager onderwijs. Het Rijk heeft de Gemeente voor de hierdoor gederfde inkom sten schadeloos gesteld. Van het schoolgeldjaar 1945/1946 af gelden de tarieven van het genoemde „Tijdelijk Besluit”, waarvoor de Raad in zijn vergadering van 11 Februari 1946 (Bijl. no. 19) het vermenigvuldi- gingscijfer 2 heeft vastgesteld. gevoegd. Op 31 December 1946 waren aanwezig: 124 scholen voor gewoon lager onderwijs (ge subsidieerd), idem (niet gesubsidieerd), scholen voor voortgezet gewoon lager on derwijs (gesubsidieerd), scholen voor uitgebreid lager onderwijs (gesubsidieerd), school voor vervolgonderwijs (niet-gesub- sidieerd. - I Van de 3 aanvragen om medewerking krach tens artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920, welke op 31 December 1945 in behandeling waren, zijn er 2 in 1946 ingewilligd; de derde, welke oorlogsschade betrof, is ingetrokken. In 1946 zijn 46 aanvragen om medewerking ingekomen, waarvan er 36 zijn ingewilligd, van welke 6 om herstel van oorlogsschade; 6 aanvragen werden ingetrokken, waaronder 4 om herstel van oorlogsschade. Op 31 December van dit jaar waren nog 4 aanvragen, waarvan 1 om herstel van oorlogsschade, in behandeling. Aan de gesubsidieerde scholen waren op 31 December 1946 werkzaam: 54 hoofden, 182 onder wijzeressen en 28 kwekelingen. D. BIJZONDER VOORBEREIDEND ONDERWIJS. Aantal scholen. Het volgende overzicht bevat de uitkomsten van het onderzoek der kinderen, die voor plaat sing op een school voor buitengewoon lager onderwijs in aanmerking kwamen. C. BIJZONDER ONDERWIJS. a. Gewoon lager, voortgezet gewoon lager en uitgebreid lager onderwijs. De gesubsidieerde R.K. scholen voor gewoon lager onderwijs Kerklaan 1 en la werden met ingang van 1 April 1946 tot één school samen- VERSLAG LAGER ONDERWIJS. 1SM6. 4317 27 72 22 8 4 3 47 23 94 48 64 19 248 18 22 4 43: 78 13 3 1 5 13i 53 5 4i - 14 40 1 2 Leerlingen. Aantal aan. het paedago- gisch laboratorium der vermelde scholen onder zochte candidaten Te weinig zwakzinnig of te jong Geschikt voor: b. 1. o Aantal scholen. Leerlingen. 14 2 2 3 -g tc CM 8 i tn V a CU s- 4 206 - 3 - 8 o’ S) 8 c •c CU 561112 24 8: 18 6 Schoolgelden. SJ 15 i school voor zeer zwak zinnigen Geplaatst op: dezelfde b. 1. s andere openbare b. 1. s. bijzondere b. 1. s. Niet geplaatst op een der genoemde scholen 5 21 Medewerking krachtens artikel 72 der Lager- onderwijswet 1920. i OJ I Ec 1 .S i) In het verslag over 1945 is het aantal gesubsidieerde lagere scholen abusievelijk als 124 vermeld. Dit moet zijn 125. Onderwijzend personeel. Onderzoek der kinderen. Aantal scholen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 488